Een onderzoeksproject naar de saxofoonklas van het Koninklijk Conservatorium Brussel tussen 1867 en 1904, leidde tot de ontdekking van ’s werelds eerste Concerti voor saxofoon en orkest van Paul Gilson (1865-1942). Saxofonist, Kurt Bertels, hoopt met zijn cd’s niet alleen het werk voor saxofoon en orkest van de Belgische componist Paul Gilson bekender te maken, maar ook om het standaardrepertoire van dit toch wel bijzonder instrument, uit te breiden. Bertels presenteert deze werken daarenboven op een historisch geïnformeerde manier, met de bedoeling het instrument te koppelen aan de beweging van historisch geïnformeerde uitvoeringen. Schitterend!Op de cd “Works For Saxophone and Orchestra by Paul Gilson” staan Gilsons Concerto nr. 1 voor altsaxofoon en orkest (world première recording van de originele symfonische versie), het Concerto nr. 2 voor altosaxofoon en orkest, en “Récitatif et Sérénade” voor tenorsaxofoon en orkest.Paul Gilson werd geboren in Brussel. In 1866 verhuisde het gezin naar Ruisbroek, waar hij zijn eerste piano- en harmonielessen kreeg van Auguste Cantillon, de organist en dirigent van het kerkkoor en van de plaatselijke fanfare. In 1880 componeerde Gilson dan ook zijn eerste composities voor koor en fanfare. Hij studeerde compositie aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel bij François Auguste Gevaert (1828-1908) en harmonie en contrapunt bij Charles Duyck. Met zijn cantate “Sinai” won hij, net als voor hem, Lemmens en Tinel, de Prix de Rome. In het Brussels muziekleven was Gilson een bewonderaar van Richard Wagner. Hij beleefde de Brusselse première van Wagners “Ring”, en hij hield van de kleurrijke orkestratie in de werken van de componisten van de Russisch nationale school. Met César Cui en de muziekuitgever, Beljajev, had hij een intense correspondentie. Gilson maakte overigens de pianotranscripties van Rimski-Korsakovs “Shéhérazade” en “Russisch Pasen”.Van 1899 tot 1904 was Gilson professor harmonie aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, en tot 1906 gaf hij les aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen. In 1904 werd zijn Symfonische Ouverture nr. 3 in première gespeeld o.l.v. Gilson in de kursaal van Oostende aan de Belgische kust. Van 1909 tot 1930 was hij inspecteur van het muziekonderwijs in België en in 1924, stichtte hij samen met Marcel Poot (1901-1988) en Maurice Schoemaker (1890-1964), het magazine “La Revue Musicale belge”. Tot de laatste editie van het magazine in december 1939 was hij hoofdredacteur. In april 1937 huwde Gilson in Londen met de zangeres en zanglerares, Celina Stoops. Gilson was de geestelijke vader van de groep “Les Synthétistes”. De groep was in het leven geroepen om het Belgisch muziekleven van authentieke, eigentijdse muziek te voorzien. De groep vormde het Belgisch equivalent van de Franse avantgarde groep, “Jeune France” (1936).. De leden van “Jeune France” waren Daniel Lesur, Olivier Messiaen, André Jolivet en Yves Baudrier. De leden van “Les Synthétistes” waren René Bernier, Francis de Bourguignon, Théo De Joncker, Marcel Poot, Maurice Schoemaker, Jules Strens en Robert Otlet. Dankzij Gilson, August De Boeck en Lodewijk Mortelmans, begon ook de traditie van de boeiende, en vooral heel mooie, Belgisch-Vlaamse, symfonische muziek.Deze bijzondere cd is mede het artistiek resultaat van het doctoraatsonderzoek van de jonge, getalenteerde saxofonist, Kurt Bertels (foto), aan het gerenommeerd, Koninklijk Conservatorium van Brussel en de Vrije Universiteit Brussel. Zijn onderzoek concentreerde zich op de context, uitvoeringspraktijk en het repertoire van de saxofoon school, opgericht door de Belgische componist, klarinettist en saxofonist, Nazaire Beeckman uit Dendermonde, die tussen 1867 en 1904, bestond aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Ontdek op de cd Beeckmans Elegie ter nagedachtenis van Hendrik Conscience voor altsaxofoon en piano.Het onderzoek leidde tot de herontdekking van het handschrift van Gilsons “Premier Concerto” en “Récitatif et Sérénade”. Paul Gilson componeerde in 1902 nl. twee Concerti voor saxofoon en orkest, de eerste ooit gecomponeerd. Het bekend Concerto voor saxofoon en orkest, dat Alexander Glazoenov componeerde voor Sigurd Rascher (1907-2001), dateert pas van 1934. Gilson herwerkte in 1906 ook zijn “Récitatif et Sérénade” voor cello en orkest, tot een versie voor tenorsaxofoon. Dit laatste werk maakt deel uit van de Fondation Paul Gilson in de rijke muziekbibliotheek van het Koninklijk Conservatorium van Brussel.Kurt Bertels trad op als solist in orkest- en kamerwerken in België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Kroatië, Italië, Slovenië, Litouwen, Portugal, China, Noorwegen en de VS. Hij is lid van het Kugoni Trio en het Anemos Saxophone Quartet, terwijl zijn musicologisch onderzoek hem uitnodigingen opleverden voor relevante nationale en internationale conferenties. Hij heeft ook masterclasses gegeven aan de Universität der Künste (DE), het Royal Birmingham Conservatory (VK), de Lithuanian Academy of Music (LT) en de School of Music in Auckland (NZ).Op de cd “The Saxophone in 19th Century Brussels”, staat werk van Nazaire Beeckman (1822-1900), Charles Gustave Poncelet (1845-1903), Paul Gilson (1865-1942) en Joseph Jongen (1873-1953). De uitvoerders zijn Kurt Bertels, saxofoon, en Bert Koch, piano.
Tracklist :
Beeckman: Grande Polonaise
Beeckman: Souvenir du Chateau de Westerloo, Op. 21
Poncelet: Herodiade
Beeckman: Concertino Militaire, Op. 23
Gilson: Improvisation
Beeckman: Troisieme Morceau de Concert, Op. 27
Jongen: Méditation, Op. 21
Beeckman: Deuxieme Morceau de Concert, Op. 17
Beeckman: Elegie, Op. 14
Beeckman: Rhapsodie Flamande, Op. 29De saxofonist, Kurt Bertels, en pianist, Bert Koch (foto), hebben “The Saxophone in 19th Century Brussels” gecreëerd als een document van de saxofoonuitvoeringspraktijk van die tijd, in de hoop dat het de saxofoon zal helpen zijn rechtmatige plaats te vinden binnen de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Zijn onderzoek spitste zich toe op de context, het repertoire en de uitvoeringspraktijk van saxofonisten die tussen 1867 en 1904 aan het Conservatorium van Brussel studeerden. De individuele onderzoeksonderwerpen waren zeer gevarieerd. Hoe was de nationale en internationale context toen het saxofoononderwijs in Brussel begon? Wie waren de leraren en wie waren hun leerlingen? Welk repertoire speelden deze saxofonisten? Wat is de exacte informatie in bronmateriaal uit die tijd, inclusief hedendaagse saxofoonmethoden, opnames, instrumenten en partituren, die relevant kunnen zijn voor het opzetten van een historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk?De oprichting van de saxofoonafdeling aan het Brussels Conservatorium in de 19de eeuw was te danken aan een initiatief van François-Joseph Fétis (1784-1871) (foto), de eerste directeur van het Brussels Conservatorium en een gerenommeerd musicoloog, die van Brussel het middelpunt van de Belgische muzikale opleiding wilde maken. Fétis koos het Conservatorium van Parijs als voorbeeld om zijn eigen Brussels Conservatorium internationale bekendheid te geven. Hij stond ook bekend als een voorstander van de nieuwe instrumenten die werden ontwikkeld door Adolphe Sax (1814-1894) (foto). Fétis introduceerde samen met Jean-Valentin Bender (1801-1873) (foto), het hoofd van de Koninklijke kapel van de Belgische Gidsen (foto), de nieuwe instrumenten van Sax in de militaire kapellen van die tijd. Omdat het muziekkorps van het 1ste Regiment der Gidsen, de koninklijke familie meestal ook op hun reizen in het buitenland begeleidde, kreeg zij in 1832, de eretitel “Partikuliere Muziekkapel van de Koning”. Daarmee was het Groot Harmonieorkest van de Belgische Gidsen in Brussel geboren. In 1836 werd Bender ook de directeur van de Société Philharmonique in Brussel.
Met deze opnames willen de uitvoerders het traditioneel saxofoonrepertoire uitbreiden. Ze presenteren daarom minder bekende muziek voor saxofoon van componisten die in bovengenoemde periode actief waren aan het Brussels Conservatorium. Beeckman publiceerde een aantal werken en gebruikte ze ook als lesmateriaal voor zijn eigen studenten. Poncelet schijnt daarentegen slechts één werk voor saxofoon te hebben gecomponeerd. Men heeft zijn “Hérodiade” herontdekt tijdens hun onderzoek en het hier voor het eerst opgenomen. Paul Gilson (1865-1942) componeerde niet alleen ’s werelds eerste Saxofoonconcerto, maar ook een kamermuziekwerk, “Improvisation”. Dit is een transcriptie die Gilson zelf maakte van een eerder werk voor viool en piano. Ook deze is hier voor het eerst opgenomen. Joseph Jongen (1873-1953) componeerde in 1901 een “Méditation” voor hoorn en piano. De hier opgenomen transcriptie voor altsaxofoon en piano is van Jongen zelf.
Joseph Jongen (foto’s) werd in Luik geboren. Hij studeerde reeds vanaf zijn zevende aan het conservatorium in Luik en volgde er samen met Victor Vreuls (1876-1944), fuga en compositie bij de directeur, Jean Théodore. Radoux (1835-1911), harmonieleer bij Sylvain Dupuis (1856-1931), orgel bij Ch. Danneels en piano bij J. Ghymers. Jongen werd vervolgens organist aan de Collégiale St. Jacques en werd op 21-jarige leeftijd door de Belgische Koninklijke Academie, bekroond voor zijn Strijkkwartet op.3. In 1897 behaalde hij de Prix de Rome met zijn cantate, “Comala”. Vervolgens was hij in verschillende steden, Berlijn, München en Parijs, waar hij contacten legde met o.a. Gebriel Fauré en Vincent d’Indy. In 1902 werd hij benoemd tot adjunct-docent harmonie en contrapunt aan het Conservatorium van Luik en in 1909 huwde hij met de pianiste Valentine Ziane. Tijdens W.O.I verbleef hij in Engeland waar hij een pianokwartet vormde met D. Defauw, L. Tertin en E. Doehaerd en over het ganse land, concerten gaf. Van 1919 tot 1926 leidde hij als dirigent de Concerts spirituels van Brussel. In 1920 werd hij professor contrapunt en fuga aan het Conservatorium in Brussel en was er directeur van 1925 tot 1939. In 1939 werd hij in die functie opgevolgd door zijn broer, Léon (1884-1969), eveneens een componist en pianist.
Joseph Jongen overleed in het mooie, landelijke Sart-lez-Spa (foto) in de Hoge Venen, de plaats die bekend werd omdat de toekomstige Belgische regent, Prins Karel, er in 1944, tijdens de deportatie van zijn broer Koning Leopold III, een onderkomen vond. Jongen componeerde o.a. symfonisch werk (o.a. Trois mouvements symphoniques, Symphonie concertante voor orgel en orkest, suite dans le style ancien, Fantaisie sur deux Noëls populaires wallons), concerti (voor viool, piano, cello, harp) en kamermuziek (o.a. sonaten, vrije vormen met programmatische inslag, en 3 strijkkwartetten). Jongen was ongetwijfeld de de grootste Belgisch-Waalse componist van zijn generatie. Hij behoorde tot hen die in Wallonië, net na Guillaume Lekeu (1870-1894), de richting César Franck/Vincent d’Indy, verderzetten, met name Victor Vreuls (1875-1944), Albert Dupuis (1877-1967), Fernand Brumagne (1887-1939), Armand Marsick (1877-1958), Jean Rogister (1879-1964), François Rasse (1873-1955), Louis Lavoye (1878-1975), Raymond Moulaert (1875-1962) (de vader van Pierre Moulaert), Albert Huybrechts (1899-1938, een leerling van Jongen) en Désiré Pâque (1867-1939). Zijn grootste tijdgenoot was ongetwijfeld, Paul Gilson (1865-1942), die in 1892, zijn meesterwerk, “La Mer” componeerde.Kurt Bertels (°1989) behaalde in 2012, bij de saxofonist, Norbert Nozy, zijn Master of Arts in de Muziek, aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Hij volgde masterclasses bij Jean-Marie Londeix (FR), Lars Mlekusch (AUS), Joseph Wytko (USA), Arno Bornkamp (NL), Jan Schulte-Bunert (DE), Naomi Sullivan (GB) en Vincent David (FR). Als solist werd Kurt Bertels prijswinnaar van Dexia Classics (2007), Internationale Wereld Muziek Concours (2008), Prinses Christina Concours (2009), Forte (2011) en New Tenuto (2012). Kurt Bertels werd in 2012 bekroond met een medaille van de Unie van Belgische Componisten voor zijn vertolkingen van het tweede saxofoonconcerto van Paul Gilson. In 2018 ontvingen Kurt Bertels en het in 2010 opgericht Kugoni Trio (met Bert Koch, piano en Nicolas Dupont, viool) (foto), de Fuga Trofee van de Unie van Belgische Componisten, voor de bevordering van Belgische muziek. Het Kugoni Trio werd verkozen tot de eerste prijswinnaar van Supernova 2014 (voormalig Gouden Vleugels) en Forte Limburg 2015. Kurt Bertels is ook tenorsaxofonist van het schitterend Anemos Saxofoonkwartet (foto). De andere leden zijn Kristan Dehertog, Bart Van Beneden en Wesley Capiau. Dit kwartet volgde masterclasses bij o.a. Marieke Schneemann, Bram Van Sambeek, Luc Loubry, Bart Boeckaert, Norbert Nozy en het Aurelia Saxofoonkwartet. Het kwartet werd de eerste prijswinnaar op de International Chamber Music Competition in Luxemburg en op de 8ste Nationale Adolphe Sax Competition.
Works For Saxophone and Orchestra by Paul Gilson Kurt Bertels historical saxophone Flanders Symphony Orchestra Jan Latham-Koenig cd Etcetera KTC1670
The Saxophone in 19th Century Brussels Kurt Bertels historical saxophone, Bert Koch historical piano cd Etcetera KTC1683