Op deze cd staan twee adembenemende, onuitgebrachte live opnames van de legendarische dirigent, pianist en componist, Evgeny Svetlanov (1928-2002), die 20 jaar geleden overleed, nl. een overweldigende uitvoering van Petrouchka, opgenomen in Salle Pleyel in 1999, en de uitvoering van zijn eigen “Poème pour Violon” uit 1975, gecomponeerd ter nagedachtenis aan David Oistrakh (1908-1974), opgenomen in de Salle Olivier Messiaen in het Maison de la Radio, in 2001, met de violist Vadim Repin.
De Ballets Russes maakten hun West-Europees debuut in het Théâtre du Châtelet (foto) in Parijs op 19 mei, 1909. Het nieuw gezelschap van Diaghilev overweldigde het publiek met de rijkdom aan choreografie en decors, de kwaliteit van de muziek en de schittering en expressie van de dansers. Nijinsky bood in het bijzonder een combinatie van bravoure en dramatische kracht aan waardoor hij zijn naam vestigde als één van de grootste uitvoerders in de geschiedenis van de dans. In het Théâtre du Chatelet in Parijs brachten de Ballets Russes hun eerste producties, alle in een choreografie van Michail/Michel Fokine (foto).
“Petrouchka, scènes burlesques en quatre tableaux”, een ballet over een Russische pop, die van stro is gemaakt en met zaagsel is gevuld, maar die tot leven komt en in staat is tot liefhebben, werd in juni 1911, in het Théatre du Châtelet in Parijs door de Ballets Russes in première gedanst. Het libretto werd geschreven door Igor Stravinsky en Alexandre Benois en de oorspronkelijke choreografie was van Michel Fokine. De decors en de kostuums waren ontworpen door Alexandre Benois. In 1921 bewerkte Stravinsky 3 episoden voor piano solo voor Arthur Rubinstein, onder de titel “Trois mouvements de Petrouchka” (“Danse russe”, “Chez Petrouchka” en “La Semaine grasse”). Op deze opname hoort u Stravinsky’s versie uit 1947, georkestreerd voor een kleiner orkest.
Evgeny, het zoontje van zangers in het Bolsjojtheater in Moskou, stond al heel vroeg op het podium als het zoontje van Cio-Cio-San in Puccini’s Madama Butterfly van Puccini. Hij studeerde directie aan het Conservatorium van Moskou bij Aleksandr Gauk (1893-1963) en compositie bij Juri Schaporin en Michail Gnessin aan het Gnessin Instituut. Gauk was ook de leraar van Yevgeny Mravinsky. Vanaf 1955, dirigeerde Svetlanov als 27-jarige, in het Bolsjojtheater, waar hij in 1962, benoemd werd tot eerste dirigent. Vanaf 1965 was hij als generatiegenoot van Kiril Kondrasjin en Gennadi Rozjdestvenski, de eerste dirigent van het in 1936, opgericht USSR Staats-Symfonieorkest, later het Academisch Symfonieorkest van de Russische Federatie, en in 1979, werd hij eerste gastdirigent van het London Symphony Orchestra. Van 1992 tot 2000, was Svetlanov bovendien eerste dirigent van het Residentie Orkest in Den Haag. Hij volgde daar nl. Hans Vonk op, en werd op zijn beurt weer opgevolgd door Jaap van Zweden. Ten slotte was hij tussen 1997 en 2000, ook nog eerste dirigent van het Zweeds Radio Symfonieorkest.
In 2000 werd hij echter door Vladimir Poetins minister van cultuur, Mikhail Sjvydkoj, ondanks zijn onderscheidingen, Volksartiest van de Sovjet-Unie (1968), Orde van Verdienste voor het Vaderland (1998) en de Leninorde (1978), één van de hoogste orden van de Sovjet-Unie, ontslagen als dirigent van het orkest van de Russische Federatie, en vervangen door Mark Borisovich Gorenstein (°1946). Als reden werd aangegeven dat Svetlanov te veel in het buitenland dirigeerde en te weinig in Moskou was. Hij sprak nochtans alleen maar Russisch en repeteerde met buitenlandse orkesten vaak in twee woorden, “kaputt” en “gut”…Evgeny Svetlanovs tweede vrouw, Nina Aleksandrovna Nikolayeva-Svetlanova (1939-2019), schreef voor het bijbehorend boekje een getuigenis.
“Whoever has had the privilege of hearing a concert conducted by Evgeny Svetlanov at least once in his life has had the absolute musical Dionysian experience, that of the hurricane, of the breath-taking overflow, the quasi-mystical experience of a ritual trance in which the music becomes the sacred, the keystone of the entire universe!”, schreef Jean-Marie Brohm, in 2002 in Répertoire. Deze cd is niet anders. Ze is een confrontatie met hoe indrukwekkend een doorleefde, bezielde en doordachte uitvoering wel kan zijn. Voor geen geld ter wereld te missen. Fenomenaal!
Vadim Repin (°1971) werd beschouwd als een wonderkind en studeerde bijgevolg bij de legendarische Zakhar Bron. Op zijn zeventiende werd hij in 1989, de jongste winnaar ooit van de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Zijn leraar Zakhar Bron, eindigde zelf in 1971, als twaalfde. De eerste prijs ging toen naar de Roemeense violiste, Miriam Fried (°1946).
Ondertussen speelde Vadim Repin als specialist van Russische en Franse muziek, o.l.v. Yehudi Menuhin, Pierre Boulez, Riccardo Chailly, Charles Dutoit, Michael Tilson Thomas, Valery Gergiev, James Levine, Kurt Masur, Edo de Waart, Simon Rattle, Esa-Pekka Salonen, en Mstislav Rostropovitsj. Repin heeft cd’s gemaakt met Boris Berezovski, en heeft kamermuziek opgenomen met Martha Argerich en Michail Pletnev, de altviolist Yuri Bashmet, en de cellist Mischa Maisky. De meeste van zijn opnames waren tot 2005, voor Erato. In 2005, maakte hij, samen met Michail Pletnev, Ilya Gringolts, Nobuko Imai en Lynn Harrell, een opname bij Deutsche Grammophon met kamermuziek van Sergej Tanejev, en met cellist Mark Truls, nam hij het Dubbelconcerto van Brahms op. In april 2006 tekende Repin een exclusief contract bij Deutsche Grammophon. Tot 2005, bespeelde hij de Stradivarius ‘Ruby’ uit 1708, die ooit bespeeld werd door de Spaanse violist en componist, Pablo de Sarasate. Nu bespeelt Repin een Guarneri del Gesù (“von Szerdahely”) uit 1736.
Stravinsky – Petrushka Svetlanov – Poem for Violin Evgeny Svetlanov Vadim Repin Orchestre Philharmonique de Radio France cd Warner Classics 5419714542