“Gustav Leonhardt, Elizabethan Organ Music”, op het label Paradizo.

Op deze uitzonderlijke cd, speelt Gustav Leonhardt, hoogstaande Engelse renaissance muziek van o.a. Gibbons, Byrd en Farnaby, op het Schnitger-Orgel in de Sint-Michaelskerk in Zwolle.

Gustav Leonhardt (1928-2012), de zoon van de secretaris van de Nederlandsche Bach Vereeniging, trok in 1947 naar de Schola Cantorum Basiliensis in Bazel en studeerde er tot 1950, orgel, klavecimbel en muziekwetenschap bij de Zwitserse organist en klavecinist, Eduard Müller (1912-1983), één van de pioniers van de historische uitvoeringspraktijk. In 1955 werd Leonhardt docent klavecimbel aan het Conservatorium van Amsterdam en richtte hij zijn eigen ensemble, het Leonhardt Consort op. Vanaf 1981, was hij tevens de organist van de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De overvloedige erfenis van Gustav Leonhardts opnamen voor de prestigieuze reeks Das Alte Werk van Telefunken nodigt ons uit om zijn traject als artiest te volgen vanaf het begin van de jaren 60, een tijd waarin de nieuwe codes van de oude muziek nog moesten worden uitgevonden, toen hun succes vooral afhing van overtuigingskracht van de uitvoerder. Die van Leonhardt werden versterkt door dialoog met een scala aan partners wiens verscheidenheid op oude instrumenten of moderne kopieën, met repertoires zo divers als Byrd, Purcell, Rameau, Johann Sebastian maar ook Carl Philipp Emanuel Bach, alle vooropgezette ideeën tartten. En niet te vergeten de Monteverdi LP uit 1970, die sindsdien nooit meer is heruitgegeven.

N.a.v. de 10de herdenking van zijn overlijden, brengt Paradizo een zeldzame, geremasterde opname uit, uit 1962, van werk van o.a. Gibbons en Byrd, gespeeld door Gustav Leonhardt op het Arp en Frans Caspar Schnitger-orgel van de Sint-Michaelskerk in Zwolle, gebouwd in 1721, een van de belangrijkste historische orgels in Nederland.

Orlando Gibbons (1583-1625) was één van de veelzijdigste musici van het Elizabethaans tijdperk. Hij droeg in hoge mate bij tot de rijkdom van de vocale en instrumentale muziek. Op het domein van de Fantasia voor gamba’s (viols) componeerde hij voor de combinatie van twee tot zes instrumenten en ontwikkelde eindeloos inventieve vormstructuren, waarbij Italianisme hem niet vreemd was.

In het oeuvre van William Byrd viel vooral de verscheidenheid aan vocale en instrumentale genres op. Dit kwam vooral tot uiting in zijn unieke klaviermuziek. Hij componeerde maar liefst 120 stukken voor klavier (spinet, virginaal, clavichord en orgel), vrije composities (fantasias, preludes, voluntaries), dansen (o.a. pavanes, gaillardes, allmans, jiggs) en variaties (grounds, hexachord-variaties, liedvariaties). Deze werden verzameld in de bundels Parthenia (1611), My Lady Nevells Booke of Virginal Music (1591) en het Fitzwilliam Virginal Book (1609-1616).

Ten tijde van de Engelse virginalisten werd er geen onderscheid gemaakt in muziek voor orgel, klavecimbel en andere toetsinstrumenten. De virginalisten componeerden daarentegen als eersten nadrukkelijk voor één instrument, namelijk het virginaal, en maakten gebruik van de specifieke mogelijkheden van dit instrument. Kenmerkend in dat opzicht waren virtuoze snelle passages, voor het eerst ook in de linkerhand, die door de smalle toetsen en lichte aanslag van het virginaal, mogelijk werden, en hun variatiereeksen op liederen en dansen. Een meer specifieke vorm was de variatie op een basso ostinato of ground, een herhaald en steeds gelijkblijvend thema in de bas. Zij bedachten compositietechnieken die beslissende impulsen gaven voor de ontwikkeling van de Europese klaviermuziek.

Tracklist:

John Munday: Robin

Giles Farnaby: Loth to Depart; Fantasia

John Bull: Gloria tibi trinitas

Peter Philips: Fantasia

Orlando Gibbons: 2 Fantasias; Prelude

Thomas Tomkins: Ground

William Byrd: Miserere; Fantasia

Gustav Leonhardt Elizabethan Organ Music cd Paradizo PA0019