Dr. Rita Radetzky, “Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl”, een prachtuitgave van Noordboek.

De Drentse tuinarchitect, Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851), heeft als vertegenwoordiger van de (Engelse) landschapsstijl, een belangrijke bijdrage geleverd aan de tuinkunst in Nederland. Tussen 1819 en 1851, had hij nl. vrijwel het monopolie op de aanleg van tuinen en parken voor de elite en de gemeentelijke overheid in zowel Friesland, Groningen als Drenthe. Roodbaard werkte in de landschapsstijl die zich kenmerkte door kronkelpaden, slingervijvers, open en dichte tuindelen en tuinsieraden, zoals priëlen. Rita Radetzky beschrijft gedetailleerd zijn leven en werk, plaatst hem uitgebreid in de context van de tuinarchitectuur in Noordwest-Europa, en verklaart zijn succes.Lucas Pieter Roodbaard was in de eerste helft van de 19de eeuw, werkzaam als tuinarchitect/hovenier. Als zoon van een Assens hovenier, leerde hij het vak in de praktijk. Zoals nog tot ver in de 20ste eeuw gebruikelijk, was Roodbaard op het terrein van de tuinarchitectuur, autodidact. Eigentijdse publicaties van tuinontwerpen in de in die tijd moderne landschappelijke stijl, dienden hem tot basis om binnen de heersende mode tot een zeer persoonlijke stijl te komen, met organische grillige (cel-)vormen van perken en vijvers.Roodbaard maakte meer dan 50 ontwerpen voor onder meer parken en tuinen bij buitenplaatsen. Na de ontmanteling van de stadswallen in Leeuwarden, kwam er plaats voor de aanleg van stadsparken. Bij de aanleg ervan heeft Roodbaard een belangrijke rol gespeeld. Ook onder de Friese en Groningse adel bevonden zich veel opdrachtgevers voor Roodbaard. Het werk van Roodbaard kan geschetst worden als ‘romantisch’. Na de rechthoekige vormen, die tot die tijd gangbaar waren, koos hij voor ronde vormen en slingerpaadjes. Behalve tuinontwerper, was hij ook portretschilder. Zijn dochter, de modiste, Johanna, trad in de voetsporen van haar vader en beoefende de Oosterse snel tekenkunst. Roodbaard overleed vier jaar na het overlijden van zijn vrouw in 1851 in Leeuwarden, en werd er begraven op de door hemzelf ontworpen Stadsbegraafplaats.Roodbaard was favoriet binnen een groot netwerk van de Friese, Groninger en Drentse elite. Het leverde hem veel opdrachten op en hij ontwikkelde een eigen stijl waarin zijn beeldend vermogen een grote rol speelde. In de vroege jaren 20 van de 19de eeuw, verhuisde Roodbaard van Groningen naar Leeuwarden, waar hij te boek stond als architect van buitens en tuinen. Zeer gewaardeerd door gefortuneerde opdrachtgevers onder de adel, regenten en kooplieden, maar ook onder de lagere overheden, ging het Roodbaard voor de wind, zodat hij zich in 1832, een eigen, statig herenhuis in Leeuwarden kon veroorloven. Nog steeds is in Friesland en Groningen zijn tuinarchitectuur te bewonderen. Eén van zijn bekendste ontwerpen was de Prinsentuin in Leeuwarden (foto), waarvan de grond in 1819 door koning Willem I aan de stad was geschonken. Herinrichting van de bolwerken tot park en de aanleg van de algemene begraafplaats in Leeuwarden, volgden, alsmede talloze tuinen voor buitens als Staniastate (foto), De Klinze (foto), Vijversburg, Oranjestein (foto), De Braak en Ekenstein. In die tijd werd in Leeuwarden nl. een groot stedenbouwkundig plan uitgevoerd, waarbij de hele rand van de stad, van een groene zone werd voorzien. Maar ook bij de buitenplaatsen in Fryslân werden prachtige tuinen aangelegd, zoals Stania State in de Trynwâlden, maar ook bij Beetsterzwaag, een dorp in de gemeente Opsterland, in Friesland, iets ten zuiden van Drachten, en Oranjewoud (foto), een dorp in de gemeente Heerenveen.

Radetzky heeft met haar onderzoek, het eerste proefschrift geschreven over een 19de-eeuwse tuinarchitect in de landschapsstijl in Nederland, waarmee ze een lacune in de kennis over deze stijl opvult. Ze weet aan het licht te brengen waaróm Roodbaard vrijwel een monopolie positie had bij de aanleg van tuinen van de elite en van openbare parken. De landschapsstijl verspreidde zich rond 1750 vanuit Engeland naar het continent. Om Roodbaard in een breder kader van de tuinarchitectuur in Noordwest-Europa te kunnen plaatsen, heeft Radetzky ook het werk van andere belangrijke tuinontwerpers in Engeland, Duitsland en Nederland bestudeerd. Radetzky behandelt ook Roodbaards levensloop en oeuvre, tekenstijl en beïnvloeding door vakgenoten. Oorspronkelijk was hij hovenier, vervolgens kort portretschilder en vanaf 1819 architect van buitenplaatsen. In zijn werk is de invloed vooral van het modellenboek van vakgenoot Gijsbert van Laar en via hem van Duitse tuinarchitecten en theoretici te bespeuren. Roodbaard wist een eigen stijl te ontwikkelen waarin zijn beeldend vermogen als tekenaar en schilder een grote rol speelde. Hoewel Roodbaard geen opvolgers heeft opgeleid, vond zijn werk navolging en waardering. Dat laatste is bijvoorbeeld vastgelegd in egodocumenten en reisbeschrijvingen van tijdgenoten, maar het meest opvallende was de waardering door de bekende, Nederlands tuin- en landschapsarchitect, Leonard Springer (1855-1940). Zowel zijn uitgebreid oeuvre als de beïnvloeding door Nederlandse en buitenlandse tuinarchitecten zijn door de auteur geanalyseerd. Nieuw is de methode van reconstructie van zijn werkwijze op basis van niet eerder gebruikte archivalia. Ten slotte besteedde de auteur van dit rijk geïllustreerd boek met veel onbekend beeldmateriaal, aandacht aan de navolging en waardering van het werk van Roodbaard, één van de grote figuren op het gebied van de Engelse landschapsstijl, naast Jan David Zocher junior (1791- 1870) en Hendrik van Lunteren (1780-1848).Het boek bestaat uit 7 uitgebreide hoofdstukken. Na de Inleiding, met o.a. de Stand van bet onderzoek naar Roodbaard, afbakening van het onderzoek, centrale vraagstelling en onderzoeksvragen, perspectief, methoden en bronnen, volgt de bespreking van de vroege landschapsstijl en de ontwerpers in Engeland, Duitsland en Nederland, de landschapsstijl in Engeland (Charles Bridgeman, William Kent, ‘Capability’ Brown, Humphry Repton), de landschapsstijl en de ontwerpers in Duitsland (Hirschfeld, Schoch, Sckell en Hermann Fürst von Pückler-Muskau), en de ontwikkeling van de landschapsstijl in Nederland tot 1820. In het hoofdstuk over Roodbaards “Leven en leefwereld”, gaat het o.a. over zijn ontwikkeling in Assen na 1750, zijn vader, Pieter Harms Roodbaard, zijn opleiding tot hovenier en zijn studie aan de Academie van Teken-, Bouw- en Zeevaartkunde in Groningen, zijn verblijf in en deelname aan de expositie in Amsterdam, portretschilder in Groningen, tuinarchitect in Friesland, zijn eigen huis in Leeuwarden, de laatste jaren en de nalatenschap.

In de 2 hoofdstukken, respectievelijk gewijd aan Roodbaars opdrachtgevers en zijn oeuvre, ontmoet u o.a. de kring van de adellijke Hora Siccama’s, de kring rond de families Oosting en Cats, het netwerk van Marcus van Heloma, opdrachten voor de overheid en particuliere opdrachtgevers met landschapstuinen van andere ontwerpers, Roodbaards techniek en tekenwijze, en de beïnvloeding door het werk van o.a. Gijsbert van Laar (1767-1820). De hoofdstukken 6, 7 en 8, bevatten de beschrijving en analyse van de ontwerpen van dertien afzonderlijke tuinen, o.a. de Prinsentuin in Leeuwarden, Ekenstein in Tjamsweer, de tuin van J. M. Riedel in Kollum, Roptastate in Wijnaldum, en Voormeer in Heerenveen, Roodbaars werkwijze, en de receptie en invloed op andere tuinarchitecten, o.a. Geert Kornelis Vroom, en vader en zoon, Lambertus (1807-1854) en Gerrit (1834-1906) Vlaskamp. Na de Slotbeschouwing, “De ontwikkeling van de landschapsstijl in Noordwest-Europa”, volgen nog 3 kaarten met de plattegronden, van Assen, Groningen, Leeuwaarden en woonadressen, en 17 bijlagen (tabellen, lijsten en overzichten van o.a. Roodbaards genealogie, tekeningen, projecten, opdrachtgevers en de oppervlakten van tuinen en parken). Een monumentale uitgave. Niet te missen!Rita Radetzky (°1952) studeerde kunstgeschiedenis en klassieke archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij publiceert over de elitecultuur, in het bijzonder over architectuur en tuinarchitectuur in Friesland. In 2021 promoveerde zij op het onderzoek Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard en de landschapsstijl.Dr. Rita Radetzky Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl 446 bladz. geïllustreerd uitg. Noordboek ISBN 9789056157517

https://www.stretto.be/2020/08/30/ontdek-states-en-stins-van-de-alde-fryske-adel-bij-uitgeverij-noordboek-is-nl-het-magistraal-boek-dekema-state-jelsum-biografie-van-een-landgoed-van-yme-kuiper/