“Hugo Wolf, Italienisches Liederbuch”, door Allan Clayton (tenor), Carolyn Sampson (soprano), Joseph Middleton (piano), op het label BIS.  

Onder de naam Italiaans liedboek zette Hugo Wolf, 46 populaire, Italiaanse liefdesgedichten op muziek in de transcriptie van Paul Heyse in twee boeken van 22 en 24 liederen. Het eerste deel werd geschreven in 1890/91, het tweede in 1896 en was daarmee een van de laatste werken van de componist, naast de opera “Der Corregidor” en de liederen van Michelangelo.

Hugo Wolf (1860-1903) was de eerste componist, die Wagneriaanse invloed integreerde in het Duitse lied en er in slaagde een eigen persoonlijke taal te ontwikkelen. Hij componeerde tussen 1888 en 1891, meer dan 200 liederen, die zijn betekenis als componist hebben bepaald. De subtiliteit van declamatie en dramatiek heeft nergens een hoger niveau bereikt dan in de liederen van Wolf. “Italienisches Liederbuch, eine Sammlung italienischer Volkslieder” is een verzameling vertalingen van anonieme, Italiaanse gedichten en volksliederen in het Duits, door Paul Heyse (1830-1914), die in 1910, de Nobelprijs voor Literatuur won. De vertaalde gedichten werden voor het eerst gepubliceerd in 1860. In 1892 publiceerde de componist Hugo Wolf een verzameling van 22 liederen voor stem en piano op gedichten uit de verzameling. In 1896 publiceerde hij een tweede bundel met nog eens 24 liederen. De eerste 22 liederen (boek 1) werden gecomponeerd tussen september 1890 en december 1891 en gepubliceerd in 1892. De andere 24 liederen (boek 2) werden gecomponeerd tussen maart en augustus 1896 en hetzelfde jaar gepubliceerd.

Het tijdsverschil tussen de twee delen was te wijten aan het werk aan zijn opera, “Der Corregidor” (1895). Ondanks de diverse poëtische selecties van Heyse, gaf Wolf de voorkeur aan de “Rispetto” (ontzag, eerbied of respect), een korte Italiaans-Toscaanse vers (stanza), meestal bestaande uit acht regels van elk tien of elf lettergrepen, waardoor de liederen kort zijn. In de tekst neigt de verliefde man zijn geliefde te idealiseren en haar schoonheid te prijzen, terwijl de vrouw, praktische ideeën over liefde vertoont en soms klachten heeft tegen haar geliefde.

Het karakter van de liederen in een overwegend declamatorische zangstijl, varieert van het prijzen van de verliefdheid en de schoonheid van de aanbedene (bv. “Ihr seid die Allerschönste”), over spotliederen en strijdliederen (bv. “Hoffärtig seid ihr, schönes Kind, Verschling’ der Abgrund meines Liebsten Hütte”), tot bittere klaagliederen over lusteloosheid en het gevoel verlaten te zijn (Was soll der Zorn, mein Schatz?). Over het algemeen heerst verlangen in melancholische tot pijnlijke stemming, soms met religieuze aantrekkingskracht. De liederen, een combinatie van Italiaanse liefdeslyriek en Duitse expressiviteit, zijn voor een hoge stem (sopraan of tenor) bedoeld, maar soms ook getransponeerd voor middelhoge of lage stem. Zelden wordt dit ongeveer anderhalf durend uur werk als geheel uitgevoerd, meestal worden uittreksels in een andere volgorde uitgevoerd.

Hugo Wolf Italienisches Liederbuch Allan Clayton Carolyn Sampson Joseph Middleton Super Audio Cd BIS2553