Voor zijn debuut op Linn Records heeft het in 2016 opgericht, Spaans barokensemble “L’Apothéose”, gekozen voor een programma met muziek van Carl Stamitz. Deze zoon van de beroemde oprichter van de zogenaamde Mannheim School, Johann Stamitz, was een bereisde virtuoos en een gewaardeerd componist. De zelden opgenomen trio’s op. 14 voor traverso, viool en basso continuo, gepubliceerd rond 1780, tijdens zijn verblijf in Londen, laten niet alleen de melodische inventiviteit van de componist, maar ook de grote vaardigheid van de 4 musici horen.
De familie Stamitz, een familie van vooraanstaande musici, afkomstig uit Marburg an der Drau (foto), toen in de Oostenrijkse provincie Stiermarken, (nu Maribor in Slovenië), maakte carrière in Mannheim. Carl Philipp Stamitz (1745-1801) was met name één van die uitstekende componisten van de tweede generatie van de zogenaamde “Mannheimer school”. Naast zijn briljante en kwalitatief hoogstaande composities, o.a. concerti voor klarinet en voor cello, was hij een virtuoos op de viool, de altviool en de viola d’amore, waarvoor hij veel concerti en kamermuziek componeerde. Carl Stamitz was de oudste zoon van de in Bohemen geboren componist Johann Stamitz, eigenl. Jan Václav Antonín Stamic, die een baanbrekende stijl had ontwikkeld die bekend staat als de stijl van de “Mannheimer school” met stijlfiguren als de Mannheimer Rakete en de Mannheimer Seufzer (cfr. aanvang van Mozarts 40ste symfonie).
De violist Carl Stamitz (foto), kreeg eerst les in viool en cello van zijn vader, maar na het vroegtijdig overlijden van zijn vader, namen de componisten en virtuozen Christian Cannabich, Ignaz Holzbauer en Franz Xaver Richter, de verantwoordelijkheid op zich voor de muzikale vorming van Carl in Mannheim. Cannabich had Johann Stamitz als dirigent van de Hofkapelle opgevolgd en leidde hen naar hoog geprezen successen in heel Europa. Deze successen motiveerden later zelfs Mozart om hen daar een jaar lang te bezoeken. Carl Stamitz was van 1762 tot 1770, violist in de befaamde Mannheimer Hofkapelle.
Daarna vertrok hij samen met zijn jongere broer Antonin naar Parijs waar hij hofcomponist werd van hertog Louis Marie Antoine de Noailles (1756-1804) (foto). Vanaf 1772 woonde hij in Versailles en componeerde daar zijn eerste programmatische symfonie, “La promenade royale”. In Parijs leidde hij ook in afwisseling met zijn jongere broer, de bekende Concerts spirituels.
In 1779 vertrok hij naar Den Haag, waar hij van 1782 tot 1784, aan het hof van Willem V van Oranje-Nassau, Erfstadhouder der Republiek der Verenigde Nederlanden (foto) tal van concerten gaf. Bij een van die concerten, op 23 november 1783, zat de twaalfjarige Ludwig van Beethoven aan de fortepiano. Ook in de volgende jaren deed hij concertreizen, die hem onder andere naar Straatsburg, Londen, Sint-Petersburg, Amsterdam (1782 en 1783) en verschillende Duitse steden bracht. Hij huwde in 1791 met Maria Josepha Pilz en vertrok naar Greiz in Thüringen, een vorstendom, geregeerd door het huis Reuss. Zijn laatste jaren was hij vanaf 1790 kapelmeester en muziekpedagoog aan de Universiteit van Mannheim en vanaf 1794, aan de Universiteit van Jena.
Carl Philipp Stamitz Six Trios, Op. 14 L’Apothéose cd Linn CKD684