Ignace Bossuyt, “George Friedrich Haendel, de jonge jaren (1685-1713)”, een uitgave van Davidsfonds. Niet te missen!

In 1713 vestigde de 28-jarige Georg Friedrich Haendel (1685-1759) zich blijvend in Londen. Vier decennia lang zou hij er het muziekleven domineren met Italiaanse opera’s en magistrale, Engelse oratoria. In die periode componeerde hij zijn populairste werken, “Messiah”, “Water Musick” en “Musick for the Royal Fireworks”. Maar, wat deed hij en wat componeerde hij daarvoor? U leest er alles over in het nieuw boek van Ignace Bossuyt.

Het werk uit de jonge jaren van Georg Friedrich Haendel is niet alleen minder bekend, het is ook ondergewaardeerd, stelt Ignace Bossuyt. Hij plaatst leven en werk van de jonge componist tegen de politieke, religieuze en algemeen culturele achtergrond van zijn tijd, en biedt een grondige introductie tot 34 composities uit die periode, een selectie uit de meer dan 100! werken die Händel/Haendel, toen in zeer uiteenlopende genres componeerde, Italiaanse cantates, opera’s en oratoria, Latijnse liturgische muziek, klavier-, kamer- en orkestmuziek. QR-codes leiden u als lezer telkens meteen naar een uitvoering van de desbetreffende, besproken compositie. Handel werd in 1685 geboren in Halle in het hertogdom Maagdenburg en was daarom een Duitse componist. Dit gezegd zijnde, is er echter de neiging om zich te zeer uitsluitend te concentreren op zijn verblijf in Londen en eventueel in Dublin (“Messiah”), en hem daarom bijna als een Engelse componist te beschouwen. Toch is de periode van Händel in Italië (1707-1710) de sleutel tot het begrijpen van zijn latere successen. Tijdens zijn vierjarig verblijf in Italië componeerde hij er nl. reeds opera’s, wereldlijke cantaten en schitterende, instrumentale werken.  

Het leven van de jonge Händel speelde zich weliswaar eerst af in Halle, Hamburg en Hannover. Zijn Duitse cantates, waarschijnlijk gecomponeerd voor 1704 in Halle, zijn echter verloren gegaan. In 1703 was Händel violist in het orkest van het theater am Gänsemarkt in Hamburg. In die tijd componeerde hij als 18-jarige, zijn eerste opera “Almira”, en ontmoette er de broers Gastone en Ferdinando de’ Medici. Eén van hen, waarschijnlijk Ferdinando, zou hem uitgenodigd hebben voor een bezoek aan Firenze. Na een verblijf in Hamburg vertrok hij in 1706 naar Italië. De Italiaanse jaren van Händel zouden zich afspelen in Firenze, Rome, Napels en Venetië. Tussen haakjes, Vivaldi droeg in 1711 zijn “L’Estro Armonico” (12 concerti) op aan Ferdinando. Händel speelde in Ferdinando’s Villa di Pratolino in Vaglia (nu Villa Demidoff), en in zijn Villa de Poggio a Caiano, in de Toscaanse provincie Prato, gebouwd door da Sangallo. Naar alle waarschijnlijkheid componeerde hij er zijn instrumentale muziek op een instrument gebouwd door Bartolomeo Cristofori, in het bezit van Ferdinando.

Händel verbleef eerst in Firenze, bij Gian Gastone de Medici en zijn broer Ferdinando (foto’s). Het jaar van ontstaan van “La Lucrezia, O numi eterni”, HWV 145 is onduidelijk, vermoedelijk 1706 of 1707. Vervolgens trok hij naar Rome, en ontmoette er zowel kardinaal Benedetto Pamphili (of Pamphilj) als Francesco Maria Marescotti Ruspoli. Händel bezocht Rome in 1707-1708. Hij speelde er op het orgel van Sint-Jan van Lateranen en componeerde er zijn eerste oratorium, “Il trionfo del tempo en del disinganno”. De melodie van de aria “Lascia la spina, cogli la rosa” uit “Il trionfo” (oorspronkelijk bedoeld als instrumentale “danza asiatica” in “Almira”), werd in 1711, de magistrale aria “Lascia ch’io pianga” op tekst van Giacomo Rossi, van Almirena. In die versie klonk ze in de 2de akte van zijn opera “Rinaldo”. Händel componeerde deze aria speciaal voor de Italiaanse sopraan Isabella Girardeau die toen in Londen carrière maakte. Het was weliswaar zij die op het podium! ruzie maakte met de andere prima donna van toen, Elisabetta Pilotti-Schiavonetti.

Händel kreeg opdrachten van kardinaal, pauselijk nuntius en librettist, Benedetto Pamphili, van kardinaal Carlo Colonna (de zoon van Maria Mancini, de nicht van kardinaal Mazarin), en van kardinaal Pietro Ottoboni. Het paleis van Pamphili (foto), de librettist van “Il trionfo del tempo e del disinganno”, bezat o.a. prachtige fresco’s van Pietro da Cortona in een galerij ontworpen door Borromini. Ottoboni organiseerde in zijn Palazzo della Cancelleria, gebouwd door Bramante, concerten en opera opvoeringen. Hij had nl. een privé theater in zijn Palazzo. Händels muziek klonk er dus tussen Vlaamse wandtapijten, marmer, bladgoud, felle, kleurrijke schilderijen, en fresco’s van de beste Italiaanse barokschilders. Hij was er dus in uitstekend gezelschap. Ottoboni zou daarenboven zo tussen de zestig en zeventig kinderen hebben gehad. De portretten van zijn maîtresses hingen aan de wanden van zijn slaapkamer.

In die paleizen ontmoette de jonge Händel vader Alessandro en zoon Domenico Scarlatti. Händel en Domenico hielden ten huize van kardinaal Ottoboni een wedstrijd in improvisatie, die Händel won op het orgel. In Napels componeerde hij in 1708, voor het huwelijk van Tolomeo Saverio Gallo, hertog van Alvito, met Beatrice Tocco di Montemiletto, Prinses van Acaja, de serenata (dramatische cantate) “Aci, Galatea e Polifemo”, niet te verwarren met zijn pastorale masque “Acis and Galathea” uit 1718. Beatrice was de nicht van hertogin Aurora Sanseverino, die aan Händel de opdracht gaf. Händel was een Lutheraan. Zijn toetreding tot de muzikale wereld van het Vaticaan was dan ook opmerkelijk. Händels Gloria Patri, pas herontdekt in 2001, werd waarschijnlijk gecomponeerd in Rome rond 1706/1707, en zou gezongen kunnen zijn in de kapel van het Castello (foto) in Vignanello (Lazio), het landgoed van zijn Romeinse beschermheer, markies Ruspoli.

Na zijn carrière in Italië, vestigde de jonge Händel zich in Londen, waar hij in 1711, met zijn opera “Rinaldo”, voor het eerst een Italiaanse opera bracht. Dit succes creëerde in Londen een rage voor de Italiaanse opera seria, een genre dat zich overwegend richtte op solo-aria’s voor virtuoze sterzangers. Van de twee opera’s die hij nog in Italië componeerde, werd “Agrippina” in 1709 in het “Teatro San Giovanni Grisostomo” opgevoerd tijdens het carnaval in Venetië. In 1710 werd Händel door bemiddeling van Ernst August II van Brunswijk-Lüneburg (foto), van 1715 tot aan zijn overlijden, prins-bisschop van Osnabrück en hertog van York en Albany, (de jongste broer van de latere, Engelse koning George I.), hofkapelmeester in Hannover. Aan het eind van dat jaar reisde hij voor de eerste keer naar Londen. Daar werd zijn voor Londen, inderhaast gecomponeerde opera, “Rinaldo”, meteen een succes.

Met deze eerste opera voor het Londens “Queen’s Theatre”, had Handel danig veel succes, dat hij besloot van Hannover naar Londen te verhuizen. Georg Ludwig von Braunschweig-Lüneburg, de hertog-keurvorst van Hannover, werd immers in 1714, als George I., koning van Engeland. Händels “Brockes Passion”, of “Der für die Sünde der Welt gemarterte und sterbende Jesus” was in 1712 gepubliceerd. Barthold Heinrich Brockes (1680-1747) (foto) uit Hamburg, was een Duitse dichter uit de periode van de Verlichting. Brockes werd bekend omdat o.a. zowel Telemann, Händel als Bach, teksten van hem hebben getoonzet. Ook Picander, de tekstschrijver van Bachs Koffiecantate, de Matthäus-Passion en het Weihnachtsoratorium, putte inspiratie uit teksten van Brockes. In 1716 verscheen de naar Brockes genoemde “Brockes-Passion”, een Passie-oratorium van Telemann op tekst van Brockes. Tussen 1712 en 1741 componeerde Handel in Londen, jaarlijks één tot drie opera’s. In 1719 werd hij er benoemd tot muziekdirecteur van de Royal Academy of Music, een bedrijf onder koninklijk handvest, om Italiaanse opera’s in Londen te produceren. Händel zou niet alleen opera’s voor het gezelschap componeren, maar ook de sterzangers inhuren, het orkest en de muzikanten begeleiden, en opera’s uit Italië aanpassen voor Londense uitvoeringen.

Ignace Bossuyt George Friedrich Haendel de jonge jaren (1685-1713) 304 bladz. uitg. Davidsfonds ISBN 9789022339541

https://www.stretto.be/2021/04/23/ignace-bossuyt-de-onvermoede-schatkamer-van-de-duitse-barokmuziek-tussen-schutz-en-bach-1650-1700-een-monumentale-uitgave-van-sterck-de-vreese/

https://www.stretto.be/2017/05/03/prof-ignace-bossuyt-over-bachs-h-moll-messe/

https://www.stretto.be/2017/09/05/bossuyt-van-noten-en-tonen-davidsfonds/

https://www.stretto.be/2017/05/04/de-oratoria-van-alessandro-scarlatti/

https://www.stretto.be/2017/05/04/bach-en-de-mysterieuze-goldberg/