“Richard Strauss, Oboe Concerto, Horn Concerto No. 1, Der Bürger als Edelmann Suite”, door het Copenhagen Philharmonic Orchestra o.l.v. Toshiyuki Kamioka, op het label Orchid Classics. Heerlijk!

Toshiyuki Kamioka en de Copenhagen Philharmonic namen drie van de meest sprankelende partituren van Richard Strauss op, het hoboconcert, met solist Andreas Fosdal, het eerste hoornconcert, gespeeld door Jakob Keiding, en de suite uit Der Bürger als Edelmann, gebaseerd op de 17e-eeuwse Molière-Lully-samenwerking “Le bourgeois gentilhomme”. Een programma vol stralende lyriek en goed humeur.

Strauss, Richard Georg. - WW2 Gravestone

Richard Strauss werd geboren op 11 juni 1864 in München. Zijn vader Franz, was de eerste hoornist van het Hoforkest in München en was vanaf 1871, hoogleraar aan de Academie. Zijn moeder Josephine kwam uit de befaamde Pschorr brouwersdynastie, één van de rijkste families van München. Geïnspireerd door de wens van zijn muzikale ouders, vooral van zijn vader, begon Richard met zes jaar te componeren. Later kreeg hij in München compositieles van kapelmeester Friedrich Wilhelm Meyer. Onder de leiding en suggestie van Meyer ontstonden o.a. de vroege stukken voor piano en liederen en later de eerste concerti en concertstukken, een grote sonate, een strijkkwartet, twee symfonieën en een serenade voor blazers. Zijn officiële op. 1 was een “Festmars” voor orkest, die hij componeerde op de leeftijd van… 12 jaar. Als hij 18 jaar oud was had Richard reeds 140 stukken gecomponeerd, waaronder 60 liederen, 40 pianowerken, “Elektra”! voor mannenkoor en klein orkest (1880) en een heus vioolconcerto (op. 8), in 1882, genoteerd in zijn schoolboek…Richard Strauss by

In 1882, begon Strauss zijn studie filosofie en kunstgeschiedenis aan de Universiteit van München. Deze brak hij echter snel weer af om zich te wijden aan een carrière als muzikant. En hoe! Reeds in 1883 werden de eerste werken van de jonge componist uitgevoerd in München, onder meer door de dirigent Hermann Levi. In 1883, ondernam hij een kunstreis die hem o.a. naar Dresden en gedurende enkele maanden naar Berlijn voerde. Tijdens deze reis legde hij belangrijke contacten, vooral met de dirigent en directeur van het Hoforkest in Meiningen, Hans von Bülow.

Begin 1882, gaf Richard Strauss in Wenen de eerste uitvoering van zijn vioolconcerto, waarbij hij zelf een pianoreductie van het orkestgedeelte speelde. Zijn leraar Benno Walter was de solist. Hij vertrok een jaar later naar Berlijn, waar hij kort studeerde voor hij een functie bekleedde als assistent-dirigent bij Hans von Bülow (foto), die enorm onder de indruk was van zijn Serenade (op. 7) voor blaasinstrumenten. Portrait of the composer Hans von Bülow (1830-1894), c #19782285

Strauss leerde de kunst van het dirigeren door Hans von Bülow tijdens de repetities te observeren. Bülow was nl. erg gesteld op de jongeman en besloot dat Strauss zijn opvolger moest worden als dirigent van het Hoforkest van Meiningen toen Hans von Bülow in 1885 ontslag nam. Strauss’ composities waren in die tijd schatplichtig aan de stijl van Robert Schumann of Felix Mendelssohn en trouw aan zijn vaders leer. Zijn hier opgenomen hoornconcert nr. 1 (“Waldhornkonzert”) uit 1882-1883 is representatief voor deze periode en is een hoofdbestanddeel van het hoornrepertoire geworden. Na zijn debuut als dirigent aan het theater in Meiningen in 1884 werd hij op advies van Hans von Bülow voor het seizoen 1885-1886 in München 2de kapelmeester naast Von Bülow zelf.Richard and the revolutionaries: why did lefties love Wagner? | Richard  Wagner | The Guardian

Na een tussenengagement in 1886 als 3de kapelmeester aan het hoftheater in München, talrijke concertreizen en een assistentschap in 1889 bij de Parsifal-uitvoeringen tijdens de Bayreuther Festspiele, werd hij in 1889 groothertogelijk hofkapelmeester in Weimar. In 1896 werd Strauss Hofkapellmeister in München. Algemeen erkend als dé grootmeester van het laatromantisch symfonieorkest, begreep Richard Strauss als niemand anders, hoe hij het rijk palet aan instrumentale kleuren kon gebruiken om passie en emoties weer te geven. Strauss deed dit in een reeks baanbrekende symfonische gedichten, waarbij hij opvallende personages als Don Juan, Tijl Uilenspiegel en Don Quichot als onderwerp koos…

In 1882-1883 componeerde Richard Strauss zijn Hoornconcerto nr. 1 in Es, op. 11, in twee versies, één met pianobegeleiding en één met orkest. De première met piano vond plaats in 1883, kort nadat de compositie werd voltooid met Bruno Hoyer, een leerling van Franz Strauss, als solist. De orkestversie ging in maart 1885, in Meiningen in première onder leiding van Hans von Bülow en de hoornpartij werd “mit Kolossaler sicherheit” (Richard Strauss), gespeeld door de hoornist, Gustav Leinhos.

Voor enkele van zijn neoklassieke werken, vond Richard Strauss inspiratie in de Franse barok, nl. voor zijn hier opgenomen “Bürger als Edelmann”, zijn Danssuite uit 1923, naar klavierstukken van François Couperin, en voor zijn Divertimento voor kamerorkest uit 1942, naar klavierstukken van Couperin, op. 86. Met “Le Bourgeois Gentilhomme”, presenteerden Molière en Lully voor de koning, een uitbundig Comédie-Ballet onder leiding van de “Troupe de Molière” met musici onder leiding van Lully, balletten van Pierre Beauchamp, decors van Carlo Vigarani, (“ingénieur du roi” en “intendant des plaisirs du roi”, bekend van de machinerie bij de opvoering van “Les Plaisirs de l’Île Enchantée” (1664) voor Louise de La Vallière), en Turkse kostuums van Laurent, chevalier d’Arvieux (1635-1702) (foto).

Oorspronkelijk had Strauss’ librettist, Hugo von Hofmannsthal, het idee om Molière’s toneelstuk Le bourgeois gentilhomme uit 1670 nieuw leven in te blazen, de plot te vereenvoudigen, een commedia dell’arte- gezelschap te introduceren, toneelmuziek toe te voegen en wat een lange avond zou worden af te sluiten met een nieuw geschreven stuk, een eenakter genaamd Ariadne auf Naxos. Dit idee werd, zoals gepland, werkelijkheid op 25 oktober 1912 in Stuttgart. Maar het was duidelijk dat het resultaat te lang en te duur was en dat velen in het publiek van het stuk niet geïnteresseerd waren in de opera, en omgekeerd.

Strauss en Hofmannsthal kozen er daarom voor om de twee werken volledig te scheiden. In het geval van de opera betekende dit dat Strauss er een nieuwe ‘Proloog’ voor componeerde om de aanwezigheid van de komieken te verklaren. (De herziene Ariadne auf Naxos ging vier jaar later in première en is sindsdien een succes.) Wat het stuk betreft, bedacht Hofmannsthal een einde dat dichter bij het origineel van Molière lag, waarbij Strauss zijn bestaande toneelmuziek aanvulde om de nieuwe conclusie te ondersteunen. Deze ging in première in 1917. Uit de verlengde toneelmuziek stelde Strauss zijn orkestsuite samen. Hij voltooide deze taak op eerste kerstdag 1917, en het resulterend concertwerk ging in april 1918 in Berlijn in première, onder leiding van Strauss zelf.

Het Hoboconcerto van Richard Strauss, opgedragen aan zijn vriend, de Zwitserse dirigent, Volkmar Andreae (1879-1962) (foto) en het Tonhalle Orchester Zürich, verscheen in 1947 in druk bij Hawkes & Son in Londen. Strauss kreeg in 1945, de vraag een hoboconcert te componeren van de Amerikaanse militair en hoboïst John de Lancie, die als burger speelde in een Pittsburghs orkest, en die Strauss bij hem thuis had bezocht toen hij vlak na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland was gelegerd. Strauss had op een vraag of hij al een hoboconcerto had geschreven geantwoord, dat dat niet het geval was. Echter in de maanden na het bezoek van De Lancie begon Strauss aan het concerto. De première vond plaats in Zürich in februari 1946, met de hoboïst Marcel Saillet als solist en het Tonhalle Orkest Zürich onder leiding van Volkmar Andreae.

Toshiyuki Kamioka werd in 1960 geboren in Tokio, waar hij directie, compositie, piano en viool studeerde aan de National University of Fine Arts & Music. In 1982 ontving hij de felbegeerde Ataka-prijs en twee jaar later ontving hij een Rotary International Fellowship om naar het conservatorium van Hamburg te gaan, waar hij directie studeerde bij Klauspeter Seibel. Gedurende seizoen 1985/6 was hij koorrepetitor bij Hoofstad Operette Amsterdam. Tussen 1987 en 1992 was hij korrepetitor en dirigent bij Theater Kiel, waar hij zijn eerste theaterervaring opdeed als repetitor voor solisten en als kapelmeester aan de Städtische Bühnen.

Van 1992 tot 1996 was Toshiyuki Kamioka de leidende kapelmeester van het Aalto Theater in Essen. Tussen 1996 en 2004 bekleedde hij de functie van algemeen muziekdirecteur bij het Hessisches Staatstheater in Wiesbaden. Gedurende de acht seizoenen van 1998 tot 2006 was Toshiyuki Kamioka chef-dirigent van de Nordwestdeutsche Philharmonie in Herford. Naast zijn verplichtingen als dirigent blijft Toshiyuki Kamioka het publiek verrassen met zijn subtiele interpretaties en virtuositeit als pianosolist.Maestro Kamioka was vanaf het seizoen 2004/2005 algemeen muziekdirecteur van het Wuppertal Symphony Orchestra (WSO). In 2009/10 veranderde hij van functie en werd chef-dirigent en artistiek leider. Tussen 2014 en 2016 bekleedde hij de functie van supervisor in Theater Wuppertal. In augustus 2011 maakte de WSO zijn debuut met Toshiyuki Kamioka in een uitverkocht optreden in het Concertgebouw Amsterdam, waar ze werden vergezeld door Tzimon Barto aan de piano tijdens het pianoconcert nr. 1 van Johannes Brahms.

Toshiyuki Kamioka was seizoen 2009/2010 algemeen muziekdirecteur van het Saarländisches Staatstheater in Saarbrücken. Hij trad in april 2015 in dienst bij het New Japan Philharmonic als artistiek adviseur en werd in september 2016 benoemd tot muziekdirecteur van de NJP. Toshiyuki Kamioka is sinds seizoen 2016/2017 chef-dirigent van het Copenhagen Philharmonic. Hij was gastdirigent in Duitsland, Japan, Frankrijk, Italië, Hongarije, Tsjechië, Nederland, Brazilië en Zweden en trad op als pianist in Duitsland, Italië en Japan. In 2010 ontving Toshiyuki Kamioka de Von der Heydt-Kulturpreis van Wuppertal. Begin 2011 kende de Music Pen-Club Japan hem de Concert Performance Prize toe voor zijn werk als dirigent van Japanse orkesten en als dirigent voor de tournee door Japan met de WSO. In 2014 ontving hij de Hideo Saito Memorial Fund Award 2013 .

Andreas Fosdal werd geboren in Kopenhagen en volgde zijn opleiding aan het Koninklijk Deens Conservatorium bij Bjørn Carl Nielsen en studeerde gelijktijdig bij onder meer Albrecht Mayer in Berlijn. Hij voltooide de solistenklas in Kopenhagen met een veelgeprezen debuutconcert in 2005, begeleid door het Zealand Symphony Orchestra en dirigent Jesper Nordin. Hier bracht hij het hoboconcert “Mercury” in première, speciaal voor hem gecomponeerd door de componist Morten Olsen, evenals het hoboconcert van Strauss. Sinds 2003 is Andreas Fosdal werkzaam als solohoboïst bij de Copenhagen Phil en is hij solist bij het orkest in een spannend repertoire variërend van barok tot hedendaagse muziek. Andreas is al vele jaren een actieve solist en kamermuzikant bij uiteenlopende ensembles als Yngre Strygere, DUEN en Athelas uit Kopenhagen.

Jakob Keiding is een prominente Deense hoornist die een succesvolle carrière heeft als kamer-, orkest- en solomuzikant en als docent. Sinds 1993 is hij solohoornist bij Copenhagen Phil, voorafgegaan door orkestbenoemingen bij het Deens Nationaal Symfonie Orkest en het Oostenrijkse Radio Symfonie Orkest. Als solohoornist gaf hij ook concerten en tournees met orkesten in Europa, Azië en Amerika. Van 2003-2009 gaf hij hoornles aan de Royal Academy of Music, Aarhus, en sinds 2013 doceert hij hoorn aan de Royal Danish Academy of Music. Hij heeft verschillende beurzen ontvangen, waaronder de Jacob Gades Scholarship, de Van Hauens Scholarship en de Anne Marie Mortensens Scholarship voor hogere studies in het buitenland.

Tracklist:

-Konzert für Oboe und Orchester TrV 292

  1. Allegro moderato – attacca
  2. Andante – attacca
  3. Vivace – Allegro

-Konzert für Horn und Orchester Nr. 1 Es-Dur op. 11

  1. Allegro
  2. Andante
  3. Allegro

-Der Bürger als Edelmann op. 60 (Suite für Orchester)

  1. Ouvertüre zum 1. Aufzug (Jourdain der Bürger)
  2. Menuett
  3. Der Fechtmeister
  4. Auftritt und Tanz der Schneider
  5. Das Menuett des Lully
  6. Courante
  7. Auftritt des Cleonte (nach Lully)
  8. Vorspiel zum 2. Aufzug (Intermezzo) (Dorantes und Dorimene Graf und Marquise)
  9. Das Diner (Tafelmusik und Tanz des Küchenjungen)

Richard Strauss Oboe Concerto Horn Concerto No. 1 Der Bürger als Edelmann Suite Copenhagen Philharmonic Orchestra Toshiyuki Kamioka cd Orchid Classics ORC100261

https://www.stretto.be/2020/10/22/ontdek-richard-strauss-tanzsuite-divertimento-door-new-zealand-symphony-o-l-v-jun-markl-op-het-label-naxos/