Andrea Wulf, “Rebelse genieën. De eerste romantici en de uitvinding van het ik”, een monumentale uitgave, nu vertaald uitgegeven door Atlas Contact.

Van de bestsellerauteur van “The Invention of Nature”, is er nu het opwindend verhaal over een opmerkelijke groep jonge dichters, romanschrijvers en filosofen, die door hun ruzies, gepassioneerde liefdesverhalen, hartverscheurend verdriet en radicale ideeën, de romantiek op het wereldtoneel plaatsten. In ‘Rebelse genieën’ vertelt Andrea Wulf niet alleen het verhaal van enkele van deze briljantste figuren uit de Duitse ideeëngeschiedenis, maar ook, aansluitend bij hun denken, hoe we onszelf als middelpunt zijn gaan beschouwen, over het ontstaan van individuele vrijheden en over de nog steeds dunne scheidslijn tussen egoïsme en vrije wil.

Jena aan de Saale, nu in de deelstaat Thüringen, werd in 1741 een deel van het hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach. Onder Carl August, hertog van Saksen-Weimar-Eisenach, werd de stad een belangrijk intellectueel centrum. Tijdens het bewind van Carl August (1775-1828) (foto) en zijn minister Johann Wolfgang von Goethe (foto), bereikte de nieuwe geest van Weimar (“Weimarer Klassik”) ook Jena. Die invloed leidde er tot een tweede gouden tijdperk van de universiteit. Goethe wijdde zijn officiële en persoonlijke interesse aan de stad en hier sloot hij in 1794 vriendschap met Schiller, die er sinds 1789 als professor werkte en tot 1799 in Jena woonde. In 1794 kwam Johann Gottlieb Fichte, in 1798, Friedrich von Schelling en in 1801-1807 woonde Georg Wilhelm Friedrich Hegel in Jena. De stad werd bijgevolg een belangrijke plaats van de Duitse idealistische filosofie, waar de literaire richting van de oudere romantiek met August Wilhelm Schlegel, zijn vrouw Caroline (foto) (later de vrouw van Schelling), Friedrich von Schelling, Friedrich Schlegel, Ludwig Tieck, Clemens Brentano en Friedrich von Hardenberg, alias Novalis, vorm kreeg. De “Allgemeine Literatur-Zeitung”, gepubliceerd in Jena van 1785 tot 1803, verhoogde de reputatie van de stad en de universiteit had de reputatie een universiteit van vrijdenkers te zijn.

Andrea Wulf beschrijft dat de oorsprong van ideeën zoals individualisme, zelfbeschikking en vrijheid in dat klein maar heel belangrijk, Duits universiteitsstadje lag. Daar begon in de laatste jaren van de 18de eeuw nl. een bont genootschap op een radicaal nieuwe wijze na te denken over het ‘Zelf’ en het ‘Ik’. Ze filosofeerden over het scheppend vermogen van het Ik, de eenheid van de natuur en de ware aard van vrijheid, waarmee ze de Romantiek ontketenden, een revolutie van de geest, die tot op de dag van vandaag doorwerkt.

Wanneer begonnen we zo egocentrisch te zijn als we nu zijn? Op welk punt verwachtten we het recht te hebben om over ons eigen leven te beslissen? Wanneer stelden we voor het eerst de vraag: Hoe kan ik vrij zijn? Het begon allemaal in een rustige universiteitsstad in Duitsland in de jaren 1790, toen een groep toneelschrijvers, dichters en schrijvers het ‘Ik’ centraal stelde in hun denken, hun schrijven en hun leven. Tot deze briljante kring behoorden de beroemde dichters Goethe, Schiller en Novalis, de visionaire filosofen Fichte, Schelling en Hegel, de omstreden gebroeders Schlegel en de broers Alexander en Wilhelm von Humboldt. In het hart van deze groep waren er ook 2 Carolines, enerzijds de vrouw van Wilhelm von Humboldt en anderzijds de andere Caroline, die achtereenvolgens gehuwd was met Franz Böhmer, August Wilhelm Schlegel en Friedrich Schelling… Zij bracht hun duizelingwekkende gesprekken over het Ik, de natuur, identiteit en vrijheid op gang. Samen vormen zij allen, mede met Ludwig Tieck, Friedrich Schleiermacher, Auguste Böhmer en Dorothea Veit-Schlegel, de fascinerende 16 Dramatis personae in dit indrukwekkend boek.

De Franse revolutionairen hebben misschien het politiek landschap van Europa veranderd, maar deze jonge, Duitse romantici hebben een revolutie van de geest veroorzaakt die onze wereld voor altijd heeft veranderd. We zijn nog steeds gesterkt door hun gedurfde sprong in het zelf, en door hun radicale opvattingen over het creatieve potentieel van het individu, de hoogste ambities van kunst en wetenschap, de eenheid van de natuur en de ware betekenis van vrijheid. We lopen ook nog steeds op hetzelfde slappe koord tussen zinvolle zelfontplooiing en destructief narcisme, tussen de rechten van het individu en onze verantwoordelijkheden jegens onze gemeenschap en toekomstige generaties. De kern van dit inspirerend boek is de uiterst moderne spanning tussen de gevaren van egoïsme en de opwindende mogelijkheden van vrije wil. Een grondig onderzocht, prachtig geschreven, levendig, veelzijdig en rijk verhelderend beeld van de wereld van de Duitse oprichters van de beweging na de Verlichting. “Magnificent Rebels. The first Romatics and the Invention of the Self” werd vertaald door Fennie Steenhuis, Nannie de Nijs Bik-Plasman en Mijke van Leersum.

Andrea Wulf werd geboren in India maar verhuisde als kind naar Duitsland. Ze is de auteur van Founding Gardeners, Brother Gardeners en de New York Times – bestseller The Invention of Nature, die wel in zevenentwintig talen is gepubliceerd en vijftien internationale literaire prijzen heeft gewonnen. Wulf heeft voor veel kranten en tijdschriften geschreven, waaronder The New York Times, The Guardian, de Los Angeles Times, The Wall Street Journal en The Atlantic. Ze is lid van PEN America en fellow van de Royal Society of Literature en woont in Londen.

Andrea Wulf, Rebelse genieën De eerste romantici en de uitvinding van het ik 586 bldz. uitg. Atlas Contact ISBN 9789045039367