“Schumann, Complete Organ Works”, door Tom Winpenny, op het label Naxos. Een ontdekking!

In 1843 schafte Robert Schumann een bijzonder instrument aan, een Pedalflügel. een vleugelpiano, voorzien van een 29-tonig pedaal. Dit voetklavier, waarmee de speler met de voeten een tweede piano bespeelt, kon door organisten worden gebruikt om thuis op de piano hun literatuur met obligaat pedaal te studeren. Schumann was echter zo enthousiast over dit instrument dat hij er 32 originele composities voor componeerde. Deze composities werden in 1845 in Dresden gecomponeerd. Helaas klinken deze stukken zelden in de originele vorm, omdat er nauwelijks Pedalflügel resteren. Deze aantrekkelijke stukken zijn weliswaar zonder aanpassingen speelbaar op orgel.

Op de cd staan de Sechs Studien für den Pedalflügel in kanonischer Form op. (1845), Vier Skizze für Pedalflügel op. 58 (1846) en Sechs Fugen über den Namen BACH op. 60 (1845-1846).  Schumanns studies in contrapunt in 1845 bereikten een hoogtepunt in wat hij beschreef als een ‘Fugenpassion’. Hij huurde een pedaal voor zijn piano om de texturale mogelijkheden van zijn muziek uit te breiden en om zichzelf vertrouwd te maken met de orgeltechniek. De resulterende karakterstukken behoren tot de meest aantrekkelijke voorbeelden voor dit instrument, en ze vertalen zich zo succesvol naar het orgel dat ze een belangrijke hoeksteen van het repertoire zijn geworden. Ze worden hier uitgevoerd op het historische en onlangs gerestaureerde Furtwängler-orgel in Gronau, Duitsland – een instrument met een breed kleurenpalet dat zeer geschikt is voor Schumanns expressieve werken. De booklet notes voor deze uitgave zijn geschreven door Tom Winpenny, en er zijn aanvullende notities over het gebruikte orgel (St Matthai, Fronau) met volledige specificaties van de indrukwekkende reeks registers.

Schumann had in 1843/44 een grote crisis meegemaakt, die resulteerde in ernstige gezondheidsproblemen, schrijfproblemen en het beheer van de “Neue Musikzeitung”. Bovendien was er de teleurstelling over de opvolging van het Leipzig Gewandhaus-orkest. Uiteindelijk besloot hij met zijn gezin op zoek te gaan naar klimaatverandering en naar Dresden te verhuizen. Schumann had al vroeg met Bachs ‘Wohltemperierte klavier’ te maken gehad – hij noemt het ‘het dagelijkse brood’ van zijn jeugd. Toch hield hij zich altijd bezig met het gevoel een al te subjectieve stijl van compositie te volgen. Daarom hield hij zich na de vroege pianowerken vooral bezig met liederen, kamermuziek en orkestwerken, voor hij in 1845 de piano van een andere kant benaderde.

Uit deze nieuwe ‘Fugenpassion’ kwamen drie cycli van werken voor de pedaalvleugel voort, 6 Studies op. 56 (gepubliceerd september 1845), 4 Sketches op. 58 (gepubliceerd augustus 1846) en 6 Fuga’s op BACH op. 60 (gepubliceerd november 1846) . Een brief aan de Leipzigse uitgever Whistling laat zien hoe serieus Schumann het werk aan deze werken nam: “Zes grotere fuga’s op de naam BACH voor orgel, maar ook gemakkelijk op piano te spelen, deels erg briljant; het is een arbeid waar ik het afgelopen jaar aan heb gewerkt om de hoge naam die het draagt waardig te maken, een arbeid waarvan ik denk dat die de anderen het langst zal overleven”.

De drie cycli zijn niet te begrijpen in een rangschikking als voorstudies of schetsen en voltooide werken. Ze staan eerder voor de verschillende aspecten van de pedaalvleugel: de schetsen illustreren Schumanns gedachten om het effect van het orkest toe te voegen aan het pianospel. Ze zijn minder polyfoon dan experimenten met een nieuwe pianoklank. De studies richten zich nu op het aspect polyfonie, hier in de vorm van de canon, die altijd aanwezig is in verschillende vormen (octaaf of vijfde canon, tussen de bovenstemmen, tussen boven- en middenstem etc.). Schumann kende deze techniek van Bachs Goldbergvariaties, de canonische veranderingen en het musikalisches Opfer. Qua klank gebruikte Schumann dan toch maar weer tal van middelen uit het romantisch karakterstuk.

Fuga’s nr. 1, 4 en 6 tonen in het bijzonder het Bach-model. De eerste eindigt na een strikte start van de implementatie zoals een fuga het Mendelssohn-model, zoals in diens orgelsonates op. 65, nr. 4 toont tal van omkeringen, verkleiningen en vergrotingen, Nr. 6 combineert dubbelfuga en een toename van dynamiek en tempo. Vrijere vormen zijn de virtuoze tweede fuga, die spanning krijgt door het contrast van briljante figuratie en mysterieus pianospel, de derde fuga, een soort lied zonder woorden in de vorm van een rustig vloeiende dubbelfuga en de scherzo-achtige vijfde fuga, waarin onophoudelijk thema’s met de BACH motieven verschijnen. De studie van de fuga-techniek blijkt ook uit de vier fuga’s op. 72, eveneens uit 1845. Verrassend genoeg verdween Schumanns enthousiasme na de publicatie van de BACH-fuga’s, en keerde hij met zijn tweede symfonie terug naar de orkestcompositie.Clara Schumann - Duitse pianiste en componiste | Historiek

Clara schreef in haar dagboek over de aanschaf van een pedaalbord voor de Schumanns: “Op 24 april ontvingen we een pedaalbord onder onze piano. Robert kreeg belangstelling voor het instrument en componeerde enkele schetsen en studies voor de pedaalpiano, iets nieuws dat zeker goed ontvangen zal worden”. In een van de eerste recensies van de BACH-fuga’s schreef August Gottfried Ritter (1811-1885), de organist van de Dom in Maagdenburg, “Wie Robert Schumann kent, zal niet verrast zijn. Zo’n diepgaande en gevoelige componist, voor alle effecten moet hij zich aangetrokken voelen tot het instrument dat zo nauw verbonden is met zijn innerlijk wezen, om daarin de meest geschikte uitdrukking van zijn gedachten vinden”.Meet the Musician: Tom Winpenny – Celebrating Australian Music

Tom Winpenny studeerde bij Thomas Trotter en Johannes Geffert. Hij begon orgellessen bij John Scott Whiteley terwijl hij nog koorzanger was aan de York Minster, en studeerde musicologie aan het Eton College bij Alastair Sampson. Hij is Assistant Master of the Music in de St Albans Cathedral, waar hij onder meer de dagelijkse koordiensten begeleidt en het veelgeprezen Cathedral Girls Choir leidt. Voorheen was hij organist in St Paul’s Cathedral, en gedurende deze tijd trad hij op met het Cathedral Choir op de American Guild of Organists National Convention, en speelde voor vele grote staatsgelegenheden. Hij was regelmatig te horen op BBC Radio en was regelmatig te zien op Pipedreams van American Public Media. Hij is ook muzikaal directeur van het London Pro Arte Choir. Na de functie van organist in Worcester Cathedral en vervolgens in St George’s Chapel, Windsor Castle, was hij drie jaar organist an King’s College, Cambridge, waar hij afstudeerde met een graad in muziek. Met het Koor van King’s College gaf hij concerten in de VS, Hong Kong en in heel Europa, en trad hij op als hun begeleider op cd-releases op EMI Classics. Tom Winpenny speelt de werken van Schumann op deze cd op het heel bijzonder orgel, gebouwd door de broers Hillebrand, in de evangelisch-Lutherse kerkn St. Matthäi, in Gronau an der Leine, in de Landkreis, Hildesheim.

undefined

Gronau, St. Matthäi - Orgelsammlung Gabriel Isenberg

Tracklist :

Vier Skizzen für den Pedal-Flügel, Op. 58 (1845)

Studien für den Pedal-Flügel

Sechs Stücke in canonischer Form, Op. 56 (1845)

Sechs Fugen über den Namen BACH (1845)

COMPLETE ORGAN WORKS - Robert Schumann - Cd-album - Fnac.be

Schumann Complete Organ Works Four Sketches for Pedal Piano Studies for Pedal Piano Six Fugues on the Name BACH  Tom Winpenny, Organ cd Naxos 8.574432

https://www.stretto.be/2022/09/19/elgar-complete-organ-works-door-tom-winpenny-op-het-label-naxos/