Heel mooie “Four in One – 35 Years of Brisk Recorder Quartet Amsterdam”, op het label Globe Records.

De cd “Four in One” van het ensemble Brisk, Marjan Banis, Susanna Borsch, Bert Honig en Alide Verheij, bevat een staalkaart van het rijk repertoire van het Amsterdams blokfluitkwartet, een repertoire met zowel oude muziek, nieuw voor hen geschreven werk, als bewerkingen van romantische muziek.

In 1535 schreef Silvestro Ganassi in “Opera intitulata Fontegara”, dat de blokfluit heel goed de menselijke stem kon imiteren door de articulatie en de stroom van de adem. Voor deze musicus en muziektheoreticus was dat een ideaal dat zoveel mogelijk nagestreefd moest worden. De blokfluit heeft een relatief klein repertoire, maar die beperking is een uitdaging. BRISK heeft er alles aan gedaan om het repertoire te vergroten, en maakte talloze eigen bewerkingen in de traditie van het instrument. Muziek voor orgel was en is daarbij een voortdurende bron van inspiratie, maar ook het arrangeren van vocale muziek, voorzien van diminuties en versieringen naar historische modellen. “Consortspel is onze grote liefde”, zo luidt het. “Ein Consort ist wenn etliche Personen mit allerley Instrumenten zusammen in einer Compagny und Gesellschaft gar still, sanfft und lieblich accordiren, und in anmutiger Symphonia mit einander zusammenstimmen”, schreef componist en muziektheoreticus Michael Praetorius in 1619 in zijn traktaat “Syntagma musicum”.“De term consort heeft niet alleen betrekking op een groep spelers, maar ook op een set instrumenten, in ons geval op het blokfluitconsort”, zo klinkt het. “Bij onze zoektocht naar een eigen, herkenbaar geluid, zijn we enorm geïnspireerd door diverse blokfluitbouwers. Adrian Brown en Peter van der Poel zijn de makers van onze consort-blokfluiten, kopieën van instrumenten uit de renaissance. Die klinken bij deze opname onder meer bij de muziek van Dufay, Obrecht, Clemens en Palestrina.” Het woord brisk wordt in Engelse consortmuziek altijd gebruikt bij een sfeeromslag, als de muziek plotseling levendiger wordt en verandert van sfeer en kleur.BRISK heeft daarnaast een omvangrijk instrumentarium van barokinstrumenten. “We waren ook zelf, samen met het Flanders Recorder Quartet en het Loekie Stardust Quartet, de initiatiefnemers voor de bouw van een contrabasblokfluit in barokstemming van de Amerikaanse blokfluitbouwer Friedrich Von Huene”, zo vertellen ze. “Zijn grootbas en contrabas zijn voor ons onmisbaar bij het uitvoeren van Bach’s orgelwerk in achtvoet bezetting. Verder hebben we ook moderne instrumenten, waaronder de vierkante instrumenten van Herbert Paetzold met hun markante, percussieve klank, die we bij deze opname gebruikt hebben voor de grillige Mexicaanse Salupita van Juan Felipe Waller.”“Four in One” is het perfect motto voor 35 jaar BRISK. Maar dat motto heeft niet alleen betrekking op het jarige BRISK, het verwijst ook naar de canon, de bekendste muzikale vorm van vier-in-één. Door één melodie na elkaar in te zetten ontstaat een meerstemmig geheel. Canons van Dufay en Obrecht tot en met Brahms, Scriabin en Zuidam vormen de rode draad van deze cd. Daarnaast komen er andere imitatieve vormen aan de orde die in de muziekgeschiedenis zijn toegepast. Want ook het fijn geëtst stemmenweefsel van de Vlaams-Bourgondische polyfonie en de fuga’s van Bach, vonden hun oorsprong in het canonisch schrijven.De muziek op deze cd, wordt omarmd door twee zes stemmige canons. De twee onderste stemmen daarvan worden door Laurens de Man (foto) op een kistorgeltje gespeeld. Het schrijven van raadselcanons was een populair tijdverdrijf voor componisten. De Italiaanse muziektheoreticus Pietro Cerone behandelde in zijn boek “El Melopeo y Maestro”, diverse canons, waaronder een intrigerende raadselcanon die wordt toegeschreven aan Cipriano de Rore. Van die canon is de muziek overgeleverd als eenstemmige melodie met een enigmatisch gedicht over zes personen: vier broers, hun zus (la sorella met de noten la sol re la) en een zesde persoon die haar volgt. De vijfde en zesde partij worden op het orgel gespeeld, terwijl de fluiten de melodie van de vier broers spelen. In cantates en opera’s was voor de blokfluit vaak een bijzondere rol weggelegd. Op speciale momenten kleurde de heldere blokfluitklank het verhaal. Zo werd het instrument geassocieerd met vogels, het bovennatuurlijke, pastorale scènes, de wind, het verglijden van de tijd en treurmuziek.De twee bovenste stemmen van de Fuga duorum temporum van Dufay, hebben in canon de tekst van het Gloria, terwijl de onderste stemmen ad modum tubae, op de manier van een bazuin, om en om motieven spelen. De ballata (Italiaanse liedvorm uit de 14e eeuw) Invidia nimica is het tegendeel van die hemelse vrede. Het lied gaat over de afgunst, de vijand van ieder grootmoedig mens, die alles kapotmaakt tussen ouders en kinderen en tussen broers en zussen. A l’arme, a l’arme, een virelai (Franse liedvorm uit de 14e en 15e eeuw) van Grimace, drukt een heel ander soort strijd uit, de fanfare-achtige motieven aan het begin roepen een dame op om de wapens op te nemen voor haar minnaar.Vogels spelen een rol in het weemoedig La tortorella van Jacob Obrecht over een tortelduif met liefdesverdriet. De canon uit Méditations sur la liberté et l’égalité van Robert Zuidam roept associaties op met een zwerm vogels, je ziet bijna voor je hoe ze in wonderlijke bewegingen door de avondlucht scheren. In Dualfin van Juan Felipe Waller klinkt het bovennatuurlijke door: ondefinieerbaar gekwetter in de verte, uitgevoerd op door hem ontworpen blokfluiten. Het pastorale is te horen in Angelus Domini van Clemens non Papa over de herders die plotseling een engel in het veld zien die de geboorte van Jezus aankondigt. Voor Four in One is de blokfluit ook verbonden met het stromen van de adem. In Aerinon van Calliope Tsoupaki is dat een mediterraan briesje met Griekse mandolines, in Super flumina Babylonis van Palestrina zijn het de stromende rivieren van Babylon waar het treurend volk Israël in ballingschap was, en in Salupita van Juan Felipe Waller is dat een woeste Mexicaanse storm.

Het verglijden van de tijd is het thema van een hymne van Johannes Steurlein:

“Das alte Jahr vergangen ist.

Wir danken dir, Herr Jesu Christ,

Dass du uns in so groß Gefahr

Bewahrt hast lange Zeit und Jahr.”Bach bewerkte deze hymne als koraal en als koraalvoorspel. Het voorspel is chromatisch en melancholisch, prachtige diepzinnige muziek. Is het toeval dat dit stuk exact twaalf maten heeft, net als de maanden van het jaar? In “Generations around me” van Celia Swart, worden in vier in elkaar overlopende delen steeds andere levensfasen hoorbaar, waarin steeds één van de vier stemmen wat meer op de voorgrond treedt, een contemplatief begin, een meer persoonlijke fase, een hectische fase en een harmonieus einde dat langzaam uitvibreert. En tot slot, hun hang naar het romantische. Die muziek hoort traditioneel helemaal niet bij het blokfluitrepertoire, maar past wel heel sterk bij hen en werkt wondermooi op hun instrumenten. Ze kozen voor twee pianowerken, een canon van Scriabin, en een nocturne van Tsjaikofski, die Toek Numan voor hen bewerkte. In de zes stemmige canon “Einförmig ist der Liebe Gram” van Brahms, herkent u de noten van het laatste lied uit de Winterreise van Schubert, over de oude man die met verkleumde vingers, op blote voeten op het ijs op zijn draailier speelt. De cd werd opgenomen in de Dorpskerk (foto’s) in Kethel in Schiedam. Warm aanbevolen.Tracklist:

Rore: Canon

Dufay: Invidia nimica – Fuga duorum temporum

Grimace: A l’arme, a l’arme

Tsoupaki: Aerinon

Waller: Salupita – Dualfin

Obrecht: Fuga – La Tortorella

Palestrina: Super flumina Babylonis

Swart: Generations around meClemens non Papa: Angelus Domini

Zuidam: Méditations sur la liberté et l’égalité III

Bach: Das alte Jahr vergangen ist BWV 288 & 614 – Die Kunst der Fuge (Fuga a 4 voci, alla duodecima)

Janssen: De Meesterfout

Skrjabin: Canon in d

Tsjaikovski: Nocturne op. 19 nr. 4

Brahms: Einförmig ist der Liebe Gramm

Four in One 35 Years of Brisk Recorder Quartet Amsterdam cd  Globe Records GLO 5283