André Stufkens, Clemens Verhoeven, “Johan Maelwael en de gebroeders Van Lymborch Grondleggers van de Nederlandse schilderkunst”, een magnifieke uitgave van Walburgpers.

De magistrale getijdenboeken uit de “Très Riches Heures du duc de Berry” behoren wereldwijd tot de mooiste en bekendste miniaturen uit de middeleeuwen. Veel minder bekend is dat de kunstenaars ervan uit… Nijmegen kwamen. Zij waren met name de eerste Noord-Nederlandse schilders van Europese allure. De ateliers van de schilders-dynastie Maelwael-Van Lymborch waren vanaf 1366, in de hoofdstad van het hertogdom Gelre gevestigd. Rond 1400 traden Johan Maelwael en zijn drie jonge neven Herman, Paul en Johan van Lymborch, in dienst van de Franse koninklijke familie. Ze maakten pijlsnel carrière en werden de bestbetaalde kunstenaars van hun tijd!

De drie broers Jan, Herman en Paul van Lymborch werden ca. 1380-1385 geboren in de Burchtstraat in Nijmegen waar hun talent kon rijpen in het familieatelier van het kunstenaarsgeslacht Maelwael-Van Lymborch. Hun oom Jan Maelwael, schopte het tot hofschilder aan het Bourgondische hof in Dijon en de drie broers groeiden in dienst van Jean de France, de hertog van Berry in Bourges uit tot de best betaalde kunstenaars van hun tijd. Beroemde manuscripten van hun hand als Les Belles Heures en Les Très Riches Heures laten een onwaarschijnlijke verfijning en kleurkracht zien met een detaillering van de alledaagse middeleeuwse wereld, die mensen vandaag de dag nog immer raakt.

Jean de Berry, Jan van Valois, (1340-1416) (foto) was hertog van Berry en Auvergne en graaf van Poitiers en Montpensier. Hij was de derde zoon van Jan II van Frankrijk en Bonne van Luxemburg, zijn broers waren onder andere Karel V van Frankrijk, Lodewijk I van Anjou en Filips de Stoute. Paul, Herman en Johan reisden rond 1400 naar Parijs, waar ze handschriften illustreerden voor de hertog van Bourgondië, Philip de Stoute. Philips broer, de hertog van Berry, had tijdens familiebezoeken het werk van de gebroeders gezien en nam ze in dienst. De gebroeders maakten voor hem hun beroemdste schilderingen. De eerste grote opdracht was het illustreren van een getijdenboek, een verzameling gebeden, gewijd aan de Heilige Maagd Maria. Zo ontstond Les belles heures de Jean, duc de Berry.

Een tweede opdracht volgde, het maken van een uniek en ongekend rijk versierd getijdenboek. De titel luidde: Tres riches heures du duc de Berry. Vanuit Frankrijk kwamen de gebroeders Van Limburg/Van Lymborch nog een paar keer naar Nijmegen om familiezaken te regelen. Rond 1416 zijn ze kort na elkaar in Frankrijk overleden, waarschijnlijk aan de pest. Van de 66 grote miniaturen in het handschrift zouden er 35 van hun hand zijn en 25 van de 65 kleinere worden door moderne onderzoekers aan hen toegeschreven. Het manuscript bevindt zich in het Musée Condé, dat is ondergebracht in het subliem Kasteel van Chantilly.

Johan Maelwael (ca.1371-1415) kan beschouwd worden als grondlegger van de Nederlandse schilderkunst. We kennen geen namen van schilders voor zijn tijd met een dergelijk oeuvre en internationale faam. Toch is zijn naam in eigen land lang onbekend gebleven. Lang werd gedacht dat Jean Malouel, zoals hij in Frankrijk werd genoemd, een Franse kunstenaar was. In 1914 heeft de Nijmeegse archivaris Herman van Schevichaven weliswaar ontdekt dat Johan Maewael afkomstig was uit Nijmegen. Johan Maelwael groeide nl. op in een Nijmeegs kunstenaarsgeslacht dat in de wijde regio al een reputatie als heraldische schilders had verworven, want hun familienaam betekent ‘schildert goed’. Zijn vader Willem en oudoom Herman Maelwael vervaardigden voor hertog Willem I van Gelre (1364-1402) honderden pronkstukken, die hij meevoerde op zijn vele reizen, kruistochten en toernooien door heel Europa. In het familieatelier aan de Burchtstraat leerde Johan van jongs af aan vele ambachtelijke vaardigheden, zoals het beschilderen van stoffen voor paardendekens, vlaggen en wimpels. Maar ook het bewerken van steen, hout en edelmetalen.

Zijn talent viel op bij de Franse vorsten, waardoor hij in 1395 aan het hof in Dijon kwam werken, mogelijk zelfs al eerder. Een jaar later verkreeg hij van de Franse koningin Isabella van Beieren de opdracht stoffen te ontwerpen. Spoedig stelde Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, hem aan als zijn kamerheer en hoofd van de hertogelijke werkplaats in Dijon. Bij Johan Maelwael is de overgang zichtbaar van heraldisch kunstenaar naar autonoom kunstenaar met een veelvoud aan onderwerpen en vernieuwende technieken. Hij schilderde het eerste schilderij op doek (De vlindermadonna, nu in Berlijn), het eerste tondo (een rond schilderij, De grote ronde Pieta, nu in het Louvre) en vernieuwde de portretkunst. Door het veelkleurig beschilderen van stenen sculpturen, zoals de graftombe van Filips de Stoute en de beelden van de Mozesput verkregen deze een fel realistisch uiterlijk. De Mozesput in Dijon behoort nu tot het UNESCO Werelderfgoed. Johan Maelwael groeide uit tot de best betaalde kunstenaar van zijn tijd. Van zijn vele kunstwerken zijn er echter weinig bewaard gebleven.

Johan Maelwael haalde in 1398, zijn neven Herman, Paul en Johan van Lymborch naar Parijs voor een opleiding. Zij noemden zichzelf vaak ook Maelwael, naar hun succesvolle oom. Zijn invloed op het werk van de gebroeders Van Lymborch was groot. Binnen het familieatelier Maelwael-Van Lymborch werden regelmatig artistieke vondsten uitgewisseld, zodat tegenwoordig werken van zijn neven ook aan Maelwael worden toegeschreven en andersom.

André Stufkens en Clemens Verhoeven namen in 2002 het initiatief voor de terugkeer van de Maelwael-Van Lymborchs naar Nederland. Het resulteerde in de oprichting van de Stichting Maelwael Van Lymborch, waarin beiden bestuursfuncties bekle(ed)den, een keten van publieksactiviteiten, exposities, festivals, onderzoek, publicaties en de oprichting van het museum Gebroeders Van Lymborch Huis.

Sinds 2003, zet de stichting zich in om het uniek erfgoed van de familie Maelwael – Van Lymborch (voorheen aangeduid als Van Limburg) bekend te maken in Nijmegen en in geheel Nederland. In 2005 werd dit gedaan met de succesvolle expositie in Museum het Valkhof en daarna met het jaarlijkse ‘Gebroeders van Limburg festival’. In 2019 is het Gebroeders van Lymborch Huis geopend, een erfgoedhuis met culturele en educatieve kwaliteiten. Daar organiseert men het hele jaar door educatieve en culturele activiteiten in en vanuit het museumhuis.

Spraakmakende tentoonstellingen in het Louvre, J. Paul Getty Museum, Metropolitan Museum of Art, Valkhof Museum en Rijksmuseum hebben hun roem vergroot. Recent onderzoek heeft nieuwe inzichten opgeleverd waarvan vele voor het eerst worden gepubliceerd. Dit rijk in kleur geïllustreerd boek, met een voorwoord van de bekende Bart Van Loo, toont tientallen hoogtepunten uit hun fenomenaal oeuvre en vertelt het fascinerend verhaal van hun dramatische tijd en hun korte, maar veelbewogen levens. Magistraal!

André Stufkens (1955, Middelburg) was docent kunstgeschiedenis en is voorzitter van de Stichting Maelwael Van Lymborch Studies. Hij publiceerde o.a. prijswinnende uitgaven over kunst, Joris Ivens en filmarchieven en is editor van de internationale wetenschappelijke reeks Maelwael Van Lymborch Studies. Daarnaast is Stufkens voorzitter van de Europese Stichting Joris Ivens.

Clemens Verhoeven (1949-2023) was een zelfstandig publicist over culturele en lokale geschiedenis, onder andere over de Vierdaagse, de gebroeders Van Lymborch, de valkenjacht, re-enactment (‘Edelman-bedelman’), Katherina van Kleef en broederschappen. Daarnaast was Verhoeven bestuurslid van de Stichting Maelwael Van Lymborch.

André Stufkens, Clemens Verhoeven Johan Maelwael en de gebroeders Van Lymborch Grondleggers van de Nederlandse schilderkunst 204 bladz. geïllustreerd Walburgpers ISBN 9789464563313