“Mortua dulce cano, A Florilegium of Late Renaissance Lute Music”, door Michał Gondko, op het label Ramée.

Dum vixi tacui; mortua dulce cano: “Tijdens mijn leven zweeg ik, dood, zing ik lieflijk.” Gevonden op het portret van de 16de-eeuwse luitbouwer, Gasparo Duiffopruggar (Gaspar Tieffenbrucker), verbeelden deze woorden, gesproken door het denkbeeldig toonhout, dat eeuwenlang werd gebruikt bij de vervaardiging van snaarinstrumenten, passend zijn dubbelleven. Deze opname viert een historisch instrument waarvan de stem de tijd niet tot zwijgen heeft gebracht, de anonieme, zogenaamde “Presbyter” luit, mogelijk gemaakt in Padua in 1595.

Gasparo Duiffopruggar (1514-ca.1570) was een instrumentenbouwer. Zijn oorspronkelijk Duitse familienaam werd ook wel gespeld als Tieffenbrucker. Hij wordt verondersteld te zijn geboren in de buurt van Füssen in Beieren, Duitsland, maar verhuisde in 1553 naar Lyon, waar hij het grootste deel van zijn werk deed. Hij was een van de eersten die de viool in zijn moderne vorm produceerde.

Duiffopruggar-instrumenten zijn zeldzaam en behoren tot de familie van de gamba’s. De meeste instrumenten met zijn labels zijn weliswaar reproducties van zijn instrumenten. De beste voorbeelden kwamen uit het atelier van de Parijse vioolbouwer, Jean-Baptiste Vuillaume. Ze werden gemaakt voor Vuillaume door Honoré Derazey (1794-1883) en verkocht aan het publiek om aan de vraag naar oudere instrumenten te voldoen. Deze instrumenten kunnen echter worden onderscheiden van de originelen door verschillen in de labels van de viool, het vakmanschap en het type van het instrument. Omdat er echter nooit is ontdekt, dat een viool daadwerkelijk door Tieffenbrucker is gemaakt, is de huidige overtuiging dat “Duiffopruggar” eigenlijk nooit violen heeft gemaakt, maar dat hij bijna alleen luiten maakte, verschillende instrumenten van andere makers verkocht, en zijn naam werd gebruikt om een merk van commerciële instrumenten gemaakt voor Vuillaume, te verkopen.

De “Presbyter”, één van de oudste nog bespeelbare luiten die er bestaat, werd hersteld naar zijn waarschijnlijke eerste configuratie (een zeven-snarige luit) en heeft nog steeds zijn originele klankbodem en achterkant. Geïnspireerd door het kosmopolitisch karakter van de bloemlezingen van luitmuziek die zijn samengesteld ten tijde van de veronderstelde voltooiing van het instrument, toont Michał Gondko zijn expressief potentieel met een divers programma, waarbij de nadruk wordt gelegd op een gevarieerd en hoogwaardig, maar grotendeels verwaarloosd repertoire.

Op de cd staat nl. werk van Valentin Bakfark (ca.1526-1576), Giulio Cesare Barbetta (1540–1603), Diomedes Cato (1560–1627), Giovanni Battista Domenicho, Alfonso Ferrabosco (1543-88), Vincenzo Galilei (ca.1520-91), John Hosking (°1976), Simone Molinaro (ca.1570–1636), Jacob le Polonais (ca.1545–ca.1605), Matthäus Reymann (ca.1565-ca.1625), Kasper Sielicki, Lorenzino Tracetti en John Whitfield (1588-1616).

De luitist, Michał Gondko, is oprichter en samen met Corina Marti, artistiek directeur, van La Morra. Onder hun gezamenlijke leiding heeft La Morra hoogstaande onderscheidingen gekregen als de Diapason d’Or, de Jahrespreis der deutschen Schallplattenkritik, de Noah Greenberg Award, Gramophone, en International Classical Music Award-nominaties van de American Musicological Society. Hij deelde ook het podium in kamermuziekprojecten met musici als Dame Emma Kirkby, Montserrat Figueras en Jordi Savall. Recentere samenwerkingen zijn onder meer een duo partnerschap met de eminente luitist Nigel North.

Zijn muzikaal pad begon in zijn geboorteplaats Warschau, waar hij klassieke gitaar studeerde aan de Fryderyk Chopin University of Music, voor hij naar Bazel verhuisde (waar hij sindsdien woont), om zich exclusief te wijden aan de luit. Vervolgens studeerde hij af aan de Schola Cantorum Basiliensis bij Hopkinson Smith. Sindsdien hebben concertreizen hem naar de meeste Europese landen gebracht, maar ook naar de VS, de landen van het Midden-Oosten, China en Japan. Als een van de toonaangevende luitisten van zijn generatie, streeft hij zijn artistieke doelen na als solist, muzikaal leider en begeleider, waarbij hij vooral gefascineerd is door de Europese polyfone muziek van de middeleeuwen en de renaissance. Sfeervol muzikaal vakmanschap en verkennende concertprogramma’s zijn algemeen erkende handelsmerken van zijn werk.

https://thefrenchconsortproject.com/2021/01/19/gaspard-duiffoprugcar-and-french-five-string-viols/Tracklist:

Giulio Cesare Barbetta: Padoana Ottava, Deta Zo per la Brenta

anon.: Ricercata

Galilei: Calliope

Tracetti: Praeludium

Molinaro: Saltarello

anon.: Currentes

Domenicho: Bergamasco

Sielicki, K: Praeambulum

anon.: Ballo polacho

Polonois: Courante

anon.: Gagliarda polacha

Cato: Fantasia

Bakfark: Pass’ e mezo detto L’ongaro

Nicolas de Rans: Branles

anon.: Es seind doch selig alle die

Reymann: Galliarda

Johannes Spalkaiber: Praeambulum

anon.: Jungfrau von schön gestalt

Benedictus de Drusina: Fantasia

anon.: Tantz des Graffen von Manßfeldt/Proportio

Hosking: Praeludium/A Gailliarde

Anonymous, John Coprario: Allemandt à Globe/Jigge of Cooper

Barick Bulman: A Paven

Ferrabosco, A I: A Galliard

Robert Askue: A Gigg

Whitfield: The English Huntsuppe

anon.: Toys

Mortua dulce cano A Florilegium of Late Renaissance Lute Music Michał Gondko Presbyter Lute (1595) cd Ramée RAM2007