Anne Doedens, Jan Houter, “Zeevaarders in de Gouden Eeuw”, alweer een verrijkende uitgave van Waanders & De Kunst.

Zonder zeelieden was de Gouden Eeuw er nooit geweest. Zonder handelsvaart en visserij was de unieke bloei van Nederland in de 17de eeuw nooit tot stand gekomen.

In de 17de en 18de eeuw vochten Engeland en de Nederlandse Republiek vier oorlogen uit, die de geschiedenisboeken ingegaan zijn als de Engels-Nederlandse Oorlogen. Zonder zeelieden was de Gouden Eeuw er nooit geweest. Er zijn in de 17de eeuw trouwens maar weinig perioden geweest, waarin de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën niet in oorlog was. De opmerkelijke economische groei en de toenemende politieke invloed van de jonge staat leidde tot jaloezie van Engeland met als gevolg, drie Engelse zeeoorlogen (en nog een vierde in de volgende eeuw). Bovendien waren er invasies vanuit Frankrijk en Duitsland en speelden het bestrijden van kapers en de kaapvaart in West-Indië gedurende de gehele Gouden Eeuw een belangrijke rol. Er werd in de Gouden Eeuw dan ook niet alleen bijna voortdurend een groot beroep gedaan op de landmacht, maar vooral op onze zeemacht.

Wie ‘zeevaarders’ zegt, denkt aan Piet Heyn, Maarten Tromp en Michiel de Ruyter. In de Gouden Eeuw konden echter tientallen anderen minstens zoveel aanspraak maken op die titel. Velen waren gewone zeelui, over wie bitter weinig informatie bewaard is gebleven. Over admiraals en andere vlagofficieren weten we daarentegen veel meer. Hun levens waren vaak net zo boeiend als die van de Grote Drie. Soms omdat ze onverbeterlijke querulanten waren, zoals Witte de With en Cornelis Tromp, soms omdat ze van adel waren en enkel om die reden vlootvoogd werden gemaakt terwijl ze niets van varen wisten, laat staan van het leiden van een zeeslag.

Zonder de door hen bedreven handelsvaart en visserij was de unieke bloei van Nederland in de 17de eeuw nooit tot stand gekomen. Dit boek gaat over die zeevarenden, vooral in Europa. Wie waren zij, de schepelingen van de Oostzeevaarders, de IJslandvaarders, de walvisvaarders en alle anderen die op de Noordzee, het Hoge Noorden, de Oostzee en de Middellandse Zee actief waren? Ze konden slachtoffer worden van de woeste elementen, van kaperij, piraterij en oorlogsgeweld? Hoe was hun lot als ze slaaf werden gemaakt? In dit boek komen niet alleen deze vragen aan bod, maar wordt ook ingegaan op de rol van vrouwen en het leven van de achterblijvenden. Zo veel mogelijk met getuigenissen uit de tijd zelf.

In de 17de eeuw konden zeelieden voor verschillende takken van zeevaart kiezen. De grenzen tussen de vaarten waren vloeiend omdat men op schepen voer die soms voor het ene, dan weer voor het andere doel werden gebruikt. Wie waren die zeelieden, die op zeilschepen in de 17de eeuw het ruime sop kozen? Hoe zag hun leven en dat van hun gezinnen aan wal eruit? Aan de hand van overgeleverde getuigenissen schetsen de auteurs de gevaren en de ongekende hardheid van het zeemansbestaan in de Gouden Eeuw.

Anne Doedens, Jan Houter Zeevaarders in de Gouden Eeuw 168 bladz. Uitgeverij Waanders & De Kunst ISBN 9789462624283