Ontdek op deze cd, 2 van Mozarts meesterwerken, subliem gespeeld door de betreurde, Duitse pianist, Lars Vogt, die tevens het Orchestre de Paris leidt. Niet te missen!
Mozarts eerste 4 pianoconcerti, die hij in 1767 als 11-jarige! in Salzburg componeerde, waren bewerkingen van bewegingen uit werken van Raupach, Honauer, Schobert, Eckard en C. P. Bach. In 1772, componeerde Mozart een drietal concerti, die bewerkingen waren van bewegingen van de Sonates op. 5 van Johann Christian Bach, aangevuld met eigen instrumentale partijen. In 1776, componeerde hij KV 242 voor 3 piano’s, voor de gezusters Lodron (bijgenaamd ‘Lodronkonzert’) en KV 246 voor Gravin Lützow (bijgenaamd ‘Lützowkonzert’). Behalve de eerste 4 concerti (KV 37, 39, 40 en 41) en de niet als concerto genummerde 3 concerti (KV 107) voor klavecimbel, componeerde hij alle concerti voor pianoforte. De Weense concerti, vanaf nr. 11, alle gecomponeerd na 1781, waren, met uitzondering van KV 449 en KV 453, gecomponeerd voor Barbara Ployer, bedoeld voor uitvoering door Mozart zelf tijdens de abonnementsconcerten die hij zelf organiseerde. Mozart voltooide het Pianoconcerto nr. 9 in januari 1777, negen maanden na zijn vorig Pianoconcerto nr. 8 in C en met weinig belangrijke composities in de tussenliggende periode. Het werk werd bekend als het “Jeunehomme Concerto”.
Lang werd gedacht dat Mozart dit concerto componeerde voor een niet nader genoemde, Franse pianiste, ‘Jeunehomme’. Mademoiselle Jeunehomme, een briljante, Franse virtuoze, die Mozart in zijn brieven “Jenomé” noemde, was nl. in 1777, op bezoek in Salzburg. Ondertussen is aangetoond dat Mozart het concerto componeerde voor Victoire Jenamy (1749-1812), een dochter van de danser en choreograaf, Jean-Georges Noverre (foto), die een van Mozarts vrienden was.
Mozart had Jenamy ontmoet tijdens zijn verblijf in Wenen in 1773. In Parijs componeerde hij overigens muziek bij Noverre’s ballet “Les petits riens” (1778). Mozart voerde het concerto uit tijdens een privéconcert op 4 oktober 1777, maar Jenamy had het werk mogelijk eerder in première gespeeld. In zijn klassieke vorm behoorde het tot de eerste van de grote concerti uit zijn repertoire. Gecomponeerd met een onnavolgbaar enthousiasme, onderstreept door de drie traditionele tempo’s, een initiaal Allegro, een Andantino van een adembenemende eenvoud en een zeer levendig Rondo, impliceerde dit meesterwerk een overvloed aan nieuwe ideeën en onthulde het zijn rijkdom aan jeugdige levendigheid.
Mozart componeerde zijn magistraal Pianoconcerto nr. 24 in do klein, K. 491, in de winter van 1785-1786, tijdens zijn vierde seizoen in Wenen, en voltooide het op 24 maart 1786, drie weken na het voltooien van zijn Pianoconcerto nr. 23 in A. Omdat hij van plan was het werk zelf uit te voeren, schreef Mozart de solistenpartij niet volledig uit! De première vond begin april 1786 plaats in het Burgtheater in Wenen. Mozart zelf was de solist en leidde het orkest vanaf het klavier. Chronologisch gezien was dit werk eigenlijk het twintigste van Mozarts 23 originele pianoconcerti.
Het werk is een van de slechts twee pianoconcerti, die Mozart in een mineur toonaard componeerde, het andere is nr. 20 in re klein. Geen van Mozarts andere pianoconcerti beschikt over een groter scala aan instrumenten, strijkers, houtblazers, hoorns, trompetten en pauken. Het eerste van de drie bewegingen, Allegro, heeft de vorm van een sonate en is langer dan enig openingsdeel van Mozarts eerdere concerti. De tweede beweging, Larghetto, in E ♭ majeur – de relatieve majeur van C mineur – bevat een opvallend eenvoudig hoofdthema. De laatste beweging, Allegretto, is een thema met acht variaties in do klein. Het werk is een van Mozarts meest geavanceerde composities in het concerto-genre. Tot de vroege bewonderaars behoorden Ludwig van Beethoven en Johannes Brahms, die er zelfs een cadens voor componeerde. Het concerto was het derde in een reeks van drie concerti die snel achter elkaar werden gecomponeerd, de andere waren nr. 22 in Es en nr. 23 in A. Mozart voltooide het componeren van nummer 24 kort voor de première van Le Nozze di Figaro. Daarom kregen de twee werken in de Köchel-catalogus de aangrenzende nummers 491 en 492.
In 1800 verkocht Mozarts weduwe Constanze de originele partituur van het werk aan de uitgever Johann Anton André uit Offenbach am Main. Het ging in de 19de eeuw door verschillende particuliere handen voordat Sir George Donaldson, een Schotse filantroop, het in 1894 aan het Royal College of Music schonk. Mozarts originele partituur bevat geen tempomarkeringen, het tempo voor elke beweging is alleen bekend uit de gegevens die Mozart in zijn catalogus heeft opgenomen. De orkestpartijen in de originele partituur zijn op een duidelijke manier geschreven maar de solopartij is daarentegen vaak onvolledig, Mozart noteerde in de partituur vaak alleen de buitenste delen van passages van toonladders of gebroken akkoorden. Dit suggereert dat Mozart een groot deel van de solopartij improviseerde bij de uitvoering van het werk. De partituur bevat ook late toevoegingen, waaronder die van het tweede thema van de orkestrale expositie van de eerste beweging.
De vorig jaar overleden, Duitse pianist en dirigent, Lars Vogt (1970-2022) uit Düren, studeerde aan de Hochschule für Musik und Theater in Hannover bij Karl-Heinz Kämmerling en kreeg bekendheid na het winnen van de 2de prijs op de prestigieuze Leeds International Piano Competition in 1990. Sindsdien speelde hij grote concerten en recitals. Hij richtte in 1998 het festival “Spannungen” op in Heimbach (Ruhr/Eifel), en in 2014 kondigde de Royal Northern Sinfonia, de benoeming aan van Vogt als de volgende muziekdirecteur, met ingang van september 2015. In oktober 2019 kondigde ook het Orchestre de chambre de Paris de benoeming aan van Vogt als nieuwe muziekdirecteur, met ingang van het seizoen 2020-2021. Vogt maakte opnamen, in 2004 ontving hij zowel de Brahms-Preis als de Echo Klassik, in 2006 won hij de “Großer Kulturpreis der rheinischen Sparkassen”, en in 2016 won hij de Würth-Musikpreis.
Mozart Piano Concertos Nos. 9 & 24 Lars Vogt Orchestre de Paris cd Ondine ODE 1414-2