“The Queen’s Favourites Music for oboe band at the court of Anne Stuart”, door La Petite Écurie, op het label Arcana. Heerlijk!

La Petite Écurie presenteert op haar debuutalbum een fascinerende verzameling Engelse muziek van de meest gerespecteerde componisten van rond 1700. Op de cd staan Suites van Gottfried Finger (ca.1660–1730), Thomas Morgan (1691-1699), James Paisible (ca.1656-1721) en Henry Purcell (1659-1695).De machtsovername in 1688-1689 door de Nederlandse stadhouder Willem III van Oranje-Nassau en zijn gemalin Maria Stuart II (foto), als koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland, ging de geschiedenis in als de “Glorious Revolution”. De muziek hernam geleidelijk haar plaats in de rituelen en genoegens van het koninkrijk en het was Henry Purcell die Engeland opnieuw een stem gaf, waardig aan zijn glorieuze wedergeboorte en grandioze ambities.

Na William III of England, regeerde Anne Stuart (1665-1714) (foto), bekend als Queen Anne, de laatste vorst uit het Huis Stuart. Zij was van 1702 tot 1707, koningin van Engeland en Schotland en daarna tot 1714, van Engeland. Anne was de dochter van koning James II en zijn eerste vrouw, Ann Hyde. In 1683, huwde ze in de koninklijke kapel van St. James’s Palace, met George van Denemarken, bekend als Prince George of Denmark (1653-1708). Koningin Anna werd in totaal zeventien keer zwanger. Twaalf van haar zwangerschappen liepen uit op een miskraam of doodgeboren kinderen. Van de vijf levend geborenen, overleden er vier vóór hun tweede verjaardag. De vijfde overleed op 11-jarige leeftijd…

Anne was de beschermvrouw van Händel. Hij componeerde voor haar zijn wondermooie “Ode for the Birthday of Queen Anne” (HWV 74). Zelf werd ze geprezen om haar aangename en heldere zangstem. In haar jeugd had ze nl. gezongen en gedanst in masques aan het hof van haar oom, Charles II. Volgens een anekdote uit die tijd zou Charles II dermate onder de indruk van haar vocale gaven zijn geweest, dat hij haar aanraadde dictielessen te volgen bij Elizabeth Barry, de beroemde actrice uit het tijdperk van de Restauratie. Ergens rond 1680 moet Barry haar stemcoach zijn geweest.

Gottfried Finger (ca.1656-1730), een Moravische barokcomponist, was een virtuoos op de gamba, en veel van zijn composities waren bedoeld voor dit instrument. Hij componeerde weliswaar ook opera’s. Finger werd geboren in Olomouc en werkte voor het hof van James II van Engeland voor hij een freelance componist werd. Thomas Morgan bleef bekend als de componist van “Mr Henry Purcell’s Farewell Tune”.

Jacques of James Peasable of James Paisible, was een blokfluitvirtuoos die ongeveer veertig jaar in Londen woonde en werkte. Paisible arriveerde in september 1673 vanuit Frankrijk in Londen, als een van de vier hoboïsten onder de musici, die Robert Cambert begeleidden. Hij trouwde in 1686 met Moll Davis, zangeres en minnares van Charles II. Hij verdiende zijn brood met het spelen van de  bass violin en het componeren van theatermuziek, en bouwde een reputatie op als een eersteklas vertolker op de blokfluit. De meeste van zijn overgebleven composities gebruiken de blokfluit in verschillende combinaties. 

James Paisible was de favoriete componist van de koningin. Hij componeerde tal van werken voor ’the Queen’s Oboe Band’, o.a. het hier opgenomen, “The Queen’s Farewell”. Het zijn echter niet alleen suites van Paisible zelf die in deze manuscripten voorkomen. Zijn handschrift is zowel in zijn eigen muziek als in verschillende andere stukken te herkennen, wat erop wijst dat hij mogelijks werken van zijn collega’s heeft gekopieerd en gearrangeerd voor concerten aan het hof. Een rijke verscheidenheid aan stijlen, ritmes en expressieve vormen is hier te horen in ouvertures (suites), dansen, opera-aria’s en melodieën, waarvan de meeste vrij onbekend zijn. Hoogtepunten zijn de suites uit “The Fairy Queen”, “Bonduca” en “King Arthur” van Henry Purcell.

La Petite Écurie is een hoboband die muziek uit de 17de – en 18de  eeuw uitvoert op historische instrumenten, twee hobo’s, taille, fagot en percussie. De naam van het ensemble verwijst naar de “Grande Écurie”, een muzikaal etablissement aan het koninklijk hof van Lodewijk XIV in Versailles, waar de meeste van zijn blazers werkzaam waren. De groep werd onlangs geselecteerd door de REMA (European Early Music Network) als een veelbelovend, nieuw ensemble en uitgenodigd om op te treden voor een brede selectie van Europese promotors van oude muziek. De vijf musici van het hobo-ensemble, Miriam Jorde Hompanera en Valerie Colen, barokhobo, Marc Bonastre Riu, taille d’hautbois, Giovanni Battista Graziadio, barokfagot en Philipp Lamprecht, historisch percussie, komen uit Italië, Spanje, Oostenrijk en Nederland. Ze leerden elkaar kennen in 2018, tijdens het internationaal festival voor oude muziek in Urbino in Italië. Na samengespeeld te hebben onder leiding van de beroemde oude muziek-specialist, Alfredo Bernardini, besloten ze met z’n vijven bijeen te blijven. Sindsdien spelen ze op festivals en podia voor oude muziek in heel Europa.

The Queen’s Favourites Music for oboe band at the court of Anne Stuart La Petite Écurie cd Arcana A527