“Florent Schmitt, La Tragédie de Salomé & Chant Elégiaque”, door het Frankfurt Radio Symphony Orchestra o.l.v. Alain Altinoglu, op het label Alpha. Meesterlijk!

Florent Schmitt (1870-1958), bekend van Psaume XLVII voor sopraan, gemengd koor, orgel en orkest, op. 38 en “La tragédie de Salomé”, op. 50, was een opvallend originele componist wiens invloeden even gevarieerd waren als zijn eigen rusteloze en fantasierijke muziek. Met deze cd laat Alain Altinoglu zijn meesterwerk ontdekken.

Na zijn eerste muzieklessen in Nancy (hij werd geboren in Blâmont (Blankenberg in Lothringen) in het departement Meurthe-et-Moselle), studeerde Florent Schmitt (foto) harmonie, contrapunt, fuga en compositie aan het Conservatorium van Parijs bij Lavignac, André Gedalge, Massenet en Fauré. In 1900 won hij de Prix de Rome met zijn cantate (Scène lyrique), “Sémiramis”, op een tekst van de broers Eugène (1854-1923) en Edouard Adenis (1867-1952). Na zijn verblijf in de Villa Medici in Rome, maakte hij concertreizen door Duitsland – waar hij zijn evocatie van 8 Duitse steden (“Reflets de l’Allemagne huit valses pour piano à 4 mains”, op. 28), componeerde. Hij was samen met Ravel, Fauré, de componist en criticus, Émile Vuillermoz, Louis Aubert, Charles Koechlin en de nu vergeten organist en componist, Jean Huré, medeoprichter van de “Société musicale indépendante”, was lid van de “Société nationale de musique”, en van de kunstenaarsclub, “Les Apaches” (foto), opgericht in 1902. Van 1921 tot 1924 gaf hij les aan het conservatorium van Lyon en van 1929 tot 1939 was hij chroniqueur van de krant Le Temps. Vanwege zijn collaboratie met de Vichy-regering werd hij echter na de Bevrijding genegeerd en werd zijn werk nauwelijks meer uitgevoerd.

Florent Schmitt was niet alleen één van de origineelste en invloedrijkste, Franse componisten van zijn tijd, hij was ook een formidabel pianist. Zijn pianomuziek is dan ook kleurrijk, vol avontuurlijke harmonische innovatie, stilistische bravoure en goed humeur. Het piano oeuvre van Schmitt bevat o.a. “Musiques foraines” op. 22, “Ombres” op. 64 en “Mirages” op. 70. Florent Schmitt beoefende alle mogelijke pianistische genres, van subtiel eenvoudig tot heel virtuoos. Hij noteerde zijn vaak complexe pianomuziek soms op drie tot wel vier notenbalken.

In 1907 componeerde Florent Schmitt muziek ter begeleiding van een ‘mimodrame’, gedanst door Loie Fuller, “La Tragedie de Salome”. Zijn partituur barst van kleur, energie en wellust – en ook van oosterse invloeden die voortkwamen uit zijn reizen naar Marokko en Constantinopel, waar hij de fascinerende derwisjen ontdekte. In de slotscène is trouwens het hartverscheurend ‘Chant d’Aica’ te horen, een oosterse melodie gezongen door een sopraan. Deze muziek, hoewel gedurfd en modern voor de luisteraars van 1907, wekte niettemin de bewondering op van Igor Stravinsky, aan wie Schmitt de Symfonische Suite opdroeg die hij vervolgens uit het werk arrangeerde. Alain Altinoglu, aan het roer van het Frankfurt Radio Symphony Orchestra waarvan hij sinds 2021 muziekdirecteur is, heeft er weliswaar voor gekozen om de originele versie van deze mijlpaal van de Franse muziek uit het begin van de twintigste eeuw op te nemen. Het prachtig Chant elegiaque, in de versie uit 1911 voor cello en groot orkest, maakt dit programma compleet.

De tragedie van Salomé, op. 50, een drama in twee bedrijven en zeven scènes, gebaseerd op een gedicht van Robert d’Humières (1868-1915) (foto), één van de modellen in “À la recherche du temps perdu” van Proust, werd gecomponeerd in 1907. Schmitt produceerde in 1910, een symfonische suite, een concertversie voor groot orkest, met sopraan- of hobostem, waarvan de duur met de helft werd ingekort. Van deze versie maakte hij ook een transcriptie voor piano. De eerste auditie van het mimodrama vond plaats in november 1907 in het Théâtre des Arts in Parijs onder leiding van Désiré-Émile Inghelbrecht .

De symfonische suite voor groot orkest ontstond tijdens de Concerts Colonne in, januari 1911 door Gabriël Pierné. Opnieuw verwelkomden het publiek en de critici dit herziene werk van Schmitt, dat zelfs een grotere respons kreeg dan het oorspronkelijk werk. Een paar maanden na de eerste uitvoering van Salomé door Richard Strauss, gegeven in het Théâtre du Châtelet in mei 1907, besloot Robert d’Humières, vertaler van Kipling en de nieuw benoemde directeur van het Théâtre des Arts, een choreografie op te voeren, vrijelijk geïnspireerd op het Bijbels karakter van Salomé, geschreven voor de legendarische danseres, Loïe Fuller. D’Humières, die onlangs Psalm XLVII van Florent Schmitt had gehoord en enthousiast was, nam in de zomer van 1907, contact op met de componist via Jean Forestier, een vriend van Schmitt.

Florent Schmitt had met name de muziek van Oost-Turkije ontdekt tijdens zijn verblijf in de Villa Medici en zou vervolgens verschillende partituren componeren, geïnspireerd door personages uit de oudheid en mythologie (Antonius en Cleopatra, Salammbô). Hij accepteerde het voorstel onmiddellijk en componeerde in de herfst van 1907 in twee maanden tijd, zijn Tragédie de Salomé.

In Frankrijk demonstreerde de Belle Époque een duidelijke muzikale rage voor een min of meer oriëntalistisch exotisme, dat tientallen jaren lang een aantal componisten beïnvloedde, zowel in Frankrijk als daarbuiten. Hérodiade van Jules Massenet (1881) was een van de eerste grootschalige werken die zijn inspiratie vond in een “oriëntaliserende” sfeer, vóór Pagodes, het eerste stuk van Estampes (1903) van Claude Debussy of Shéhérazade van Maurice Ravel. In Duitsland inspireerde het personage Salomé, Richard Strauss met zijn gelijknamige opera (1907), en vervolgens in 1908, Antoine Mariotte (1875-1944) (foto). Ruim veertig jaar na Massenets “Hérodiade”, componeerde Puccini, “Turandot”, zijn laatste werk waarin we nog steeds kunnen spreken van de “oosterse sfeer”.

De Franse dirigent, Alain Altinoglu (1975), de zoon van een pianiste en een vader docent aan het Conservatorium van Istanboel, afkomstig van een Armeense familie uit Kütahya, werd geboren in Parijs nadat zijn ouders in 1971 Turkije hadden verlaten. Zelf studeerde hij aan het Conservatoire national supérieur de musique et de danse in Parijs. Hij bleef aan de prestigieuze instelling verbonden en geeft er bijna tien jaar les, met name hoogleraar vocaal ensemble. Hij is sinds 2014 ook hoogleraar orkestdirectie. Ondertussen dirigeerde hij vele orkesten als gastdirigent en werkte met operagezelschappen als de Metropolitan Opera van New York, de Opéra national de Paris, het Royal Opera House Covent Garden, de Wiener Staatsoper, de Lyric Opera of Chicago, het Teatro Colón, de Staatsoper Unter den Linden of de Bayerische Staatsoper. Alain Altinoglu werd in januari 2016, muzikaal directeur van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel.

Florent Schmitt La Tragédie de Salomé & Chant Elégiaque Frankfurt Radio Symphony Orchestra Alain Altinoglu cd ALPHA941

https://www.stretto.be/2017/03/30/onbekende-florent-schmitt/