Jacobus de Voragine, “Legenda aurea. Levens van de heiligen”, een geïllustreerde prachtuitgave, uitgegeven door Boom.

Religieuze kunst in kerken en musea, glasramen, beeldhouwwerk, schilderijen, fresco’s, toneelliteratuur en mysteriespelen rond en over heiligen, zijn enkel begrijpend te bekijken met kennis van de symboliek rond het specifiek thema. De prestigieuze uitgeverij Boom publiceerde de integrale vertaling van het 13de -eeuws boek over de heiligen uit de christelijke traditie, 1031! bladzijden, gebonden in linnen band met stofomslag en goudfolie met wel 80 pagina’s kleurenillustraties. Een magnifieke uitgave!

Jacobus de Voragine (Jacobus a Voragine of Jacopo da Varazze) (ca. 1228-1296) was predikant en leraar. In 1244 trad hij in bij de Ordo Praedicatorum (Orde der Predikheren), die in 1216 was gesticht door de Spaanse priester Domingo (Dominicus Guzman) (1170-1221). Deze orde leefde volgens de regel van Augustinus (354-430), een combinatie van contemplatie (meditatieve beschouwing) en actie, geconcretiseerd in prediking en onderwijs. In 1260 werd hij prior van het Dominicanenklooster in Genua, in 1266 hoogleraar in de theologie en in de perioden 1267-1278 en 1281-1286 wist hij het tot provinciaal van Lombardije te brengen. Hoewel hij al in 1286 tot aartsbisschop van Genua was gekozen, bekleedde hij dit kerkelijk ambt pas vanaf 1292. Jacobus werd begraven in de Dominicanenkerk in Genua en werd in 1816 door paus Pius VII zalig verklaard.

Jacobus de Voragine bouwde als predikant en leraar een grote verzameling sermones (preken) op, die naast de zondag, de vastentijd en Maria, ook de heiligen en de kerkelijke hoogfeesten tot onderwerp hadden. Daarnaast stelde hij rond 1265, vanuit de Dominicaanse theologie, een omvangrijk werk samen, dat hij Legenda Sanctorum (Heiligenlegenden) noemde, dat al gauw Legenda aurea (Gouden Legende) genoemd werd. Het succesverhaal van de Legenda aurea was mede te danken aan de boekdrukkunst en de vertalingen, de eerste in 1357, uit het Latijn in verschillende volkstalen. Het derde werk dat Jacobus schreef, was de Chronica civitatis Ianuensis (Kroniek van de stad Genua), een stichtelijke geschiedenis van zijn stad, waaraan hij van 1293 tot kort voor zijn overlijden werkte.

In zijn 2-delige Legenda aurea behandelde Jacobus de heiligen uit de eerste vier eeuwen, de plaatselijke heiligen, de in zijn tijd nog levende heiligen (charismatische figuren) en heiligen zonder historie. De “Legenda aurea” beschrijft het leven, daden en sterven van de belangrijkste heiligen van de middeleeuwse christenheid: de grote figuren uit het Nieuwe Testament, de martelaren van de eerste eeuwen, de monniken en bisschoppen van het gekerstend Europa, de tijdgenoten van Jacobus de Voragine. Iedere heilige verschijnt voor de lezer op de dag waarop zijn of haar feest werd gevierd. Het zijn verhalen en anekdotes, maar geen fantasieën van de auteur. Jacobus de Voragine hield zich strikt aan wat er over zijn heiligen bekend was. De Legenda aurea kende al snel een grote populariteit en geldt als een monument van cultuur, mentaliteit en wereldbeeld van de middeleeuwen. Daarnaast was en bleef het werk van zeer grote invloed op de kunst- en cultuurgeschiedenis: talloze kunstenaars vonden er inspiratie in voor hun doeken, beeldhouwwerken en gebrandschilderde ramen.

De Legenda aurea was naast de klassieke traditie en de Bijbel, een van dé bronnen van de westerse cultuur. Het vertegenwoordigde een nieuw literair genre, dat zich in de eerste helft van de 13de eeuw ontwikkelde op grond van de legenda nova of abbreviationes, toegankelijke compilaties, voorzien van een proloog, die niet langer enkel voorbehouden waren aan geestelijken, maar zich tot de gewone gelovigen richtten. De Legenda aurea was daarenboven grensverleggend omdat de Voragine de heiligenlevens combineerde met beschrijvingen van kerkelijke hoogfeesten, 178 in totaal, eindigend met de kerkwijding. De kerkelijke kalender en de feestdagen van de heiligen bepaalden trouwens de volgorde van zijn beschrijvingen.

De vertalers Ton Hilhorst en Carolien Hilhorst-Boink, zijn classici van opleiding. Ton Hilhorst (°1938) studeerde klassieke taal-en letterkunde in Nijmegen. Na een docentschap in het gymnasiaal onderwijs te Tilburg en Zeist gaf hij onderwijs en deed hij onderzoek aan de faculteit Godgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen in de vakgroep Bijbelwetenschap. Carolien Hilhorst-Boink (°1941) studeerde klassieke taal-en letterkunde in Utrecht, Nijmegen en Groningen, was een jaar als docente verbonden aan het Sint-Vituscollege in Bussum en bekwaamde zich in de middeleeuwse handschriftkunde. Beiden hebben sinds 1991 gewerkt aan deze indrukwekkende, integrale vertaling van de Legenda aurea. Het resultaat, deze uitgave, is daarenboven voorzien van de beschrijving van het leven en werk van Jacobus de Voragine, de bijzonder interessante achtergronden, de Legenda aurea en de Legenda in de loop van de eeuwen, en de bibliografie. Een prachtuitgave. Niet te missen!

Jacobus de Voragine, Legenda aurea. Levens van de heiligen 1031 bladz. geïllustreerd uitg. Boom ISBN 9789024433124