“Ferdinand Ries, Symphonies Nos. 1 & 2”, door Tapiola Sinfonietta o.l.v. Janne Nisonen, op het label Ondine. Een revelatie!

Ferdinand Ries (1784-1838) is waarschijnlijk beter bekend om zijn associatie met Beethoven dan als componist. Toch componeerde hij zeven symfonieën, een vioolconcerto, acht pianoconcerti en zes andere werken voor piano en orkest, oratoria, kamermuziek en pianomuziek. Ontdek hier twee van zijn symfonieën.

Ferdinand Ries werd geboren in Bonn en kwam uit een voorname familie van muzikanten. Zijn grootvader, Johann Ries (1723-1784), was hoftrompettist van de keurvorst van Keulen in Bonn en later altviolist in de Capelle. Zijn tante, Anna Maria, was een zangeres die trouwde met Ferdinand Drewer, een violist in de hofkapel. Zijn vader, Franz Anton, werd in 1755 in Bonn geboren en was een wonderkind. Hij had vioolles gekregen van Johann Peter Salomon (die Haydn in de jaren 1790 naar Londen bracht) en speelde vanaf zijn elfde in het hoforkest. In 1779 ging hij naar Wenen, waar Beethoven zijn vriend werd. Franz Anton gaf veel steun aan de familie Beethoven in moeilijke tijden, vooral na de dood van Beethovens moeder.

Ries studeerde kort bij Peter von Winter in München en daarna verbleef hij in Wenen, waar hij pianoles kreeg van Beethoven en theorie en compositie van Albrechtsberger. Hij vestigde zijn naam als uitvoerder van muziek van Beethoven en stond hem op verschillende manieren bij als kopiist en secretaris. In 1809 verliet hij Wenen voor een reeks concerttournees in Duitsland, Rusland, Scandinavië en uiteindelijk, Londen, waar hij tot 1824, 11 jaar doorbracht. Vanaf 1825 leidde hij gedurende verschillende seizoenen, het Neder-Rijn Festival (“Niederrheinische Musikfest”). Ries overleed in Frankfurt. Ferdinand Ries componeerde opera’s en wel 60 liederen, en zijn koormuziek omvat een cantate en twee oratoria. De orkestmuziek van Ries omvat zeven genummerde symfonieën en vijf ouverturen, waarvan twee bij werk van Schiller, evenals acht pianoconcerti, waaronder ‘Afscheid van Londen’ (nr. 7), en ‘Gruss an den Rhein’ (nr.8). Zijn kamermuziek omvat werken voor ensembles voor verschillende bezetting, van septet tot octet, tot vijf trio’s voor piano, viool en cello, met alternatieve instrumentatie voor fluit of klarinet i.p.v. viool. Ries was een vroege romanticus in geest en vorm, hoewel hij zijn klassieke wortels niet verloochende. Stilistisch gesitueerd tussen Mozart en Hummel, zijn de concerti dramatisch, expressief en elegant, en doordrenkt met melodische creativiteit en een prachtige orkestrale kleur.

Ries begon met het componeren van pianosonates in een tijd dat het genre ingrijpende veranderingen onderging. Zijn voorbeelden waren deze van C.P.E. Bach, Haydn, Mozart en de vroege Beethoven, die de sonate ‘ideaal’ hadden geperfectioneerd. Later werd hij beïnvloed door nieuwe trends in sonates van o.a. Beethoven, Clementi en Hummel. Ries was een meester in de heersende klassieke vormen, sonatevorm, ABA (lied)vorm, rondo en variaties, en dat meesterschap, maar ook opvallende originaliteit, zie je terug in al zijn composities. Het meest opmerkelijke is echter Ries’ anticipatie op de stijl van de grote pianocomponisten uit de vroege Romantiek, van Schubert, Mendelssohn en Chopin, die nog niet geboren of nog jonge kinderen waren toen hij tussen ongeveer 1805 tot 1818, op zijn hoogtepunt was. Schuberts aangrijpende harmonische taal, Mendelssohns expressieve, zoete melodieën, Chopins briljante figuratie, al deze kenmerken kwamen reeds voor in de sonates van Ries.

Zijn laatste twee sonates, gecomponeerd in 1826 en 1832, weerspiegelen de verandering naar een opzichtige stijl die aantrekkelijker was voor de smaak van het publiek. Robert Schumann, die in 1835 een werk van Ries recenseerde in zijn Neue Zeitschrift für Musik, merkte zijn ‘opmerkelijke originaliteit’ op. Net als Schubert had hij een overvloed aan lyrische melodische ideeën in een constante stroom. Dit werd bevestigd in zijn vele bewegingen in sonatevorm, waarbij het eerste thema, het tweede en het slotthema elk onderscheidend en ingenieus waren uitgewerkt. Belangrijke kenmerken van Ries’ stijl, waarvan er vele kenmerken zouden worden van de taal van de romantiek, waren dramatische dynamische contrasten, abrupte veranderingen in tempo en stemming, harmonische verschuivingen, vloeiende sierlijke figuraties, brede afstanden en sprongen, en een radicaal gebruik van de ondersteunende pedaal in functie van de akkoorden.

Ferdinand Ries was de enige erkende leerling van Beethoven. Als vriend en biograaf van Beethoven schreef hij een indrukwekkende catalogus met werken. Net als Beethoven vóór hem had Ries het schrijven van zijn eerste symfonie uitgesteld totdat hij voldoende vertrouwen had in zijn ervaring en techniek om een werk te componeren dat de vergelijking zou kunnen doorstaan met de meesterwerken van Haydn en Mozart en, in zijn geval, Beethoven zelf. Tijdens Ries’ elf jaar in Londen componeerde hij vijf symfonieën voor de Philharmonic-concerten. Zijn Symfonie in C mineur, Op.80, hoewel als tweede gepubliceerd, was feitelijk de derde van zijn symfonieën die werd gecomponeerd. Het was deze symfonie, verenigd door een concentratie op thematische en harmonische verbindingen tussen de vier delen, die Ries aan Beethoven opdroeg. Deze nieuwe opname van de Tapiola Sinfonietta en haar leider en dirigent Janne Nisonen is deel 1 in een nieuwe Ries-symfoniecyclus.

Tapiola Sinfonietta is een kamerorkest uit Espoo, een voorstad van de Finse hoofdstad Helsinki. Het orkest werd als Stedelijk Orkest van Espoo (Espoon Kaupunginorkesteri) in 1987 opgericht. In 1991 kreeg het zijn huidige naam. Het orkest telt 41 leden en heeft de bezetting van een klassiek symfonieorkest. Thuisbasis is de Tapiolazaal (776 stoelen) in het Cultureel Centrum van Espoo (Espoon Kultturikeskus). Het orkest werkt sinds 2006 zonder chef-dirigent, maar heeft een driekoppige leiding, bestaande uit een intendant en twee gekozen leden. De aanvankelijke chef-dirigenten waren Jorma Panula, Juhani Lamminmäki, Osmo Vänskä, Jean-Jacques Kantorow en Tuomas Ollila. Kantorow, die van 1993 tot 2006 chef-dirigent was, werd in 2011 tot eredirigent benoemd. Het orkest maakte opnamen voor de platenlabels BIS, Ondine en Cpo. Het repertoire loopt van Wolfgang Amadeus Mozart tot Alfred Schnittke.

Ferdinand Ries Symphonies Nos. 1 & 2 Janne Nisonen Tapiola Sinfonietta cd Ondine ODE14432