Bernardo Pasquini, “Quindici Sonate a due cimbali”, door Marina Scaioli en Francesco Tasini, op het label Tactus.

Bernardo Pasquini (1637-1710) is bekend gebleven door zijn werken voor klavecimbel. Eén van zijn klavecimbelwerken, “Gli Uccelli”.werd nl. gearrangeerd voor orkest door Ottorino Respighi.Bernardo Pasquini, geboren in Toscane in het dorpje Massa in Val di Nievole, was een leerling van Antonio Cesti en Loreto Vittori. Later verhuisde hij naar Rome en daar trad in dienst bij Prins Borghese. Daarna was hij organist van de Basilica di Santa Maria Maggiore. Hij genoot de bescherming van koningin Christina I van Zweden, voor wie hij in 1679, de opera, “Dov’è amore è Pieta”, componeerde. In de periode 1703-1708, verzorgde Bernardo Pasquini muzikale optredens met Alessandro Scarlatti en Arcangelo Corelli. Zij waren immers alle drie, lid van de Academie van Arcadia. Pasquini overleed in Rome en werd begraven in de basiliek van San Lorenzo in Lucina.De opname van de sonates voor twee klavecimbels van Bernardo Pasquini, meester van de Italiaanse stijl van het orgel en klavecimbel in de periode tussen het einde van de 17de– en het begin van de 18de  eeuw, is bijzonder interessant in het kader van de muziek, gewijd aan het genre van het partimento, de geavanceerde beoefening van de basso continuo, die in Italië, de basis vormde van het compositorisch en klavieronderwijs van de 18de –eeuwse, Napolitaanse school.

Pasquini was dan ook een vermaard klavecimbelspeler. Onder zijn leerlingen waren Tommaso Bernardo Gaffi en zijn neef, Felice Bernardo Ricordati. Veel belangrijke musici uit de late jaren 1600 en vroege jaren 1700 kregen les van hem, onder wie, Georg Muffat, die Pasquini in het bijzonder prees omdat hij hem de Italiaanse manier van orgel en klavecimbel had geleerd. Pasquini gaf ook les aan veel onbekende, maar in hun tijd, andere opmerkelijke musici, onder wie, Johann Philipp Krieger, Giuseppe Fabbrini, Floriano Arresti, Johann Georg Christian Störl en Franz Jakob Horneck, waarschijnlijk ook Ferdinand Tobias Richter en Carlo Domenico Draghi.In feite bestaan de sonates alleen uit de baslijnen waarop de twee uitvoerders de volledige compositie moeten creëren dankzij de technische en expressieve expertise verkregen uit een volmaakte kennis en ervaring van de uitvoeringspraktijk van die tijd. Marina Scaioli en Francesco Tasini gaan deze instrumentale uitdaging aan op twee Italiaanse historische klavecimbelkopieën, een Giovanni Ferrini en een Roberto en Federigo Cresci.Bernardo Pasquini Quindici Sonate a due cimbali Marina Scaioli Francesco Tasini Pasquini cd Tactus TC631804