“Sigiswald Kuijken Solo – Abel Bach Baltzar Biber Ortiz – viola da gamba violin violoncello da spalla clavichord” en “Wolfgang Amadeus Mozart Chamber Music”, op het label Accent.

Het werk van Sigiswald Kuijken heeft generaties oude muziekmuzikanten beïnvloed. Naast zijn preoccupatie met barokmuziek, waren de werken van Mozart altijd van bijzonder belang voor Kuijken. Ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van de musicus heeft het Accent-label, dat al lang aan hem verbonden is, al zijn kamermuziekopnamen van Mozart samengebracht in een unieke box van 8 cd’s.

Sigiswald Kuijken is een van de belangrijkste pioniers van de oude muziekscene en vierde op 16 februari 2024 zijn 80ste verjaardag. Gedurende zijn hele leven ging zijn visie veel verder dan het conventioneel ‘klassiek’ vioolspel. Als student was hij al bezig met barokspeeltechnieken op de viool en ontwikkelde als belangrijke mijlpaal in het historisch spel, het vioolspel zonder steun en kinsteun, waarbij het instrument vrij op de schouder rustte. Hij had op jonge leeftijd al viola da gamba leren spelen door zelfstudie. In 2004 pleitte hij voor het eerst voor de heropleving van de cello da spalla en bespeelde hij de op de schouder bespeelde cello, het eigenlijke basso continuo-instrument in de barokperiode en in de loop van de geschiedenis volledig vergeten.

Sigiswald Kuijken, geboren in 1944 in Dilbeek, studeerde viool aan de conservatoria van Brugge en Brussel en voltooide zijn studie aan het laatstgenoemd instituut bij Maurice Raskin in 1964. Hij kwam al op zeer jonge leeftijd in aanraking met oude muziek, samen met zijn broer Wieland. Zelf studeerde hij grondige kennis van specifieke 17de- en 18de-eeuwse speeltechnieken en conventies van interpretatie op viool en viola da gamba. Dit leidde tot de introductie in 1969 van een meer authentieke vioolmethode, waarbij het instrument niet langer onder de kin werd vastgehouden, maar lag vrij op de schouder. Dit zou een cruciale invloed hebben op de aanpak van het vioolrepertoire en werd daarom door veel spelers overgenomen in de vroege jaren zeventig. Van 1964 tot 1972 was Sigiswald Kuijken lid van het in Brussel gevestigd Alarius Ensemble (met broer Wieland Kuijken, Robert Kohnen en Janine Rubinlicht), dat optrad in heel Europa en in de Verenigde Staten. Daarna voerde hij individuele kamermuziekprojecten uit met een aantal barokmuziekspecialisten, waaronder zijn broers Wieland en Barthold, Robert Kohnen, Gustav Leonhardt, Frans Bruggen, Anner Bylsma en René Jacobs.

In 1972 richtte hij met de aanmoediging van Deutsche Harmonia Mundi en Gustav Leonhardt, het barokorkest La Petite Bande op, dat sindsdien talloze concerten heeft gegeven in Europa, Australië, Zuid-Amerika, China en Japan, en vele opnames heeft gemaakt voor een aantal van labels (waaronder Deutsche Harmonia Mundi, Seon, Virgin, Accent, Denon, Hyperion en Challenge). In 1986 richtte hij het Kuijken String Quartet op (met François Fernandez, zijn echtgenote Marleen Thiers en Wieland Kuijken), dat is gespecialiseerd in de kwartetten en kwintetten (met Ryo Terakado als eerste violist) van de klassieke periode. Opnamen van kwartetten en kwintetten door Mozart en Haydn zijn verschenen op Denon. Sinds 1998 brengt Sigiswald Kuijken af en toe twee generaties Kuijken (zijn dochters Veronica en Sara en zijn broer Wieland) samen om strijkkwartetten uit latere perioden te spelen (Debussy, Schumann, Beethoven, Schubert) vaak gecombineerd met liederen van Marie Kuijken, sopraan (en ook dochter van Sigiswald) en Veronica Kuijken, piano. Er zijn opnamen gemaakt van de twee generaties voor Arcana en Challenge Records.

In 2004 bracht Sigiswald Kuijken de praktische uitvoering van de Violoncello da spalla opnieuw in concerti en opnamen van Bach en Vivaldi (schoudercello, zeer waarschijnlijk het instrument dat Bach in gedachten had bij het componeren van zijn zes suites voor cellosolo). Van 1971 tot 1996, doceerde Sigiswald Kuijken barokviool aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en van 1993 tot 2009 aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Brussel. Daarnaast is hij al vele jaren gevraagd als gastdocent bij een aantal instellingen (waaronder het Royal College of Music in Londen, de universiteit van Salamanca, de Accademia Chigiana in Siena, het Conservatorium van Genève, de Musikhochschule van Leipzig). Sinds 1998 dirigeert Sigiswald Kuijken af en toe “moderne” symfonieorkesten in romantische programma’s (Beethoven, Schumann, Brahms, Mendelssohn). Op 2 februari 2007 ontving Sigiswald Kuijken een eredoctoraat van de K.U. Leuven en kreeg in februari 2009 de prestigieuze “Life Achievement Award van de Vlaamse overheid”. In december 2015 ontving hij de ‘Gouden medaille van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten’ en in januari 2016 ontving hij de ‘Klara-carrièreprijs’.

Ter gelegenheid van zijn jubileum presenteert hij met de cd “Solo”, een zeer persoonlijke opname waarin hij “zijn drie instrumenten”, de viool, de viola da gamba en de violoncello da spalla, bespeelt in onbegeleide solowerken. Als persoonlijke traktatie speelt Kuijken zelfs ook de Allemande uit Bachs Cellosuite BWV 1008 in een verfraaide versie op het clavichord, zoals de componist zelf deze solosuites waarschijnlijk thuis uitvoerde toen hij privé muziek speelde voor familie, vrienden en collega’s. Op het programma van de cd “Sigiswald Kuijken – Solo”, staat werk van Diego Ortiz (1510-1558), Thomas Baltzar (1630-1663), Heinrich Ignaz Biber (1644-1704), Johann Sebastian Bach (1685-1750) en Carl Friedrich Abel (1723-1787).

Tracklist:

Diego Ortiz: 4 Recercadas

Thomas Baltzar: Prelude G-Dur & Allemande c-moll

Heinrich Ignaz Franz Biber: Passacaglia aus Rosenkranz-Sonate Nr. 16

Johann Sebastian Bach: Bourrees I & II, Sarabande & Gigue aus der Cellosuite BWV 1009; Allemande aus der Cellosuite BWV 1008; Allemanda, Corrente & Sarabanda aus der Partita für Violine BWV 1004

Carl Friedrich Abel: Sonate G-Dur

Het werk van Sigiswald Kuijken heeft generaties oude-muziekmusici beïnvloed. Naast zijn interesse in barokmuziek waren de werken van Mozart altijd bijzonder interessant voor Kuijken. Ter gelegenheid van de 80e verjaardag heeft het label Accent, dat al lange tijd met hem verbonden is, al zijn kamermuziekopnames van Mozart samengebracht in een uitgebreide 8-cd box.

Onderweg naar Parijs verbleef Mozart in 1777 in Mannheim. Daar had hij contact met een amateur fluitist Ferdinand Dejean (foto), een rijke en vooraanstaande chirurg die voorheen actief was in Nederlands-Indië. Hoewel Mozart naar eigen zeggen niet echt hield van de klank van het instrument, hij hield nl. niet van de traverso in hout, die volgens hem meer lucht dan klank produceerde, componeerde hij in opdracht van Dejean, meesterlijke fluitkwartetten.

De fluit was in de 18de eeuw samen met de cello, een geliefd en populair instrument. Mozart componeerde zijn fluitkwartetten (voor fluit, viool, altviool en cello) in de concertante, galante, “Empfindsame” stijl van de Mannheimse School. De jonge Mozart componeerde tussen 1777 en 1778 in Mannheim, drie van zijn vier Fluitkwartetten, in opdracht van de Nederlandse amateurfluitist Ferdinand Dejean. Rond dezelfde tijd begon hij trouwens ook aan zijn beroemd geworden Concerto voor fluit en harp.

Dejean beloofde in december 1777 aan Mozart 200 gulden voor drie korte, gemakkelijke fluitconcerti en enkele fluitkwartetten. Mozart leverde onder grote tijdsdruk drie kwartetten af en twee concerti en ontving daarom maar 96 gulden. In 1777 en 1778 bezocht Dejean Mannheim, vermoedelijk om zijn vriend Johann Martin Römer te bezoeken. In Mannheim ontmoette Dejean Mozart. De prachtige composities die wij aan deze opdracht te danken hebben zijn Mozarts fluitkwartetten KV 285, KV 285a, KV258b, de twee fluitconcerti KV313, KV314 en het Andante voor fluit en orkest KV 315. Dat Dejean een fervent fluitist was weten we omdat diverse dwarsfluiten die in zijn nalatenschap werden gevonden.

In de periode 1763-1766, componeerde de kleine Mozart, vier Sonaten voor klavier en viool KV. 6-9. Deze werden gevolgd door zes vioolsonaten met cello ad libitum (KV.10-15), en nog eens zes sonaten zonder een eventuele cellopartij KV. 26-31. Tussen 1777 en 1787, componeerde hij de Vioolsonaten nrs. 17-36. Mozarts eerste vier sonaten voor klavier en viool, KV. 6-9 behoren tot zijn vroegste werken. Ze werden gecomponeerd tussen 1762 en 1764. Ze omvatten verschillende van zijn primeurs als componist. Het waren nl. zijn eerste werken met viool, zijn eerste werken voor meer dan één enkel instrument, zijn eerste werken in meer dan één beweging, en het waren zijn eerste werken in de sonatevorm. Tot dan toe had hij enkel voor solo klavecimbel gecomponeerd. Mozart zou tussen de zes en acht jaar oud zijn geweest toen hij deze sonaten componeerde. Daarom wordt verondersteld dat vader, Leopold ze heeft genoteerd. Alle vier van deze vroege sonaten worden immers bewaard in Leopolds handschrift.

De vroege vioolsonaten van Mozart zijn duidelijk nog klaviersonaten met vioolbegeleiding, wat trouwens duidelijk wordt door de oorspronkelijke titel, “Sonates pour le clavecin qui peuvent se jouer avec l’accompagnement de violon”. Het is dus legitiem om deze werken ook alleen op een klavier uit te voeren. Bij het componeren van deze vroege sonaten is Mozart mogelijks beïnvloed door de Duitse klavecinist en componist, Johann Schobert (foto), die in Parijs woonde en werkte, toen de Mozarts daar in november 1763 arriveerden. Schobert was daar in dienst van Louis François de Bourbon-Conti en had al klaviersonaten gepubliceerd met vioolbegeleiding (voor cembalo met viool ad libitum en viool obbligato). Deze dienden mogelijks als model voor de jonge Mozart. Mozart arrangeerde overigens bewegingen van Schobert in zijn eerste pianoconcerti.

Vioolsonaten waren in de eerste plaats pianosonaten met toevoeging van een (begeleidend) solo-instrument, dat grotendeels de rechterhand van de pianopartij volgde. Pas later groeide het genre uit tot volwaardige kamermuziek met een muzikaal, Hegeliaanse, dialectische wisselwerking en dialoog tussen twee even belangrijke partijen. In zijn vioolsonates volgde Beethoven, Mozart, die als eerste begon met het ontwikkelen van de viool van een eerder begeleidende naar een gelijkwaardige partner van de piano. De Vioolsonate nr. 19 in Es (KV 302/293b) werd gecomponeerd in maart 1778 in Mannheim, en werd voor het eerst gepubliceerd in hetzelfde jaar als onderdeel van Mozarts Opus 1-collectie, die was opgedragen aan Maria Auguste Elisabeth (1721-1794 (foto), keurvorstin van de Palts, de echtgenote van Karl IV Theodor, en die daarom bekend staan als de 6 “Palatijnse Sonates”, KV. 301-306.

Naast symfonieën en concerti, componeerde de jonge Mozart voor instrumentale ensembles, ook meerdelige werken. Zijn meesterlijk gecomponeerde Divertimenti, men noemde het genre ook serenade, cassation, notturno of Nachtmusik, waren bedoeld als “Unterhaltungsmusik”. De vroege serenades van o.a. Haydn, Mozart en Salieri, Leopold Mozart, Carl Stamitz en Boccherini, introduceerden graag blaasinstrumenten (hobo’s, fagotten, hoorns en of klarinetten), zoals geschikt voor muziek in open lucht. Divertimenti of serenades werden als “Tafelmusik“ of „Freiluftmusik“ gespeeld. Maar, met de komst van de Serenade in de concertzaal werden almaar meer strijkers toegevoegd om een meer orkestrale klank te bereiken. Dit was reeds het geval in Mozarts tijd.Die Harmoniemusik - Brawoo

Stadt Salzburg - Mirabellgarten

Harmoniemusik North America

Serenades (of zomernachtmuziek) in open lucht waren sinds het begin van de 18de eeuw erg populair in Salzburg. Het was nl. leuk en puur entertainment. Mozart componeerde zijn eerste serenade op 13-jarige leeftijd en maakte zichzelf tot een onmisbaar onderdeel van de zomeractiviteiten in Salzburg. De Serenade voor strijkers nr. 13 in G, KV 525 uit 1787, bv. is bekend onder de naam “Eine kleine Nachtmusik”. Ze werd gecomponeerd voor een kamermuziekensemble bestaande uit twee violen, altviool en cello, eventueel aangevuld met een contrabas. Maar ook deze serenade wordt vaak uitgevoerd door een strijkorkest. “Eine kleine Nachtmusik” is één van de populairste werken geworden van Mozart. Het is niet bekend waarom of voor wie Mozart deze serenade componeerde. Hij componeerde ze ten tijde van zijn opera, Don Giovanni, maar de serenade werd pas in 1827, 36 jaar na Mozarts overlijden, gepubliceerd.

Inhoud Chamber Music:

CD 1 & 2:

Palatines Sonatas (KV. 301-306)

CD 3 & 4:

Auernhammer Sonatas (KV 296,376-380)

CD 5:

Late Vienna Sonatas (KV.454, 481, 526)

CD 6:

Flute Quartets

CD 7 & 8:

Cassationen KV 63, 99 & 205

Divertimenti KV 136-138 “Salzburger Symphonien”

Divertimento KV 205

Serenade Nr. 13 “Eine kleine Nachtmusik” KV 525

De uitvoerders zijn Barthold (traverso), Wieland (cello) en Sigiswald Kuijken (viool), Lucy van Dael (altviool), Luc Devos (pianoforte) en La Petite Bande o.l.v. Sigiswald Kuijken.

Sigiswald Kuijken Solo – Abel Bach Baltzar Biber Ortiz viola da gamba iolin, violoncello da spalla, clavichord cd Accent ACC 24400

Wolfgang Amadeus Mozart Chamber Music Sigiswald Kuijken Barthold Kuijken Wieland Kuijken Luc Devos Lucy van Dael La Petite Bande 8 cd Accent 24401