Na “Richard Wagner. Ein Reiseführer” (1991) en “Richard Wagner im Rhein-Main-Gebiet” (2009) van Michael von Soden (°1946), en “Auf Richard Wagners Spuren (Eine Bildreise)” (1995) en “Richard Wagner, Stationen eines unruhiges leben” (2006) van Udo Bermbach (°1938), is er nu de indrukwekkende, luxueus uitgegeven reisgids met in detail, alle, maar dan ook alle plaatsen in Europa, waar Richard Wagner gewoond en gewerkt heeft. Fenomenaal!
Richard Wagner werd op 22 mei 1813 geboren in Leipzig. “Die Feen” was de eerste opera die hij voltooide. Wagner was twintig jaar oud en was toen koorleider in Würzburg. Zijn tweede opera, de komische opera, “Das Liebesverbot” (of “Die Novize von Palermo”), componeerde hij in 1834 voor de “Schauspieltruppe” van Heinrich Bethmann in Bad Lauchstädt nabij Maagdenburg. Richard Wagner en de aantrekkelijke actrice, Minna Planer, ontmoetten elkaar in 1834 in Bad Lauchstädt en trouwden in 1836 in de Tragheimer Kirche in Königsberg. Minna Wagner deelde het rusteloos leven van haar man tussen de Parijse operascène, de Dresden-barricade, „Meine Heimath aber, das bist Du“, en de Zwitserse ballingschap met al zijn ups en downs, vooral aan het begin van Wagners carrière. Minna Planer, Wagners eerste vrouw als “Mutter-Ersatz”, kende Richard al van toen hij diep in de schulden zat, toen hij van plaats naar plaats verhuisde (Magdeburg, Königsberg, Riga, Dresden, Parijs) en hals over kop in Saksen werd gedwongen te vluchten voor zijn revolutionaire gedachten waarna zij voor hem amnestie probeerde te verkrijgen. Ze was hem aanvankelijk ontrouw (ze huwden op 24 november 1836 en in mei 1837 was Minna al (korte tijd) weg met haar minnaar!), maar na verloop van tijd steunde ze hem door dik en dun. „Ohne sie fehlte ihm die Luft zum Atmen“.Al in zijn vroegste opstellen en recensies uit de jaren ’30 tekenden de contouren van Wagners levenswerk zich af, nl. het scheppen van een volwaardige en originele, Duitse operastijl. In de revolutionaire periode van 1848-1849 werkt hij deze nader uit in zijn geschriften. Toen Wagner koorleider en dirigent was in Würzburg, Magdeburg, Königsberg en Riga (1833-1839), begon hij over muziek te schrijven. Aanvankelijk voor het “Zeitschrift für die elegante Welt” van Johann Gottlieb Karl Spazier, en voor het “Neue Zeitschrift für Musik” van Schumann. Schrijven over muziek werd voor Wagner bittere noodzaak gedurende zijn eerste verblijf in Parijs (1839-1842). Hij schreef toen voor de “Revue et Gazette Musicale” van Maurice Schlesinger (als redacteur, de opvolger van Fétis), en voor de “Dresdner Abend-Zeitung” van Theodor Hell. Gedurende zijn jaren als Königlich-Sächsischen Kapellmeister in Dresden (1842-1849), kwamen Wagners eerste teksten over Beethoven tot stand.Naast verschillende plaatsen in Zwitserland was de regio rond Graupa nabij Dresden, de belangrijkste plaats waar Richard Wagner inspiratie opdeed voor zijn muziekdramatische werken. Het ligt in Saksisch-Zwitserland in oostelijk Duitsland en grenst nu aan Tsjechië. De Richard Wagner locaties in Graupa, nu deel van de stad Pirna nabij Dresden, bestaan uit een jachtslot en het zogenaamd Lohengrinhuis. Dit is een voormalige boerderij (het “Schäferschen Bauerngut”) waar Wagner in de zomer van 1846 (van 15 mei tot eind juli), twee kamers huurde als vakantieverblijf voor hem, zijn (eerste) vrouw Minna en hun hond Peps. Daar schetste hij naar Wolfram von Eschenbachs Middelhoogduits verzen epos, “Parzival”, zijn romantische opera “Lohengrin”. De ganse periode in Dresden, van 12 april 1842 tot zijn vlucht op 9 mei 1849, werd gekenmerkt door grote problemen en tegenspoed. Wel heeft Wagner in die tijd ontzettend veel gelezen en is hij daardoor in contact gekomen met “Parzival” van Wolfram von Eschenbach en met de verhalen over de ridder Lohengrin en de schoenmaker Hans Sachs.In het jaar 1848, waarin revoluties in de grote Europese steden uitbraken, ging Wagner in Dresden als radicaal democraat, de barricaden op. Toen tegen hem een arrestatiebevel werd uitgevaardigd, vluchtte hij. Hij zocht asiel in Zwitserland, waar Mathilde Wesendonck, een vurig bewonderaarster, die gehuwd was met een rijke mecenas en industrieel, hem hulp schonk. Sindsdien zouden zijn burgerlijk democratische opvattingen zich in elitaire reactionaire richting ontwikkelen. Na zijn gedwongen vlucht met Semper en Bakoenin uit Dresden waar hij kapelmeester was, n.a.v. hun actieve betrokkenheid bij de opstand van 3 en 4 mei 1849 tegen Friedrich August II van Saksen (foto), leefde hij in ballingschap in Zürich. Hij had omzeggens geen inkomen en zag, hoewel hij Lohengrin had voltooid, weinig kans tot opvoering. Ook had hij geen idee over hoe zijn carrière als componist nu verder moest. Na heen en weer gereis tussen Zürich, Parijs (waar cholera heerste) en Bordeaux, heeft hij in 1850, Jessie Laussot leren kennen met wie hij wou vluchten en om wie hij wilde scheiden van Minna. Tussen 1849 en 1851 componeerde Wagner nauwelijks muziek, maar concentreerde hij zich op het schrijven van essays. In 1852 voltooide hij het ‘Ring-gedicht’ in Zürich. In 1858 leidde de affaire tussen Richard en Mathilde Wesendonck tot een scheiding van tafel en bed tussen Richard en Minna. Richard vertrok naar Venetië en Minna naar Dresden. In 1863 ontmoette Wagner Cosima Liszt/von Bülow in Berlijn. In november 1868 trok Cosima definitief in bij Wagner in Tribschen. Ze huwden in 1870 in Luzern en twee jaar later verhuisden ze definitief naar Bayreuth.
In deze indrukwekkende, historische reisgids worden alle levensfasen van Wagner in één boek gepresenteerd. Voor het eerst werd zijn hele leven in woord en beeld, in termen van culturele studies, geografisch in plaats van chronologisch verteld. Alle adressen werden voor deze reisgids nieuw en grondig onderzocht, en sommige werden zelfs voor het eerst bepaald. Adressen die nog steeds te zien zijn, worden gepresenteerd en geïllustreerd met actuele foto’s of historische afbeeldingen.
Er zijn waarschijnlijk maar een paar aspecten van het leven van Richard Wagner die nog niet in de literatuur zijn behandeld, maar drie auteurs hebben voor ConBrio-Verlag, Wagner op zijn talrijke reizen door Europa gevolgd.“Helaas maakte alles hier me erg verdrietig en wanhopig … Een erg vreselijke concertzaal, die meestal alleen als bierzaal diende …”. Breslau, dat Richard Wagner in 1863 bezocht voor een concert, was een flop. Darmstadt een marteling. Vooral de lunch, waarvoor hij en Cosima waren uitgenodigd: “Een maaltijd die te weelderig is, vooral voor de toestand van Richard. De goede mensen denken dat we niet zonder champagne kunnen, dat is pijnlijk voor ons.” Wagner eet ook in Café Kröpke in Hannover, waar de dames hem choqueren met hun uiterlijk en gedrag: “Hoe moet het gevoel voor schoonheid zich in ons klimaat ontwikkelen. Zo koud, zo rauw is de sensualiteit in het noorden, zo fantasieloos, het is een afkeer”.Dat Richard Wagner in zijn leven veel heeft gereisd en niet altijd vrijwillig, is niets nieuws. Het eeuwig patroon van rebellie, schulden en vlucht aan de ene kant en settelen aan de andere kant doordrong zijn leven. Leipzig, Dresden en München waren belangrijke haltes, ook Luzern, Bayreuth en Parijs. In de reisgids, “Wandrer heißt mich die Welt. Auf Richard Wagners Spuren durch Europa”, kan u ook de onbekende stations van de muziektoneelschrijver bestuderen, bv. Wagner in Ettal en de Jachenau, in Toulon en Marseille, in Greenwich en Brighton, in kasteel Schreckenstein bij Ústí nad Labem en aan de Veste Coburg. Markus Kiesel, Joachim Mildner en Dietmar Schuth hebben nl. op meer dan 270 pagina’s, alle Wagner-locaties verzameld en voorzien van relevante, biografische commentaren, gesorteerd naar land, regio en stad.
U kan bv. lezen dat de “Meesterzangers” voltooid werd in Biebrich, nu een stadsdeel van Wiesbaden, en dat Wagner er graag het thema van neuriede terwijl hij over de Rijnbrug bij Kastel liep: “… met een prachtige zonsondergang en het prachtig zicht op de ‘gouden’ Mainz … “. Tientallen jaren later was het oordeel over de Hessische hoofdstad meer terughoudend: “De essentie van Wiesbaden is goedkope luxe en dure gemeenheid.” Elke plaats werd in het boek zorgvuldig onderzocht, biografisch verankerd, voorzien van dagboekaantekeningen of citaten uit brieven en door de auteurs (foto) nadrukkelijk in verband gebracht met de huidige tijd. Daphne Wagner (foto), dochter van Wieland Wagner, schreef het voorwoord. Een prachtuitgave. Niet te missen!Markus Kiesel Joachim Mildner Dietmar Schuth Wandrer heißt mich die Welt Auf Richard Wagners Spuren durch Europa Mit einem Vorwort von Daphne Wagner Duits 272 bladz. geïllustreerd uitg. Con Brio ISBN 978-3-940768-80-3