Serse of Xerxes was oorspronkelijk een opera op een libretto van Nicolo Minato, voor het eerst opgevoerd met muziek van Francesco Cavalli in januari 1654, in het Venetiaans Teatro dei SS. Giovanni e Paolo. Op hetzelfde, enigszins gewijzigd, libretto, een liefdesdrama tussen Serse, koning van Perzië, zijn broer Arsamene en de zussen Romilda en Atalanta, componeerde Händel zijn gelijknamige opera. Het is in deze opera dat het bekend largo “Ombra mai fu” voorkomt. Ontdek hier de complete opera door een cast van wereldklasse.
«Ombra mai fu
di vegetabile,
cara ed amabile,
soave più.”
(“Nooit was een schaduw
Van een plantaardige
Lief en aardig,
Meer aangenaam”)
Serse heerst over een enorm rijk, maar het menselijk hart is moeilijker te beheersen, en soms is de schoonheid van een plataan de enige constante in een gevaarlijke wereld. Deze openingsaria, “Ombra mai fu”, een adaptatie van Bononcini, gezongen door Xerxes voor een plataan, werd een van Händels bekendste melodieën en staat bekend als Händels “Largo”.
Elke nieuwe release van Händel door The English Concert en Harry Bicket is een mijlpaal in de discografie van de componist, en deze “Serse” is niet anders. Händels romantische en soms komische opera Serse, die werd gecreëerd om het Londense publiek te verbazen, is een spectaculair drama over liefde, oorlog en macht. Wat de muziek van Händel zo tijdloos maakt, is de krachtige emotionele geladenheid. De meest succesvolle aria’s en duetten uit zijn opera’s verklanken verschillende schakeringen van verliefdheid, haat, wanhoop en vreugde. Hoewel de personages en de verhalen uit verre tijden komen, resoneren ze door de levendige stemmen van geweldige zangers, nog steeds gevoelig in het gemoed van de hedendaagse luisteraar. Händels geniale muziek maakt dieper inzicht in de mystiek en dynamiek van liefde mogelijk.
Na een eerste carrière in Italië, vestigde de jonge Händel zich in Londen, waar hij in 1711, met zijn opera “Rinaldo”, voor het eerst een Italiaanse opera bracht. Dit succes creëerde in Londen een rage voor de Italiaanse opera seria, een genre dat zich overwegend richtte op solo-aria’s voor virtuoze sterzangers. Händel (toen nog met umlaut gespeld) componeerde zijn eerste opera, “Almira”, als 20-jarige in 1705 voor de “Oper am Gänsemarkt” in Hamburg. In 1710 werd Händel door bemiddeling van Ernst August II van Brunswijk-Lüneburg (foto), de jongste broer van de latere, Engelse koning George I, hofkapelmeester in Hannover. Aan het eind van dat jaar reisde hij voor de eerste keer naar Londen. Daar werd zijn voor Londen inderhaast gecomponeerde opera “Rinaldo”, meteen een succes.
Met “Rinaldo”, zijn eerste opera voor Londen, in 1711 voor “Queen’s Theatre”, had Handel danig succes, dat hij besloot van Hannover naar Londen te verhuizen. De keurvorst van Hannover werd immers koning van Engeland. Tussen 1712 en 1741 componeerde Handel daar jaarlijks één tot drie opera’s. In 1719 werd Händel benoemd tot muziekdirecteur van de Royal Academy of Music, een bedrijf onder koninklijk handvest, om Italiaanse opera’s in Londen te produceren. Händel zou niet alleen opera’s voor het gezelschap componeren, maar ook de sterzangers inhuren, het orkest en de muzikanten begeleiden en opera’s uit Italië aanpassen voor Londense uitvoeringen. Binnen een jaar, 1724-1725, componeerde hij voor de Royal Academy of Music, drie grote opera’s na elkaar, “Giulio Cesare”, “Tamerlano” en “Rodelinda”, elk met de castraat Senesino en Francesca Cuzzoni als de sterren.
In 1731 had Händel meer dan tien jaar besteed aan het componeren van Italiaanse opera’s voor theaters in Londen. Er was op dat moment geen systeem van royalty’s of auteursrechten, en nadat een kopie van de partituur van “Esther” was verkregen, werd de versie uit 1720 uitgevoerd, blijkbaar in een geënsceneerde versie, door jongenszangers van de Chapel Royal in de Crown and Anchor-taverne, een populaire locatie voor muziek, die zeer succesvol was. Een lid van de koninklijke familie vroeg Händel om “Esther” te presenteren in het theater waar zijn opera’s werden opgevoerd, maar de bisschop van Londen, Edmund Gibson, stond niet toe dat Bijbelverhalen op het podium werden gespeeld. Daarom besloot Händel om zijn “Esther” in concertvorm te presenteren als aanvulling op het operaseizoen van 1732, met de zangers die in de Italiaanse opera’s te zien waren, maar zonder decor of toneelactie, en in een herziene vorm in drie bedrijven met extra tekst van Samuel Humphreys. Het werk was enorm populair en zo werd bijna per toeval, het legendarisch, Engelse oratorium als vorm, uitgevonden.
Serse (Xerxes) HWV 40, een opera seria in drie bedrijven werd voor het eerst opgevoerd in Londen op 15 april 1738. Het Italiaanse libretto werd door een onbekende hand aangepast van dat van Silvio Stampiglia (1664–1725) voor een eerdere gelijknamige opera van Giovanni Bononcini in 1694. Stampiglia’s libretto was zelf gebaseerd op een van Nicolò Minato (ca.1627–1698) die in 1654 werd getoonzet door Francesco Cavalli. De opera speelt zich af in Perzië (het huidige Iran) ongeveer 470 v.Chr. en is zeer losjes gebaseerd op Xerxes I van Perzië. Het libretto bevat enkele motieven die zijn gebaseerd op gebeurtenissen die werkelijk zijn gebeurd. Xerxes, Amastre en Arsamene zijn allemaal gebaseerd op historische personen. Het verhaal van Xerxes die wil trouwen met de liefde van zijn broer Arsamenes is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. In werkelijkheid was het echter een vrouw van een andere broer waar Xerxes verliefd op werd. Het instorten van een brug over de Hellespont en Xerxes die terugkeerde van een catastrofale campagne in Griekenland zijn echte gebeurtenissen tijdens het bewind van Xerxes, hoewel ze hier anachronistisch zijn.
Eind 1737 gaf het King’s Theatre in Londen Händel de opdracht om twee nieuwe opera’s te componeren. De eerste, “Faramondo”, ging in première op 3 januari 1738. Tegen die tijd was Händel weliswaar al begonnen aan “Serse”. Het eerste bedrijf werd gecomponeerd tussen 26 december 1737 en 9 januari 1738, het tweede was klaar op 25 januari, het derde op 6 februari en Händel legde op 14 februari de laatste hand aan de partituur. Serse werd voor het eerst opgevoerd in het King’s Theatre, Haymarket op 15 april 1738.
De eerste productie was echter een complete mislukking. De belangstelling voor Händels muziekdrama’s was nl. tanend. De reden hiertoe was dat zijn door Italië geïnspireerde muziekdrama’s het moesten afleggen tegen de Engelstalige Beggar’s Opera, een opera met veel humor en (politieke-) satire, een opera, waar criminelen tot helden worden gemaakt. Een andere reden was dat de componist een tijdlang aan het ziekbed gekluisterd lag vanwege een beroerte.
Het publiek was misschien ook wat in de war door het innovatief karakter van het werk. In tegenstelling tot zijn andere opera’s voor Londen, nam Händel komische elementen op in Serse. Hoewel dit typerend was voor 17e-eeuwse Venetiaanse werken, zoals Cavalli’s originele toonzetting van het libretto, werd tegen de jaren 1730 verwacht dat een opera seria volkomen serieus zou zijn, zonder vermenging van de genres van tragedie en komedie of karakters van hoge en lagere klasse. Een ander ongewoon aspect van Serse was het aantal korte, eendelige aria’s terwijl een typische opera seria uit Händels tijd bijna geheel bestond uit lange, driedelige da capo-aria’s. Händel was waarschijnlijk beïnvloed, zowel wat betreft de komedie als de afwezigheid van da capo-aria’s, door het succes in Londen van balladopera’s als “The Beggar’s Opera” en John Frederick Lampes “The Dragon of Wantley”.
De Britse dirigent, klavecinist en organist, Harry Bicket (°1961) werd opgeleid aan Radley College, Christ Church, Oxford, en het Royal College of Music. Vóór Oxford was hij verbonden aan St George’s Chapel, Windsor. Daarna was hij sub-organist in Westminster Abbey, gedurende welke tijd hij speelde op het huwelijk van Sarah Ferguson en prins Andrew. Als dirigent werd Bicket bekend toen hij in 1996, op het Glyndebourne Festival, optrad als vervanger in Peter Sellars’ productie van Händels “Theodora” met Dawn Upshaw, Lorraine Hunt Lieberson en David Daniels. In 2003, maakte Bicket zijn Covent Garden debuut als dirigent met Händels “Orlando” met het Orchestra of the Age of Enlightenment (OAE). In 2004 verscheen Bicket voor het eerst in de Metropolitan Opera in een productie van “Rodelinda” met Renée Fleming in de titelrol. Hij keerde in 2020 terug in de Met en dirigeerde er een nieuwe productie van Händels “Agrippina”. Ondertussen werd hij in oktober 2006, benoemd tot muzikaal leider van The English Concert.
Rolverdeling:
Emily D’Angelo: Serse
Lucy Crowe: Romilda
Paula Murrihy: Arsamene
Mary Bevan: Atalanta
Daniela Mack: Amastre
Ariodate:Neal Davies
William Dazeley: Elviro
Handel Serse The English Concert Harry Bicket Emily D’Angelo Lucy Crowe Mary Bevan Paula Murrihy Daniela Mack Neal Davies William Dazeley 3 cd Linn CKD709