Ontdek “VIA BOTTESINI, Concerti e pezzi concertanti” door Wies DE BOEVÉ, contrabas en Yossif IVANOV, viool, op het label Warner Classics.

Wies de Boevé is één van de meest succesvolle contrabassisten van Europa. Als eerste prijswinnaar van maar liefst zes grote, internationale wedstrijden waaronder de ARD-wedstrijd München 2016, de Bottesini-wedstrijd 2017 in Crema en de Deutscher Musikwettbewerb 2015 staat hij bekend om zijn geraffineerd spel, zijn frisse muzikaliteit met een kritisch blik op de partituur en zijn warme, ronde toon.

De Vlaamse contrabassist, Wies de Boevé is mede-solist bij het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks in München. Deze Klara-opname combineert de vergeten concerti voor contrabas van Bottesini, met diens Gran Duo voor viool, contrabas en orkest, waarbij Wies vervoegd wordt door violist Yossif Ivanov. Het Brussels Philharmonic onder leiding van Joshua Weilerstein begeleidt dit muzikaal feest!

Giovanni Bottesini (1821-1889) werd geboren in een muzikale familie. In 1831 kreeg de jonge Bottesini les van de priester Carlo Cogliati, die hem viool en altviool leerde spelen. Bottesini zong ook als jongenssopraan in het kerkkoor van Crema. Na zijn afstuderen in 1840 begon Bottesini aan een tournee als solobassist, die hem langs de concertzalen van Crema, Triëst, Brescia, Milaan en Wenen voerde. De tournee was een groot succes, o.a. omdat een contrabas als solo-instrument niet zo gebruikelijk was en daarom veel publiek trok. Door zijn optredens kreeg hij de bijnaam ‘de Paganini van de contrabas’. Na deze tournee keerde Bottesini terug naar Italië, waar hij zich bekwaamde in het contrabasspel in een orkest. Hij begon in het operaorkest van Brescia en stapte later over naar het orkest van het Teatro San Benedetto in Venetië. Daar leerde hij de componist Giuseppe Verdi, het begin van een levenslange vriendschap. In 1846 ging Bottesini naar Milaan. Daar maakte hij kennis met een impresario, die hen uitnodigde voor een optreden in het Teatro Tacón in het Cubaanse Havana.

Op Cuba, toen nog een Spaanse kolonie, trad Bottesini behalve als contrabassist ook op als dirigent van het Teatro Imperial, het operahuis in Havana. In 1847 componeerde hij er zijn eerste opera Christoforo Colombo die hij zelf dirigeerde. In de pauze tussen de twee akten van de opera stapte hij met zijn contrabas het toneel op en improviseerde hij op de thema’s van de muziek, tot groot enthousiasme van het publiek. In de volgende jaren was hij vrijwel permanent op reis. Hij volgde de zangeres Henriette Sontag (foto)op een tournee naar Mexico-Stad, waar hij optrad als kapelmeester in haar begeleidingsorkest. Na het plotseling overlijden van Sontag in 1854 nam hij het initiatief tot de oprichting van een conservatorium in Mexico-Stad en nam deel aan een prijsvraag voor een volkslied voor Mexico. Zijn inzending werd niet gekozen, maar op 15 september 1854 dirigeerde hij wel de première van Mexicanos al grito de guerra, het gekozen lied op een melodie van Jaime Nunó.

In de jaren zestig van de 19e eeuw speelde en dirigeerde Bottesini in bijna alle grote, Europese steden. In 1866 trad hij in Sint-Petersburg op aan het hof van tsaar Alexander II en in 1873 in Istanboel voor sultan Abdülaziz. Hij kwam regelmatig in Baden-Baden, destijds een van de belangrijkste centra van het Europees muziekleven. Na een kort verblijf in Londen werd Bottesini in mei 1871 op voorspraak van Verdi benoemd tot leider van de Kedivische Opera in Caïro (kedive was de titel van de onderkoning van Egypte). Bottesini kwam daar meteen voor de uitdaging te staan om de opvoering van Verdi’s opera Aida voor te bereiden. Een speciaal probleem daarbij was dat vele kostuums en rekwisieten uit Parijs moesten komen, dat geteisterd werd door de Frans-Duitse oorlog en de daarop volgende Commune-opstand. Op 24 december 1871 ging Aida uiteindelijk in Caïro in première met Bottesini als dirigent.

Bottesini bleef tot 1878 in Caïro. In dat jaar moest de opera sluiten. Ismail Pasja, de onderkoning van Egypte, had zijn land vergaand gemoderniseerd, maar ook in de schulden gestort. Bottesini nam zijn oude beroep van rondreizende dirigent en contrabas virtuoos weer op en vertrok naar Zuid-Amerika. Hij gaf concerten in onder andere Buenos Aires, Montevideo en Rio de Janeiro. In die laatste stad (destijds de hoofdstad van Brazilië) trad hij op voor keizer Peter II. In de jaren tachtig van de 19e eeuw verbleef hij vaker in Italië. In 1888 aanvaardde hij op voorspraak van Verdi de functie van directeur van het conservatorium van Parma. In het volgende jaar overleed hij echter op 67-jarige leeftijd. Hij werd begraven op het Cimitero della Villetta in Parma, hetzelfde kerkhof waar ook Paganini begraven ligt.

De composities die Bottesini voor contrabas componeerde waren een aanwinst voor het niet al te groot repertoire voor dat instrument en worden nog steeds enthousiast uitgevoerd door contrabassisten uit alle hoeken van de wereld. Het bijzondere van deze werken is dat hij de meeste thema’s zelf bedacht. Een enkele keer varieerde hij op een thema van een andere componist (en ook dan steeds op een originele manier), maar er is geen enkel stuk van hem bekend waarin hij een partij voor een ander instrument omwerkte voor contrabas.

Wies de Boevé werd geboren in Mechelen en begon zijn contrabasstudies aan het conservatorium van Antwerpen bij Lode Leire. Hij werd opgemerkt door Maurice Aerts die hem van dichtbij volgde en aanspoorde zijn muzikale horizonten te verruimen. Hij vervolgde zijn opleiding in Zürich bij Duncan McTier en won aansluitend een plaats in de Karajan-Orchesterakademie van de Berliner Philharmoniker, waar hij orkestervaring opdeed in dit gerenommeerd orkest en er les kreeg van de solobassisten Janne Saksala en Esko Laine. Tegelijkertijd behaalde hij het solistendiploma bij Božo Paradžik in Luzern en even later sloot hij zijn studies af met het prestigieuze Konzertexamen aan de Berlijnse Hochschule der Künste “Hanns Eisler” bij Matthew McDonald.

Wies houdt ervan de contrabas in al zijn facetten te tonen en ook de vaak onbekende, solistische muziek voor dit instrument op het podium te brengen. Zo speelde hij contrabasconcerti met onder meer het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks München, het Konzerthausorchester Berlin, het Münchner Kammerorchester, het Luzerner Sinfonieorchester, het Thessaloniki State Symphony Orchestra en werd daarbij steeds bejubeld door zowel critici als publiek. Recitals met pianiste Tomoko Takahashi en kamermuziek waarbij de contrabas een speciale rol inneemt, vervolledigen zijn solistisch optreden.

Daarnaast is Wies ook als musicus in de orkestwereld zeer actief. Hij is sinds 2015 co-solocontrabassist in het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks München onder leiding van chefdirigent Mariss Jansons. Daarnaast speelde hij ook met andere toporkesten zoals bij de Berliner Philharmoniker, de Wiener Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest Amsterdam en het London Symphony Orchestra. Hij geeft les aan de Zürcher Hochschule der Künste en de Hochschule für Musik und Theater München, geeft regelmatig masterclasses en is coach van de musici van het European Union Youth Orchestra.

Op de cd staan Bottesini’s Double Bass Concerto in B Mnor, Grande allegro di concerto (alla Mendelssohn), Gran concerto for Double Bass in F-Sharp Minor en Gran Duo Concertante for violin and double bass. Warm aanbevolen.

VIA BOTTESINI – Concerti e pezzi concertanti Wies DE BOEVÉ, double bass  Yossif IVANOV, violin Brussels Philharmonic Joshua WEILERSTEIN cd Warner Classics 5 054197 061738