“London Nights, Tippett, Britten, Bridge, Ireland & Arnold Bax”, door pianiste Franziska Lee, op het label Capriccio. Heel bijzonder!

Franziska Lee heeft naam gemaakt als een uitzonderlijke pianiste met een orkestraal kleurenpalet. Na haar debuutalbum met een exclusief 20ste-eeuws Frans programma (Capriccio C3006), heeft ze nu haar tweede cd gewijd aan Engelse componisten uit dezelfde periode. Samen vertellen ze het verhaal van hun tijd, van Brittens uitbundige “Holiday Diary”, een vrolijk intermezzo van tussen de twee wereldoorlogen, tot Tippetts Pianosonate nr. 1, gecomponeerd aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Met moeiteloze virtuositeit en muzikaal inzicht werpt Lee een helder, sonoor licht op een minder bekend maar magnifiek pianorepertoire. Een hele verdienste!Op haar programma staan o.a. 2 Sonaten en een ballade. Ze koos werk van Arnold Bax (1883-1953), Frank Bridge (1879-1941), Benjamin Britten (1913-1976), John Ireland (1879-1962) en Michael Tippett (1905-1998) (foto). Michael Tippetts Sonate nr. 1 voor piano werd opgedragen aan de Engelse schrijver en muzikant Francesca Allinson, Tippetts vriendin en vertrouwelinge. De drijfveer achter de Sonate was Tippetts wens om muziek te schrijven die schoon en helder moest zijn van toon en textuur, een soort moderne Scarlatti-creatie, die zich moest afwenden van een zwaar, gegermaniseerd en te ernstig werk. Het begint met een reeks variaties. Het langzaam deel, het emotioneel hart van het stuk, is een prachtige meditatie op het bekend Schots deuntje “Ca’ the Yowes, to the Knowes”. Er volgt een strak opgebouwd, Beethoveniaans Scherzo, en in de finale, een rondo, introduceert Tippett elementen uit de Amerikaanse populaire muziek, waaronder een cakewalk en blues.Benjamin Brittens vroege Suite, “Holiday Diary”, op 5, opgedragen aan Arthur Benjamin, roept een vooroorlogse vakantie aan zee op. In het eerste stuk, “Early Morning Bathe”, steekt de vocatie van opspattend water. In het typisch rustige “Sailing” weerspiegelt het middelste gedeelte, onstuimig weer. “The Fun-Fair” is een virtuoos toccata, onderbroken door verschillende contrasterende episoden, en de afsluitende nocturne heet “Night”. De “Diary” is gebaseerd op herinneringen aan Brittens dagen in Lowestoft (East Suffolk) of in Great Yarmouth (foto), een Engelse kustplaats aan de Noordzee, waar Charles Dickens in 1850, zijn “David Copperfield” schreef, en waar de Engelse schrijfster, Anna Sewell (1820-1878), de auteur van “Black beauty” (1877), werd geboren.In de drie schetsen van Frank Bridge, is het meest populaire nummer, het tweede, Rosemary , dat “ter herinnering” is. Dit heerlijk romantische muziekstuk betovert de luisteraar. Het eerste nummer, April, is subtiel briljant, de magie hier is nerveus, met chromatische passages en een oefening in arpeggio’s. De Valse capricieuse is minder vluchtig en weemoediger dan de titel doet vermoeden. De hele suite behoort tot Bridge’s periode van Edwardiaanse romantiek voordat hij het impressionisme ‘ontdekte’ en vervolgens overging in zijn meer dissonante (Bergiaanse) modernistische fase. Toch is het effect van de Three Sketches groter dan alleen salonmuziek. Er is hier veel dat het hart raakt en het hoofd informeert.

John Irelands “The Ballade of London Nights” uit 1930, werd voltooid door Alan Rowlands, die het op 6 juni 1965 in première speelde. De titel werd waarschijnlijk beïnvloed door Arthur Symons’ poëziecollectie “Days and Nights”, uit 1895, die soortgelijke thema’s van zwerven door de stad omvat. De muziek maakte deel uit van de werken van Ierland, geïnspireerd door  de bruisende, Engelse hoofdstad. Andere werken geïnspireerd door Londen waren zijn London Pieces (Chelsea Reach, Ragamuffin en Soho Forenoons), en zijn London Overture of Comedy Overture met zijn muzikaal onomatopee “’Dilly! Pica-dilly!”, de “call” van een Londense busbestuurder. De zeven minuten durende Ballade verkent verschillende stemmingen, van rustige, dromerige muziek tot een verpletterende bitonale cascade over verschillende octaven.In 1910 ging Bax naar Oekraïne, op zoek naar een Russische dame, Natalia Skarginska, op wie hij verliefd was geworden. De relatie liep echter op niets uit. De muziek weerspiegelde de wanhoop van Bax over het verlies van Natalia’s genegenheid. De formele constructie van de Sonate knipoogt naar Liszt, en de muzikale taal naar Skrjabin en Balakirev. De algehele stemming is leed, geweld en wanhoop in plaats van tederheid. Het einde is een prachtige evocatie van de paasklokken in Sint-Petersburg.De talentvolle, Koreaanse pianiste, Jee-Eun Franziska Lee (°1988), geboren in Seoel, voltooide haar muziekstudie bij Hee Sung-Joo aan de Seoul National University als de beste van haar jaar. In 2011 kwam ze naar Duitsland als beursstudent van de Duitse Academische Uitwisselingsdienst (DAAD) om haar masterdiploma bij Sontraud Speidel te behalen en daarna haar solo examen piano aan de Muziekuniversiteit van Karlsruhe. Ze voltooide beide met onderscheiding en was ook een beursstudent van de Zonta Club Karlsruhe. Verdere artistieke impulsen kreeg ze van Peter Lang in het Mozarteum in Salzburg en van Françoise Thinat. Naast haar concertactiviteiten zet Franziska Lee zich in voor het promoten van jonge muzikanten. Ze was assistent van Prof. Sontraud Speidel bij de masterclasses aan de J&R Music Academy in Korea, is een vast jurylid voor ” Jugend musiziert ” op regionaal en nationaal niveau, en is lid van de jurycommissie van internationale wedstrijden zoals The International Pianoconcours “Città di Treviso”. Sinds het wintersemester 2017/18 geeft ze les aan de Hochschule für Musik in Karlsruhe.Tracklist:

Tippett: Piano Sonata No. 1 ‘Fantasy Sonata’

Britten: Holiday Diary Op. 5 for solo piano

Bridge: 3 Sketches for Piano, H. 68

Ireland: Ballade of London Nights

Bax: Piano Sonata No. 1 in F-Sharp Minor, GP 127London Nights Tippett, Britten, Bridge, Ireland & Arnold Bax Franziska Lee Klavier/Piano cd Capriccio C3010