“Mozart, Complete Sonatas For Keyboard And Violin”, door Rachel Podger, viool en Gary Cooper, klavier, op het label Channel Classics. Hemels!

Channel Classics bracht de 8 cd’s met Mozarts complete Sonates voor klavier en viool nu uit in een box. Rachel Podger en Gary Cooper laten deze moeilijke muziek moeiteloos, geestig en elegant klinken op de allereerste opname van de complete sonates op historische instrumenten. De opname van vroege, midden- en late sonates geeft een evenwichtig overzicht van Mozarts muziek voor viool en klavier. Elke sonate valt op zichzelf op en onthult een momentopname van zijn ontwikkelende persoonlijkheid. Van de originele releases zei Gramophone Magazine dat “het onmogelijk is om de individualiteit, vitaliteit en toewijding van hun optredens te negeren”, terwijl BBC Music Magazine opmerkte dat dit “karakteristiek intelligente en inzichtelijke uitvoeringen” zijn.

Mozart was een begaafd klavierspeler maar hij was vanaf zijn vroegste jaren door zijn vader Leopold, opgeleid als een dubbeltalent. Hij speelde nl. zowel klavecimbel als viool. De populariteit van zijn sonates, variaties en concerti voor piano heeft weliswaar de neiging zijn vioolcomposities te overschaduwen, maar de eerste klanken die hij als kind hoorde kwamen van de viool van zijn vader. Wolfgang hoorde hem het instrument stemmen, zag hem af en toe nieuwe snaren opzetten, spelen, repeteren. En natuurlijk hoorde hij Leopold zijn viool prijzen en commentaar geven op de muziek. Tot Wolfgang in 1781, naar Wenen verhuisde, had de klank van de viool hem vrijwel elke dag van zijn leven begeleid.

Naast de complete 36 sonaten, bevat de box ook een Allegro KV372, de 6 Variations in G minor, ‘Hélas, j’ai perdu mon amant’ K.374b, de Fantasia in C minor, K396 en de 12 Variations in G op ‘La Bergère Célimène, K374a (K359). Rachel Podger bespeelt een viool van Pesarinius uit 1739, en Gary Cooper bespeelt zowel een pianoforte naar Anton Walter uit 1795, in 1987, gebouwd door Derek Adlam (CD1-7) als een klavecimbel van Jacob Kirckman 1766 (CD8).

Vioolsonaten waren in de eerste plaats pianosonaten met toevoeging van een (begeleidend) solo-instrument, dat grotendeels de rechterhand van de pianopartij volgde. Pas later groeide het genre uit tot volwaardige kamermuziek met een muzikaal, Hegeliaanse, dialectische wisselwerking en dialoog tussen twee even belangrijke partijen. In zijn vioolsonates volgde Beethoven, Mozart, die als eerste begon met het ontwikkelen van de viool van een eerder begeleidende naar een gelijkwaardige partner van de piano.

In de periode 1763-66, componeerde de kleine Mozart, vier sonaten voor klavier en viool K. 6-9. Deze werden gevolgd door zes vioolsonaten met cello ad libitum (K.10-15), en nog eens zes sonaten zonder een eventuele cellopartij K. 26-31. Tussen 1777 en 1787, componeerde Mozart de vioolsonaten nrs. 17-36. de traditie van de ‘Sonate voor klavier met vioolbegeleiding’. Geboren in het midden van het Verlichtingstijdperk, bleef dit concept bloeien in het tijdperk van het vroeg Weens classicisme, zelfs al startte Mozart, lang voor Beethoven, een steeds levendiger gesprek tussen de twee instrumenten.

Mozarts eerste vier sonaten voor klavier en viool, K. 6-9 behoren tot zijn vroegste werken. Ze werden gecomponeerd tussen 1762 en 1764. Ze omvatten verschillende van zijn primeurs als componist. Het waren nl. zijn eerste werken met viool, zijn eerste werken voor meer dan één enkel instrument, zijn eerste werken in meer dan één beweging, en het waren zijn eerste werken in de sonatevorm. Tot dan toe had hij enkel voor solo klavecimbel gecomponeerd. Mozart zou tussen de zes en acht jaar oud zijn geweest toen hij deze sonaten componeerde. Daarom wordt verondersteld dat vader, Leopold ze heeft genoteerd. Alle vier van deze vroege sonaten worden immers bewaard in Leopolds handschrift.

De vroege vioolsonaten van Mozart zijn duidelijk nog klaviersonaten met vioolbegeleiding, wat trouwens duidelijk wordt door de oorspronkelijke titel, “Sonates pour le clavecin qui peuvent se jouer avec l’accompagnement de violon”. Het is dus legitiem om deze werken ook alleen op een klavier uit te voeren. Bij het componeren van deze vroege sonaten is Mozart mogelijks beïnvloed door de Duitse klavecinist en componist, Johann Schobert (foto), die in Parijs woonde en werkte, toen de Mozarts daar in november 1763 arriveerden.

Schobert was daar in dienst van Louis François de Bourbon-Conti en had al klaviersonaten gepubliceerd met vioolbegeleiding (voor cembalo met viool ad libitum en viool obbligato). Deze dienden mogelijks als model voor de jonge Mozart. Mozart arrangeerde overigens bewegingen van Schobert in zijn eerste pianoconcerti.

Mozarts zes sonaten voor klavier en viool, K. 26-31, werden begin 1766 in Den Haag gecomponeerd. Ze waren opgedragen aan prinses Caroline van Nassau-Weilburg (foto) ter gelegenheid van de achttiende verjaardag van haar broer, Willem (Batavus) de Prins van Oranje, en werden gepubliceerd als “Opus 4” van Mozart. Zij waren de kinderen van stadhouder Willem IV en prinses Anna van Hannover. Deze werken tonen een meer ontwikkelde componeertechniek ten opzichte van de reeksen voor Parijs (KV 6-9) en Londen (KV 10-15), hoewel, net als bij de andere, het klavier domineert en de viool als optioneel kan worden beschouwd. Mozart componeerde de drie reeksen begeleidde sonaten terwijl hij door Noordwest-Europa trok. Deze soort van sonaten was niet populair in Salzburg. Mozart zou pas opnieuw naar het genre grijpen in 1777-1778, tijdens een reis naar Mannheim en Parijs.

De Vioolsonate nr. 19 in Es (K 302/293b) werd gecomponeerd in maart 1778 in Mannheim, en werd voor het eerst gepubliceerd in hetzelfde jaar als onderdeel van Mozarts Opus 1-collectie, die was opgedragen aan Maria Auguste Elisabeth (1721-1794 (foto), keurvorstin van de Palts, de echtgenote van Karl IV. Theodor, en die daarom bekend staan als de 6 “Palatijnse Sonates”, K. 301-306. De Vioolsonate nr. 27 in G (K. 379/373a) met een thema en variaties, en de Sonate nr. 25 in F, K377 werden beide gecomponeerd in 1781 en voor het eerst gepubliceerd in hetzelfde jaar. De Vioolsonate nr. 32 in Bes (K. 454) werd gecomponeerd in Wenen in 1784. Ze werd samen met de pianosonates K. 284 en K. 333 uitgegeven door Christoph Torricella, als een groep van drie sonates.

Deze sonate werd gecomponeerd voor de Italiaanse vioolvirtuoze, Regina Strinasacchi (ca. 1761-1839) uit Mantua, een gewezen leerlinge van Vivaldi’s Ospedale della Pietà in Venetië, om door haar, samen met Mozart, te worden uitgevoerd tijdens een concert in het Kärntnerthor Theater in Wenen op 29 april 1784. Hoewel Mozart de pianopartij in zijn hoofd had, had hij niet genoeg tijd om de partij uit te schrijven, en dus werd het uitgevoerd met een blad blanco muziekpapier voor zich… Volgens Mozarts weduwe Constanze, zag keizer Jozef II de lege bladmuziek door zijn operabril en liet hij de componist komen met zijn “manuscript”, waarna Mozart de waarheid moest bekennen.

De Duits-Britse violiste Rachel Podger (1968) werd opgeleid aan een Duitse Rudolf Steiner school en keerde daarna naar Engeland terug om te studeren bij Perry Hart aan de “Guildhall School of Music and Drama” bij David Takeno, Pauline Scott en Micaela Comberti. Tijdens haar studie was ze medeoprichtster van de barokke kamermuziek ensembles “The Palladian Ensemble” en “Florilegium”, en werkte ze met ensembles met historische instrumenten, zoals het “New London Consort” en “London Baroque”. Podger was de leider van het “Gabrieli Consort and Players” en later, van 1997 tot 2002, van “The English Concert”. Ze toerde vaak als soliste met Vivaldi’s “Le Quattro Stagioni” en “Grosso Mogul”-concerti. In 2004 nam ze het gastdirectoraat op van het “Orchestra of the Age of Enlightenment”, dat ze opende met een tournee door de Verenigde Staten met de Brandenburgse concerto’s van Bach. Ze werkt momenteel ook als gastdirigente van “Arte dei Suonatori” (Polen), van “Musica Angelica” en “Santa Fe Pro Musica”, beide in de Verenigde Staten, en als soliste bij “The Academy of Ancient Music”.

Podger is ook professor barokviool aan de “Guildhall School of Music and Drama” en het “Royal Welsh College of Music and Drama”, en doceert ook regelmatig aan de “Hochschule für Künste” in Bremen. In september 2008 nam ze de nieuw opgerichte Micaela Comberti-leerstoel voor barokviool aan de “Royal Academy of Music” in Londen op (Micaela Comberti (1952-2003) was haar jong overleden lerares), en werd ze professor barokviool aan de Koninklijke Deense muziekacademie in Kopenhagen. Als ze niet toert met verschillende ensembles, werkt Podger in Brecon/Powyn, Zuid-Wales, om jonge muzikanten te helpen met het “Mozart Music Fund”, dat ze in 2006 heeft opgericht, en waar ze workshops geeft en recitals speelt. In 2006 richtte ze ook het “Brecon Baroque Music Festival” op, dat sindsdien elk jaar wordt gehouden. Podger bespeelt een viool gebouwd in Genua in 1739 door Pesarinius, een latere leerling van Antonio Stradivari. Ze speelde aanvankelijk op een Stradivarius-copie uit 1988 van Rowland Ross en heeft Haydn en Mozart opgenomen op de Crespi Stradivarius uit 1699.

Gary Cooper (1968) studeerde orgel en klavecimbel aan Chetham’s School of Music, het John Loosemore Centre en New College, alwaar hij cum laude afstudeerde. In 1990, nog tijdens zijn studententijd, richtte hij de New Chamber Opera in Oxford op. Hij dirigeerde er meerdere concerten, waaronder een met het volledige cantaterepertoire van Rameau. Tussen 1992 en 2000 maakte hij deel uit van het barokensemble Trio Sonnerie, ook wel bekend als Ensemble Sonnerie, dat diverse concerten in Europa en de Verenigde Staten heeft gegeven. Cooper maakte in 2000 zijn solodebuut in Wigmore Hall, waar hij Bachs Das wohltemperierte Klavier uitvoerde. Hij gaf onder meer optredens op het International Händel Festival in Halle, WDR Herne Festival, Nordic Baroque Festival en in concertzalen in Amsterdam, Madrid en Santiago. Tijdens deze tournee speelde hij de volledige compositie van Das wohltemperierte Klavier en de Goldbergvariaties (BWV 988). In 2001 werd hij door de Britse krant The Times uitgeroepen tot “Beste nieuwkomer in de klassieke muziek”. Ook ging hij toen aan de slag als muziekdirecteur van de New Kent Opera. In 2002 gaf hij optredens met violist Andrew Manze.

Cooper heeft tevens internationale ensembles gedirigeerd, zoals Akademie für Alte Musik Berlin, Irish Baroque Orchestra, Hanover Band, English Touring Opera, Ensemble Cordia, The King’s Consort, Holland Baroque en het grootste Canadese ensemble Arion Baroque Orchestra. Met hen voerde hij onder meer Mozarts Die Entführung aus dem Serail en Händels Alcina op. Ook met Rachel Podger treed hij internationaal op. Met haar won hij in 2009 de Diapason d’or en in 2020 tevens de Gramophone Editor’s Choice-prijs. Verder is hij artistiek manager van het Belgische ensemble B’Rock Orchestra. Met B’Rock speelde hij onder meer op het Festival van Vlaanderen en de Innsbrucker Festwochen der Alten Musik, evenals optredens in Brugge, Utrecht, Potsdam en verschillende plaatsen in het Verenigd Koninkrijk. Naast musicus en dirigent is hij leraar op het Royal Welsh College of Music & Drama en Conservatorium van Birmingham, waar hij lesgeeft in klavecimbel en fortepiano.

Mozart Complete Sonatas For Keyboard And Violin Rachel Podger Gary Cooper 8 cd Channel Classics CCSBOX7824