Leonard Bernstein, “Candide”, door Leonardo Capalbo, Jane Archibald, Anne Sofie von Otter en Thomas Allen, en het London Symphony Orchestra & Chorus o.l.v. Marin Alsop, op het label LSO Live. Beter kan niet!

Marin Alsop dirigeert het London Symphony Orchestra in een nieuwe opname van Leonard Bernsteins komische, losbandige en satirische operette, gebaseerd op Voltaire’s satirische novelle, in een uitvoering vol droge en absurde humor, vol opzwepend optimisme. Gemaakt bijna drie decennia na de eigen iconische opname van de componist zelf, werd de nieuwe versie van Alsop vastgelegd tijdens feestelijke concerten ter gelegenheid van het eeuwfeest van Bernstein.

In tegenstelling tot het onmiddellijk succes van zijn musicals “West Side Story” en “On the Town”, was de komische operette van Leonard Bernstein, “Candide”, niet zo fortuinlijk. De oorspronkelijke Broadway-productie uit 1956 was een ramp voor de kassa en werd na slechts drieënzeventig uitvoeringen gesloten. Een deel van de kritiek kwam voort uit een waargenomen mismatch tussen de ernst van het libretto en de meer luchtige toon van de muziek, gecombineerd met de inherente moeilijkheid om Voltaire’s satirische, schelmenroman aan te passen. Bernstein zelf lijkt deze problemen te hebben erkend, want hij heeft er in de daaropvolgende decennia vele malen aan gesleuteld, zozeer zelfs dat er verschillende versies zijn. Zijn eigen opname uit 1989 was een poging tot een definitieve structuur, en toch waren er zelfs na zijn dood het jaar daarop, verdere toezeggingen om de partituur te herzien, waaronder een door dirigent en Bernstein-protégée Marin Alsop voor haar semi-geënsceneerde uitvoeringen in New York in 2004, die de basis was van deze opname met het London Symphony Orchestra.Alsop koos voor een One Acter, die in grote lijnen lijkt op die van Bernstein, aangezien deze voorstelling semi-geënsceneerd was, en laste er ook verschillende passages in die bedoeld waren om scènewisselingen te onderstrepen. Alsop gaf de voorkeur aan een veel slanker 2de bedrijf, waar door we nummers verliezen als “Quiet”, “Words, Words, Words” en “Nothing More Than This”, maar aan de andere kant krijgen we dan wel het kort maar aangenaam “Sheep Song”, waarin Paquette klaagt over de verveling van het paradijs dat Eldorado is, waar, volgens de overlevering, er “liefde is zonder bezit, vrijheid zonder vergunning, en gerechtigheid zonder advocaten, en schapen, veel schapen…Candide is een jonge, zachtaardige, onnozele hals die woont op het kasteel van Baron Thunder-Ten-Thronckh, waar hij samen met Cunégonde (de dochter van de baron en Candides geliefde) en haar broer de lessen volgt van professor Pangloss, de leraar en filosoof op het kasteel. Omdat hij Cunégonde zoent wordt Candide uit het kasteel verdreven en gaat hij ronddwalen. Hij beleeft allerlei avonturen die hem en zijn leraar Pangloss naar diverse landen zoals Nederland, Portugal, Suriname, Eldorado, Frankrijk en Turkije brengen. Zij ontmoeten op hun reis telkens weer mensen die de vreselijkste dingen hebben meegemaakt. Maar ook henzelf blijft maar weinig gespaard. Ze ontdekken toevallig het El Dorado, waar Candide steenrijk wordt, maar die rijkdommen is hij ook zo weer kwijt. Telkens weer herhaalt Pangloss dat het toch de beste van alle mogelijke werelden is.Voltaire’s bijtend satirische roman “Candide ou l’optimisme”, gepubliceerd in 1759, richtte zich onder andere tegen Leibniz’ these van de beste van alle mogelijke werelden, maar ook tegen de maatschappij van die tijd, aristocratische verwaandheid, puriteins snobisme, leugenachtige moraal en inquisitoriale aanvallen op het individu. De librettiste Lillian Hellman en componist Leonard Bernstein, zagen dat ook zo en begonnen aan het maken van een Broadway-show die Voltaire naar de 20ste eeuw zou transponeren. Een verregaande herwerking tot een eenakter en nieuwe teksten (o.a. van Stephen Sondheim) zouden het stuk uiteindelijk in 1974, de doorbraak bezorgen die het verdiende.Afgezien van deze veranderingen, is het fascinerend om de andere benadering te horen die Alsop in het algemeen hanteert. Veel van de gekke chaos en manische energie van Bernstein werd vervangen door een meer gemakkelijke sfeer die de muziek aantoonbaar meer ruimte geeft om te ademen. Zelfs in de verbindende vertellingen, terwijl Adolph Green een bittere, wereldvermoeide houding aannam voor Bernstein, neemt Thomas Allen hier een meer vaderlijke, speelse toon aan met zijn voordracht.  Het idee dat de bestaande wereld de beste van alle mogelijke werelden is (le meilleur des mondes possibles/Die beste aller möglichen Welten), werd in 1710 geformuleerd door de Duitse filosoof Gottfried Leibniz in zijn Théodicée. Leibniz probeerde in dit werk het probleem van het lijden logisch op te lossen en kwam tot de conclusie dat er geen betere wereld mogelijk is dan de huidige. Als er wel een betere wereld mogelijk was, dan had de goede God die immers wel geschapen. Leibniz’ redenering was voor Voltaire aanleiding om hem op de hak te nemen in “Candide”, waarin dr. Pangloss (Grieks pan- + glossa: die alle talen spreekt) vanuit misplaatst optimisme, alle ellende in de wereld wegredeneert. Het optimisme wordt verpersoonlijkt door de figuur Pangloss, die model staat voor de filosofie van Leibniz of zelfs voor Leibniz zelf, en het pessimisme door Martin.Allen zingt ook de rol van Dr Pangloss en levert nummers als “The Best of All Possible Worlds” en “Dear Boy”. De rest van de mannen zijn ook in topvorm, vooral Thomas Atkins als de kromme Nederlandse scheepskoopman, Vanderdendur in “Bon Voyage”, en Marcus Farnsworth als een aangenaam ijdele Maximiliaan, die in “Life is Happiness”, geobsedeerd is door het mogelijk opflakkeren van een puistje. Evenzo maakt Leonardo Capalbo indruk in de titelrol, ontroerend teder als hij rouwt om de schijnbare dood van zijn geliefde Cunegonde in zijn “Lament”. Het zijn weliswaar de dames die de show stelen. Jane Archibald als Cunegonde is behendig acrobatisch in het vocaal vuurwerk van “Glitter and Be Gay”, terwijl Anne Sofie von Otter, het vrolijk ophangt als de single-biltocked Old Lady in zowel haar vertolking van “I Am Easy Assimilated” als in haar bijdrage aan het Act Two-ensemble, “What’s The Use”.Het London Symphony Koor, dat zich met gemak van de juichende menigte in de “Auto-da-fé” naar de verstilde, ontroerende eenvoud van “Universal Good” beweegt, is ronduit schitterend. Evenzo is het orkest. Somber in de klaagzang van Candide, opschepperig weelderig in “The Paris Waltz”, en oogverblindend stralend als de hoofdrolspelers aankomen in Eldorado, de verloren stad van goud. Het slotnummer, “Make Our Garden Grow”, is buitengewoon krachtig en eindigt met het geruststellend optimistisch gevoel. Onweerstaanbaar, de beste van alle mogelijke producties !

Rolverdeling:

Leonardo Capalbo (Candide)

Jane Archibald (Cunégonde)

Anne Sofie von Otter (The Old Lady)

Sir Thomas Allen (Dr Pangloss, Narrator)

Thomas Atkins (First Judge, Señor,Governor Vanderdendur/Venice Prefect),

Marcus Farnsworth (Maximillian/Captain/Second Judge)

Frederick Jones (Baron/Grand Inquisitor/Don Isaac/Señor/Manuel/Cacambo/Ragotski)

Carmen Artaza (Paquette)

Lucy McAulay (Barones,Tweede Schaap).Leonard Bernstein Candide Leonardo Capalbo  Jane Archibald Anne Sofie von Otter Sir Thomas Allen London Symphony Orchestra & Chorus Marin Alsop 2 cd  LSO Live LSO0834