Ontdek “Jean Richafort, Missa O Genitrix – Missa Veni Sponsa Christi” door Cappella Mariana o.l.v. Vojtech Semerad, op het label Musique en Wallonie.

Jean Richafort (ca.1480–ca.1547) was een lid van de derde generatie van de Franco-Vlaamse School. Hij werd waarschijnlijk geboren in Henegouwen.

Met de ontwikkeling van de muzieknotatie ontwikkelde zich vanaf de 11de eeuw, ook de vocale polyfonie, gecomponeerde meerstemmigheid met meerdere melodieën tegelijkertijd. Het kenmerk van de middeleeuwse polyfonie was grote verscheidenheid in de karakters van de melodieën in contrapunt, waarin vaak ook merkwaardige dissonanten optraden. In het vroeg polyfoon constructieprincipe was de regel dat de toegevoegde stemmen moesten consoneren met slechts één vaste stem (en dus niet onderling), die tenor werd genoemd. Deze stijl was kenmerkend voor de muziek in de 13de eeuw. In de 14de eeuw kwam de polyfone schrijfwijze verder tot bloei, vooral in het werk van Guillaume de Machaut (ca.1300/1305-1377), de voornaamste vertegenwoordiger van de Ars nova.

In de late 14de eeuw bereikte de polyfonie een voorlopig hoogtepunt in de Ars subtilior, waarin polyritmiek, polymetriek en dissonantie, uitgroeiden tot proporties die pas in de 20ste eeuw geëvenaard zouden worden. De belangrijkste bron voor overgeleverde muziekstukken in deze stijl is de Chantilly Codex. In deze latere fase van de Ars nova, trachtte het hof van Avignon, zijn prestige wat op te vijzelen door als schutspatroon van de kunsten op te treden en aan het pauselijk hof verbleef dan ook een groep avant-gardistische componisten die men “Les fumeux” noemde.

Josquin Desprez, Guillaume Dufay, Orlandus Lassus, het zijn maar enkelen van de wereldberoemde Polyfonisten of ‘Franco-Flamands’ die tussen 1400-1600, een onuitwisbare stempel hebben gedrukt op de evolutie van de meerstemmige muziek in Europa. Binnen de Franco-Vlaamse/Nederlandse School worden vijf generaties onderscheiden als ijkpunten om vat te krijgen op de ontzaglijk rijke materie en de stijlevolutie. 645 namen zijn bekend. In de Vierde Vlaamse School (ca. 1520-1560), verdrongen de vijf- en zesstemmigheid de vierstemmigheid. De majeur- en mineurtoonsoorten en de klassieke harmonieleer met regels voor het opheffen van dissonante klanken kwamen op. Terwijl de componisten uit de Nederlanden nog steeds over heel Europa uitzwermden, ontstond nu een aantal decennia nadat Ottaviano Petrucci in 1501 in Venetië voor de eerste keer een bundel met polyfone muziek publiceerde, in de Nederlanden, met name in Antwerpen (Susato) en Leuven (Phalesius), de eerste op polyfone muziek gerichte muziekuitgeverijen van enige omvang.

Volgens de dichter Ronsard studeerde Richafort bij Josquin des Prez, een associatie die wordt bevestigd door het feit dat hij een requiem componeerde “in memoriam Josquin Desprez”. Richafort diende als koorleider in de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen tussen 1507 en 1509, en in de Sint-Gilliskerk in Brugge tussen 1542 en 1547. Ergens tussen deze data was hij verbonden aan de Franse koninklijke kapel, aangezien een deel van zijn muziek voor officiële gelegenheden werd gecomponeerd voor Louis XII, en er enig bewijs is dat hij in 1531 in Brussel kan zijn geweest in dienst van Maria van Hongarije, die daar toen regentes was. Richafort was een vertegenwoordiger van de eerste generatie na Josquin, en hij volgde zijn stijl op vele manieren. In een deel van zijn muziek gebruikte hij fragmenten van Josquins composities als eerbetoon. Richaforts compositietechnieken waren typerend voor die periode (soepele polyfonie, doordringende imitatie), maar hij was ongewoon attent op de heldere toonzetting van de tekst, zodat de woorden begrepen konden worden.

Hij componeerde een requiem voor zes stemmen (Requiem in memoriam Josquin des Prez, 1532), missen, motetten, toonzettingen van het Magnificat, twee wereldlijke motetten en chansons. Jean Richafort werd in het licht geplaatst door het succes van zijn werken, door een goede reputatie en door zijn ontmoeting met Louis XII, Anna van Bretagne en François I. Zijn afkomst en zijn professionele keuzes blijven echter mysterieus. Zijn werken circuleerden, werden gekopieerd en snel verspreid, zowel gedrukt als handgeschreven. Bovenal werden zijn composities zo gewaardeerd dat ze inspireerden tot werk van toonaangevende componisten, van Mouton tot Palestrina. Het oeuvre van Jean Richafort bestaat uit drie missen, een dertigtal motetten en een vijftiental chansons. Ontdek op deze opname zijn Missa O Genetrix en Missa Veni Sponsa Christi, schitterend uitgevoerd door de Cappella Mariana.

De Cappella Mariana, een ensemble onder leiding van Vojtěch Semerád, raakte geïnteresseerd in de madrigali spirituali van het eerste en tweede boek (1581-1589). Het spirituele madrigaal dat onder meer door Marenzio, Palestrina en Lassus werd beoefend, gebruikte dezelfde expressieve technieken als zijn seculiere tegenhanger: muziek zo dicht mogelijk bij de tekst. De Monte gebruikte hiervoor vele figuralismen en expressieve en ritmische nuances met behoud van het religieus aspect, met name in de madrigalen op de sonnetten aan de Maagd Maria van de dichteres Vittoria Colonna die verwezen naar de poëzie van Petrarca of de “Padre nostro a del ciel” die de kruisiging van Jezus beschreef.

Vojtěch Semerád (1984) studeerde altviool aan het Praags Conservatorium. Na zijn studies barokviool in Parijs, aan het Conservatoire national supérieur de musique et de danse bij François Fernandez, heeft hij zich toegelegd op het barokrepertoire en trad hij op met een aantal historische ensembles in Tsjechië en in het buitenland. In 2011 was hij finalist van de prestigieuze Telemann-Wettbewerb in Magdeburg. Als lid van ensemble Collegium Marianum trad hij op onder leiding van Andrew Parrot, Peter Kooij, Sergio Azzolini en Benjamin Lazar. Hij heeft concerten gegeven op prestigieuze festivals in heel Europa, zoals Tage Alter Musik Regensburg, Bachfest Leipzig, Centre de Musique Baroque de Versailles en Pražské Jaro.

Als solist en kamermuziekspeler was hij te zien op prestigieuze podia en festivals in heel Europa, waaronder Théâtre des Champs-Élysées, Palau de la Música Barcelona, De Doelen Rotterdam, Tage Alter Musik Regensburg, Bachfest Leipzig en Prague Spring. Hij werkt regelmatig samen met ensembles als Le Poème Harmonique, Les Folies Françoises en Les Agrémens. Na zijn universitaire studie in Praag, waar hij zich specialiseerde in koorzang van kerkmuziek, studeerde hij gregoriaans bij Louis-Marie Vigne in Parijs en vervolgde hij met post-graduaatstudies aan het Pontificio Istituto di Musica Sacra in Rome. In 2008 richtte hij Cappella Mariana op, een uniek vocaal ensemble in Tsjechië gespecialiseerd in de muziek van de renaissancepolyfonie. Naast concertactiviteiten in binnen- en buitenland organiseert Cappella Mariana de vaste concertcyclus Lenten Fridays.

Jean Richafort Missa O Genitrix Missa Veni Sponsa Christi Cappella Mariana Vojtech Semerad cd Musique en Wallonie MEW2308