Broken Fingaz, het multidisciplinary art collective, begon als een driekoppig graffiticollectief bestaande uit de kunstenaars Tant, Unga, (Kip) en Deso in Haifa in Israël, maar werd al snel internationaal actief in verschillende disciplines, o.a. street art, animatie, installatie en grafiek. Charlotte Jansen schreef nu het eerste boek over dit razend populair artcollectief.
“Tragic Mistake” (2011) was één van de eerste grote samenwerkingswerken van de BFC. Alle oorspronkelijke leden werkten aan dit grootschalig stuk (1,5 meter breed en tot 2,5 meter hoog) dat bestond uit zes lagen houten panelen, gesneden en beschilderd met acryl om een 3D-effect te creëren dat deed denken aan een stripboek uit de jaren ‘70. De techniek die werd gebruikt om het werk te maken, was destijds een nieuw medium voor de BFC en lag dichter bij toneel of decorontwerp voor theater, terwijl ze hun vaardigheden nog steeds gebruikten om op grote schaal met verf te werken. Het grafisch werk speelde met stijlfiguren uit klassieke strips, graphic novels en horrorfilms, waarin de natuur terugvecht tegen de stedelijke machine. Tragic Mistake werd opgevat als een dystopische visie op hun geboortestad Haifa, die we tegenkomen in een dramatische nabije toekomst. Everzwijnen (plaatselijk in de regio gevonden) zijn vleesetend geworden en hebben de stad overgenomen die op de achtergrond in vuur en vlam staat. De hammedup-horror is enigszins ironisch: op de achtergrond vecht Unga’s ‘Fat Man’-personage het uit tegen de zwijnen. Het werk werd voor het eerst tentoongesteld in 2011, in de groepstentoonstelling “Forally Speaking”, samengesteld door curator, Ruti Direktor, in het Haifa Museum, en reisde vervolgens naar de eerste solotentoonstelling van Broken Fingaz in Londen in 2012. In 2016, vijf jaar nadat Tragic Mistake was gemaakt, verwoestten bosbranden veel gebieden van Haifa. In 2020 kwamen wilde zwijnen zo veel voor in de stad dat het een gemeentelijke crisis werd zonder oplossing op het moment van het schrijven van dit boek…“Het Broken Fingaz (BFC) verhaal”, schrijft Charlotte Jansen, “begon op Mount Carmel, met een groep jonge kunstenaars, architecten en activisten genaamd Tav Group. Opgericht in 1989, richtten de leden van Tav zich op een bescheiden maar radicaal idee, nl. hun creatieve praktijk integreren met hun manier van leven, kunst en gemeenschap in symbiose. Ze woonden in kleine ronde huisjes die ze ‘paddenstoelen’ noemden op de heuvel, waar ze werkten en samen hun gezin en wat dieren grootbrachten. Het was in deze omgeving dat een deel van de BFC-leden is opgegroeid. Gezien deze unieke opvoeding was het niet meer dan normaal dat ze later Tavs nalatenschap zouden voortzetten (nu gevestigd in Haifa, waar de groep nog steeds actief is als een eco-architecturale praktijk) door collectief en samen te werken en een eigen gemeenschap op te bouwen met kunst als kloppend hart. Met hun unieke visuele stijl, een mix van skateboard visuals, modernistische schilderkunst en neo-psychedelia, doorbraken ze de muur tussen de zogenaamde Hoge Kunsten en de populaire cultuur. Het leverde hen wereldwijd fans op en leidde tot samenwerkingen met muzikanten als U2, Beck en Blink 182. BFC nam deel aan vermaarde groepsexpo’s in Saatchi Gallery London (‘Alchemy’, ‘Jealous Needs You’) en ‘Beyond the Streets’ in New York en bracht eerder gelimiteerd fanzines (tijdschriften uitgegeven door liefhebbers) uit, waarvan de 800 exemplaren binnen de twee weken waren uitverkocht waren.”“Toen BFC begon”, zo vervolgt ze, “hadden ze geen grootse ontwerpen. Zij zouden de eersten zijn om te zeggen dat het voor hen allemaal om plezier en vrijheid ging. Alleen hun realiteit was bijzonder extreem en hard, de meedogenloze zon in het Midden-Oosten, die ze vaak noemen in verband met hun felle kleurenpaletten, en de droge landschappen, alles om hen heen gebroken en verbroken door grenzen, geweld en oorlog. Schilderen op straat werd een manier voor de BFC om troost en solidariteit te vinden met anderen in de stad Haifa, een plek waar ze diep aan gehecht zijn. Dit was het begin van de jaren 2000, vóór smartphones en sociale media. Hun aandacht en ambities voor de eerste tien jaar van hun carrière waren lokaal. Maar langzaamaan, beginnend met posterkunst om optredens bekend te maken, bouwden ze een scene op in hun stad die hun generatie nieuw leven inblies. Ze begonnen een doel en een gemeenschap te vinden.”“Na een decennium in Haifa te hebben gewerkt”, zo lezen we nog, “zorgden platforms zoals Flickr en vervolgens Instagram ervoor dat de BFC een ruimer publiek begon te bereiken. Ze merkten dat ze snel aan populariteit wonnen, vooral omdat hun praktijk resoneerde met een nieuwe trend van straatkunst, een term die de kunstenaars weliswaar zelf nooit hebben echt gebruikt om hun werk te beschrijven. Een zelfgemaakte stop-motionvideo die op het dak van hun appartement in Haifa is opgenomen, ontplofte op YouTube. Ze kregen in het buitenland meer aandacht voor hun ambitieuze bombardementen en stukken, en het was onvermijdelijk dat ze uiteindelijk Haifa zouden verlaten. Maar elke keer dat ze dat deden, was hun belangrijkste hoop om het gevoel van hun gemeenschap naar andere plaatsen te brengen. Ze zouden nooit zomaar een muur schilderen en vertrekken; ze maakten vaten hummus om aan vreemden te serveren, bouwden een hele club, brachten luidsprekers, een tattoo-machine, en drukten dan zines, stickers en T-shirts zodat iedereen zijn eigen stukje ervan kon meenemen.”Charlotte Jansen is een Engels-Sri Lankaanse journaliste voor onder meer Elephant Magazine en auteur van de boeken “Girl on Girl” en “Photography Now” (foto’s).Charlotte Jansen Broken Fingaz Engels 271 bladz. geïllustreerd uitg. Lannoo ISBN 9789401474788