Roel Meijer, “Een moderne geschiedenis van de Arabische wereld”, een uitgave van Amsterdam University Press.

Roel Meijer schreef met aandacht voor de gevolgen van het koloniaal verleden, de plaats van de Palestijnse kwestie in een groter geheel, de rol van olie in de politiek en de invloed, die de Arabische lente heeft gehad sinds 2011, een compleet overzicht van de moderne geschiedenis van de Arabische wereld vanaf 1800.

“Het doel van dit boek”, schrijft Meijer, “is om de dieperliggende, historische achtergronden van de huidige crises in de Arabische wereld te traceren en te analyseren. Dit wordt gedaan aan de hand van twee begrippen die ook in Europa en Nederland algemeen bekend zijn: burgerschap en het sociaal contract. In negen hoofdstukken worden telkens een ander sociaal contract en de bijbehorende concepten van burgerschap besproken.”

Het boek begint als een grote, boeiende vertelling. “De geschiedenis van de Arabische wereld” zo lezen we, “is in niet geringe mate bepaald door haar geografische ligging, geologie en ecologie. Het gebied is grotendeels steppe en woestijn, afgezien van de twee grote riviervalleien van de Eufraat en de Tigris in Irak en de Nijl in Egypte, kleinere riviervalleien in Syrië en in de Maghreb en de gebergten langs de Middellandse Zee, Jemen en in het noordoosten van Irak. Grote steden zijn vooral te vinden in de landbouwgebieden langs deze rivieren of in de bergen van Jemen en Oman.”

“Ook liggen ze aan de voet van gebergten”, zo vervolgt de vertelling, “die parallel aan de Middellandse Zee lopen of voldoende neerslag opvangen in het binnenland, zoals de Atlas en anti-Atlas in Marokko. Oases maken verspreide bewoning in de woestijn mogelijk. De belangrijkste steden zoals Caïro, Bagdad, Damascus, Mosoel en Aleppo verdienen hun geld met langeafstandshandel met Azië. Steden aan de Atlantische Oceaan en Middellandse Zee, zoals Essaouira, Tanger, Algiers, Tunis, Tripoli (Libië) en Benghazi, drijven handel met de landen ten zuiden van de Sahara.” “Van belang voor het betoog van dit boek zijn vooral de handelingen tussen moslims, die we kunnen aanduiden met de term religieus burgerschap en die betrekking hebben op onderlinge regels, omgangsvormen en solidariteit”, schrijft de auteur.

Na de beschrijving van de Klassieke islam en de 19deeeuwse hervormingen, het kolonialisme (vestigingskoloniën, protectoraten en mandaten) en de eerste nationalistische golf in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en het Arabisch Schiereiland, vervolgt de auteur met een hoofdstuk over de “effendieya”, Arabische grootgrondbezitters die na de val van het Ottomaanse Rijk hun gronden in het Brits Mandaatgebied Palestina verkochten aan zionistische organisaties van Joodse immigranten. Hierbij bespreekt hij de nieuwe sociale ontwikkelingen en de tweede nationalistische golf in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en het Arabisch Schiereiland.

In een volgend hoofdstuk, “De republieken”, gaat hij verder met de economische, maatschappelijke en politieke liberalisering in Jordanië en Marokko.  In dit 4de hoofdstuk wordt het klassiek sociaal autoritair pact geanalyseerd, dat tot stand kwam onder de republieken na de staatsgrepen in Egypte, Irak, Noord- en Zuid-Jemen en Libië in de jaren ’50 en ‘60. Na de vergelijking tussen de monarchieën Marokko en Jordanië met de republieken Algerije of Egypte en met de Golfstaten en de Golfmonarchieën, volgt de duiding en bespreking van de radicalisering van het salafisme en de Arabische lentes. Tot slot is er een hoofdstuk over de uiteindelijke ineenstorting van het sociaal contract in de Arabische wereld met milities, die grotendeels vanuit Iran, Rusland en de Golfstaten worden gefinancierd, in Libanon (Hizbollah), in Gaza (Hamas), in Irak en Syrië (Islamitische Staat), in Syrië (het Noesra Front en het Koerdische Rojav), in Jemen (de Houthi’s (Ansar Allah)), in Soedan (Rapid Support Forces) en in Libië (“Operatie Waardigheid” van Khaliefa Haftar).

Roel Meijer legt op een opvallend erudiete manier de verschillen uit tussen monarchieën en republieken, de rol van de politieke islam en het effect van de opkomst van de oliestaten, benadrukt de groeiende invloed van het buitenland en duidt waarom de Arabische wereld steeds verder uiteenvalt in militiestaten.  In het boek, dat voorzien is van Arabische termen en de transcriptie van Arabische woorden, komen veel namen van organisaties en partijen voor. Naast de Bibliografie is achterin het boek dan ook een volledige lijst met acroniemen opgenomen.

Roel Meijer was 25 jaar universitair hoofddocent moderne geschiedenis van het Midden-Oosten aan de Radboud Universiteit. Hij heeft uitgebreid gepubliceerd over de islam, salafisme, sociale bewegingen en het concept van burgerschap in de Arabische wereld. Eerder was hij samen met Rudolph Peters, redacteur van het boek “Inspiratie en kritiek, moslimse intellectuelen over de islam”.

Roel Meijer Een moderne geschiedenis van de Arabische wereld 394 bladz. geïllustreerd uitg. Amsterdam University Press  ISBN 9789048565245