Lisa Demets, “Breydel, het verhaal van een ambitieuze familie in middeleeuws Brugge”, een verrijkende, geïllustreerde uitgave van Vrijdag. Een revelatie!

Middeleeuwse figuren zoals Jan Breydel behoren nog steeds tot het collectief geheugen, maar dit is louter te wijten aan een toevallige samenloop van omstandigheden. In haar boek ontrafelt Lisa Demets, hoe de beenhouwerszoon, Jan Breydel gepromoveerd werd tot dé held van Vlaanderen…

Boudewijn met de IJzeren arm schaakte in 861 een koningsdochter en werd zo de eerste graaf van het drassig Vlaanderen aan de Noordzee. Het zou meer dan vijfhonderd jaar duren voor het graafschap overging in Bourgondische handen. De graven van Vlaanderen bouwden een machtig graafschap uit, onafhankelijk van Frankrijk. Toen de Bourgondische vorsten hun rijk uitbouwden, werd Vlaanderen daarvan de welvarendste regio. De Graven van Vlaanderen regeerden vanaf de 9de eeuw. Onder het Huis Valois werd Bourgondië stelselmatig uitgebreid met het graafschap Vlaanderen, het hertogdom Brabant, het graafschap Holland, het hertogdom Luxemburg, en met Elzas en Lotharingen. Onder het bewind van de hertogen Filips de Goede (1419-1467) en Karel de Stoute (1467-1477) werd het Bourgondisch rijk o.a. hét centrum van muzikale vernieuwing.

In die lange periode ontwikkelde Vlaanderen zich tot een van de rijkste en dichtstbevolkte gebieden van West-Europa, overdekt met een dicht netwerk van kloosters, jaarmarkten en steden, waar handel en nijverheid hoge toppen scheerden en Brugge uitgroeide tot de grootste handelsstad ten noorden van de Alpen. Tegen het eerste decennium van de 16de eeuw kwamen de Nederlanden in het bezit van de Oostenrijkse Habsburgers. Het graafschap Vlaanderen hield echter in 1795 op te bestaan, toen het door Frankrijk geannexeerd werd en opgesplitst werd in het Leiedepartement (het huidige West-Vlaanderen) en het Scheldedepartement (nu Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen).

Tussen 1300 en 1302 ging de Franse koning, Filips IV (foto) over tot een volledige bezetting van Vlaanderen. Het graafschap werd ingelijfd bij het kroondomein en Gwijde (Gui de Dampierre), de zoon van Margaretha van Constantinopel, en zijn zoon Robrecht III, bijgenaamd “De Leeuw van Vlaanderen”, werden in 1300 (opnieuw) gevangengenomen. Filips plaatste Vlaanderen onder het gezag van Jacques de Châtillon, en begon in heel Vlaanderen blijde intredes te doen. Dit stuitte echter op fel verzet van de klauwaarts en de steden, die hun privileges zagen slinken. In 1301 en 1302, waren er in verschillende steden opstanden, o.a. in Brugge met Pieter de Coninck.Bonifatius VIII (1235-1303) - En zijn 'Unam Sanctam' | Historiek

Paus Bonifatius VIII (foto), eveneens in conflict met de Franse koning, betuigde zijn steun aan Vlaanderen in de bul Ausculta fili. De opstand kwam onder leiding van de zonen van Gwijde, Jan van Namen en Gwijde van Namen en zijn neef Willem van Gulik. Toen een opstand in Brugge werd neergeslagen door de Châtillon, reageerden de opstandelingen op 18 mei 1302, met de Brugse Metten. Op 11 juli 1302 kwam het tot een gewapend treffen tussen een Frans ridderleger, aangevoerd door Robert II van Artesië, de oom van de Franse koningin, Johanna I van Navarra, en de Vlaamse ambachtsmilities onder leiding van Willem van Gulik nabij Kortrijk: de Guldensporenslag.

De Guldensporenslag, eigenl. De Slag bij Kortrijk, van 11 juli 1302, is een mythe in België en Vlaanderen. Die dag gebeurde dan ook het ondenkbare: een geïmproviseerde strijdmacht van Vlamingen, een voetleger vooral, bestaande uit ambachtslieden, versloeg het ridderleger te paard van de Franse koning, Filips de Schone. Het was een kantelmoment in de geschiedenis van West-Europa. Een beslissende etappe zelfs in de ontwikkeling van de ‘westerse beschaving’, die zegt: alle mensen, hoe nederig ook, hebben recht op respect, inspraak en medezeggenschap.

Mogelijk leidde Jan Breydel samen met Pieter de Coninck de Brugse Metten, een opstand tegen Filips IV de Schone die leidde tot de Guldensporenslag, hoewel dit voor beiden twijfelachtig is. Twee weken voordien immers was Pieter de Coninck met de dood bedreigd geweest door sommige Bruggelingen en moest hij vluchten naar Zeeland. Hij kwam pas terug, samen met Willem van Gulik, op 23 mei 1302, dus ná de Brugse Metten van 18 mei, en werd nu triomfantelijk in Brugge ingehaald. Van Jan Breydel was er in de kronieken aangaande de gebeurtenis weliswaar geen sprake.Geraardsbergenaars in 1302 present tijdens Guldensporenslag  (Geraardsbergen) | Het Nieuwsblad Mobile

In de 19de eeuw groeide Breydel door Hendrik Conscience’s boek “De leeuw van Vlaanderen” (1838) uit tot een held uit de vaderlandse geschiedenis, die een hoofdrol speelde gedurende de Guldensporenslag (ondanks het feit dat zijn aanwezigheid niet zeker is). De wijze waarop veel mensen zich Breydel voorstellen is dan ook gebaseerd op Conscience’s boek. Hij wordt er omschreven als een heldhaftige, maar opvliegende man die opkwam voor de rechten van de Vlamingen, minstens van de Bruggelingen. Dankzij Conscience’s levendige, maar geromantiseerde beschrijving, is Breydel uitgegroeid tot een van de bekendste Vlamingen, als gedeeltelijk historische en gedeeltelijk legendarische figuur.

Hij is bij het grote publiek beter bekend dan zijn compagnon Pieter de Coninck, terwijl andere volksleiders uit dezelfde tijd, zoals bv. de Vlaamse ambachtsman en burgemeester van Brugge, Jan Heem, bijna volledig onbekend zijn gebleven. Toen in 1867 de eerste Breydel- en De Coninck commissie werd opgericht was er nl. van Jan Heem geen sprake. Erevoorzitter van de Commissie, Hendrik Conscience, had immers in zijn De leeuw van Vlaanderen de figuur van Jan Heem over het hoofd gezien. De zestien beeldhouwers die aan de wedstrijd voor het standbeeld deelnamen, kregen alleen de figuren Breydel en De Coninck (foto’s) als onderwerp.

“Breydel, Het verhaal van een ambitieuze politieke familie in middeleeuws Brugge” brengt de geschiedenis achter de succesvolle branding van de Brugse familie Breydel. Middeleeuwse kronieken vormen de rode draad in dit verhaal over de weg naar de macht van de beroemdste Brugse beenhouwersfamilie in de 14de en 15de eeuw. Geen middeleeuwse familie is nl. zo alomtegenwoordig in het collectief geheugen als de familie Breydel. Er is het voetbalstadion, de ham en een telg pronkt zelfs stoer op een standbeeld op de Grote Markt in Brugge. Of hun voorvader nu werkelijk een rol heeft gespeeld tijdens de Guldensporenslag op 11 juli 1302 is nog steeds voer voor discussie, maar de Brugse Breydels verlieten het slagveld alvast symbolisch als winnaars. Dit boek brengt in 3 uitvoerige delen, de geschiedenis van de Brugse familie Breydel.

Lisa Demets (1991) is als cultuurhistoricus van de late middeleeuwen verbonden aan de Universiteit Gent. Ze onderzoekt de rol van geschiedschrijving in de middeleeuwse maatschappij en werkte mee aan de televisieserie Het verhaal van Vlaanderen en de podcastreeks De vorstinnen van Vlaanderen.

Lisa Demets, Breydel, het verhaal van een ambitieuze familie in middeleeuws Brugge 265 bladz. geïllustreerd uitg. Vrijdag ISBN 9789464341799