Matthijs de Ridder, “Paul van Ostaijen, de dichter die de wereld wilde veranderen”, een monumentale uitgave van Pelckmans.

In deze eerste volwaardige biografie wekt Matthijs de Ridder ‘zot polleken’ tot leven. De dichter van het kinderversje Marc groet ’s morgens de dingen, geïnspireerd door het toen tweejarig zoontje van Floris Jespers, loopt weer rond in Antwerpen, dwaalt weer door het Berlijn van de expressionisten en dadaïsten en zwerft door België op zoek naar gezonde lucht voor zijn zieke longen.

Het leven van Paul van Ostaijen (1896-1928)  was in een flits voorbij. Amper tweeëndertig was hij toen hij in 1928, moederziel alleen, aan tuberculose overleed in het klein Waals sanatorium Le Vallon in Miavoye-Anthée nabij Dinant. Zijn oeuvre spreekt een eeuw later nog steeds tot de verbeelding. De Vlaamsgezinde atheneumleerling, Paul van Ostaijen, dichter, kunstcriticus en kunsthandelaar, joeg de Nederlandse literatuur haast in zijn eentje de razendsnelle en uiterst gewelddadige twintigste eeuw binnen. Ieder genre dat hij aanpakte, probeerde hij opnieuw uit te vinden. Ieder boek waaraan hij begon, moest totaal anders zijn dan wat er al bestond. Die compromisloze houding maakte zijn leven niet gemakkelijk, maar zorgde er wel voor dat hij als dichter van de metafysische extase, uitgroeide tot een van de meest geliefde dichters van de Nederlandse letteren.

Als in het najaar van 1914 alle ogen gericht zijn op de belegering van Antwerpen, zit Paul van Ostaijen daar als ambtenaar van de stadsdienst Politie en Militie middenin. Vier jaar later is hij ooggetuige van de novemberrevolutie in Berlijn en drukt hij vervolgens zijn stempel op de internationale avant-garde. Telkens probeert Van Ostaijen zijn beweeglijke tijd met vindingrijke poëzie, scherpe essays en spitsvondig proza tot nog wat extra haast te manen. Want als hij één droom heeft, dan is het dat hij met zijn werk de wereld een klein beetje kan beïnvloeden.

In de zomer van 1920 verwerkte de links-progressieve flamingant, Paul van Ostaijen, zijn ervaringen uit de Eerste Wereldoorlog in zijn meesterwerk “Bezette stad”. Honderd jaar later, in het voorjaar van 2020, raakte de wereld in de greep van het coronavirus en riep zijn boek weer veel herkenning op. De stad was deze keer niet bezet, maar wel besmet. De straten waren weer leeg, de dood lag op de loer en we ervoeren aan den lijve hoe kwetsbaar ons bestaan eigenlijk is. In het multimediale project Besmette stad gingen meer dan honderd Vlaamse en Nederlandse kunstenaars op zoek naar een hedendaags artistiek antwoord op Van Ostaijens boek.

“Bezette stad” was een boek geboren uit een persoonlijke en maatschappelijke crisis. Maar Van Ostaijen wilde ook laten zien waartoe de moderne poëzie in staat was. Hij wilde er alles in samenbrengen: de destructie van de oorlog, de wilde montage van de film, de compositie van een kubistisch stadsbeeld, de scherts van dada, de klankrijke meerduidigheid van de expressionistische poëzie – en dit allemaal in één grootse, meeslepende vertelling.

In “Boem Paukeslag” vertelde Matthijs de Ridder reeds hoe Van Ostaijen ertoe kwam zijn kapotte tijd te vangen in het grootste literair experiment dat de internationale avant-garde zou voortbrengen. Tegelijkertijd nam hij de lezer mee op strooptocht door de verlaten straten, de ruïnes en het kolkende nachtleven van het bezette Antwerpen. Met veel gevoel voor historisch detail destilleerde hij zo het verhaal uit de fragmentarische dichtbundel “Bezette stad”.

Met veel enthousiasme en oog voor historisch detail vertelt De Ridder nu in zijn monumentale biografie, het meeslepend verhaal van een leven, dat zich een paar keer in het centrum van de geschiedenis afspeelde. In zijn jarenlang onderzoek bracht Matthijs de Ridder veel nieuw materiaal bij elkaar en vond bovendien een jeugdige aanzet voor de roman “Bob” en het onbekend grotesk “Ecce Europa”, die hier voor het eerst verschijnen. Een indrukwekkend tijdsdocument, een heldere cultuurgeschiedenis en bovenal een eerbetoon aan de dichter die de wereld wilde veranderen. Een monument!de Schrijverscentrale

Matthijs de Ridder (1979) is literatuurhistoricus en schrijver. Hij bezorgde werk van Louis Paul Boon, Paul van Ostaijen en Gaston Burssens. Ook schreef hij onder meer het bekroonde “Aan Borms” (over Willem Elsschot, 2007), “Rebelse ritmes” (over jazz en literatuur, 2012) en “Boem Paukeslag” (over Paul van Ostaijens Bezette stad, 2021).

Matthijs de Ridder Paul van Ostaijen de dichter die de wereld wilde veranderen 936 bladz. geïllustreerd uitg. Pelckmans ISBN 9789463102377Bestand:Logo Pelckmans - Algemeen.png - Wikipedia

https://www.stretto.be/2021/04/08/paul-van-ostaijen-bezette-stad-een-heel-bijzondere-uitgave-van-boom/