“The Hibernian Muse. Music for Ireland by Purcell and Cousser”, door Peter Whelan, Irish Baroque Orchestra en Sestina, op het label Linn. Schitterend!

Hibernia was de Latijnse naam voor Ierland, ten tijde van het Romeinse Rijk. Het Irish Baroque Orchestra en Peter Whelan zetten hun verkenningstocht van de barokmuziek uit Ierland voort met werken van Johann Sigismund Kusser/Cousser en Henry Purcell, muziek uit het Dublin van na de Glorious Revolution. Kusser bracht de laatste 20 jaar van zijn leven door in Dublin, waar hij Chappel-Master was van Trinity-College en Master of the Irish State Musick. Zijn serenata “The Universal Applause of Mount Parnassus”, werd gecomponeerd voor Queen Anne’s verjaardag. Purcell componeerde zijn Ode ‘Great parent, hail!’ voor het eeuwfeest van Trinity College Dublin in 1694 op een libretto van zijn medewerker, Nahum Tate.

Op 9 januari 1694 vierde Trinity College in Dublin de honderdste verjaardag van de oprichting door koningin Elizabeth, met een gezongen dienst in Christ Church Cathedral, vergezeld van oraties in het Latijn en ‘een Ode van de heer Tate’ (de Poet Laureate) die in dit College was opgegroeid. Bij “Great Parent, Hail to Thee!”, een tekst van Nahum Tate, de librettist van “Dido en Aeneas”, componeerde Purcell buitengewoon mooie muziek. De symfonie is passend feestelijk, met een imiterend tweede deel en een openingskoor vol afwisseling en kracht. In de alt solo ‘Another Century commencing’ componeerde Purcell glorieuze lyrische muziek, en het duet dat volgt (‘After War’s Alarms Repeated’) bevat effectieve woordschilderingen in de echo’s van het woord ‘herhaald’. De bas solo ‘Awful Matron’ is een uitstekende beweging die een geweldige beheersing van de solopartij laat zien. Ook de tenorsolo en het koor, ‘She was the first who did inspire’ maakt op charmante wijze gebruik van echo’s, het duet ‘Succeeding Princes’ zit vol mooie harmonieën en het koor ‘But chiefly Recommend to Fame’ opent glorieus aan het slot. De sopraansolo ‘Thy Royal Patron sung’ (een van de weinige uitgebreide aria’s voor sopraan in de Odes) is een andere triomf van Purcells vruchtbare verbeeldingskracht, effectief geschreven met twee blokfluiten die extra pathos brengen, en een zangerig vreugdevol slotkoor.

Johann Sigismund Kusser of Cousser (1660-1727) werd geboren in het Koninkrijk Hongarije en was de zoon van Johann Kusser, een protestantse voorzanger in Pressburg (toen in het Koninkrijk Hongarije). Ferdinand van Habsburg huwde met Anna van Bohemen en Hongarije, een dochter van Wladislaus II, koning van Hongarije. Hongarije werd daardoor van 1526 tot 1867, als koninkrijk, een onderdeel deel van het gebied, waar de Habsburgers sinds 1526, over heersten als koningen van Hongarije en Kroatië.

Johann Sigismund en zijn ouders verhuisden in 1674 naar Stuttgart vanwege religieuze vervolging. Twee jaar later bracht hij zes jaar door in Parijs en in het paleis van Versailles. Daar ontmoette hij Lully die hem leerde componeren in de Franse stijl. Kusser was vervolgens werkzaam aan de prinselijke hoven in Baden-Baden en Ansbach, voor hij 1690, kapelmeester werd van het Opernhaus am Hagenmarkt in Braunschweig. In die tijd componeerde hij acht opera’s met Italiaanse invloeden, waarmee hij het repertoire verrijkte. Onenigheid in 1694 met de librettist en hofdichter Friedrich Christian Bressand, bracht Kusser ertoe om naar de Oper am Gänsemarkt in Hamburg te verhuizen. Eind 1695, verliet hij Hamburg en kreeg, na een periode in Neurenberg en Augsburg te hebben gewerkt, in 1699, een functie aan het hof van Eberhard Lodewijk, hertog van Württemberg (foto) in Ludwigsburg, waar hij het jaar daarop tot Hofkapellmeister werd benoemd.

Eind 1704 verhuisde hij naar Londen als componist en privé-muziekleraar. Drie jaar ging hij naar Dublin en in 1711, werd hij kapelmeester van Trinity College Dublin. Vervolgens werd hij in 1716, benoemd tot “Chief Composer” en “Master of the Musick of His Majesty’s State in Ireland”. Zijn taken omvatten het jaarlijks componeren van verjaardags odes voor de Engelse koning en andere feestelijke gelegenheden. Zijn Dublin-serenata’s werden opgevoerd als semi-opera’s. Kussers werken worden nu nog zelden gespeeld, maar hij beïnvloedde de volgende generatie componisten. Zijn hier opgenomen “The Universal Applause of Mount Parnassus”, had als ondertitel A Serenata Da Camera, to be Represented on the Birth-day of the Most Serene Anne, by the Grace of God, Queen of Great-Britain, &c. at the Castle of Dublin, the Sixth Day of February, 1711.

De uitvoerders zijn Peter Whelan, Irish Baroque Orchestra & Sestina, Sinéad O’Kelly, Christopher Bowen, Maria Keohane, Anthony Grego, Aaron O’Hare, Sarah Thursfield, Aisling Kenny en Sarah Thursfield.

Tracklist:

(Aisling Kenny (solist))

Purcell: Great parent, hail to thee (for the Centenary of Trinity College, Dublin, 1694)

A New Irish Tune Liliburlero (arr. Pablo FitzGerald)

Kusser: The Universal Applause of Mount Parnassus

trad. Irish: Sín síos agus suas liom

The Hibernian Muse. Music for Ireland by Purcell and Cousser Peter Whelan Irish Baroque Orchestra, Sestina cd Linn CKD685

https://www.stretto.be/2021/03/12/the-trials-of-tenducci-a-castrato-in-ireland-door-tara-erraught-mezzo-sopraan-en-het-irish-baroque-orchestra-o-l-v-peter-whelan-op-het-label-linn-een-hoogtepunt/

https://www.stretto.be/2019/10/25/mozart-en-vivaldi-door-john-lenehan-piano-grace-davidson-sopraan-en-het-national-symphony-orchestra-o-l-v-rimma-sushanskaya-en-lea-desandre-bruno-philippe-peter-whelan-en-thomas-dunf/

https://www.stretto.be/2019/10/25/mozart-en-vivaldi-door-john-lenehan-piano-grace-davidson-sopraan-en-het-national-symphony-orchestra-o-l-v-rimma-sushanskaya-en-lea-desandre-bruno-philippe-peter-whelan-en-thomas-dunf/