De prestigieuze uitgeverij Verloren, gevestigd in Hilversum, en in 1979, opgericht door Thys Verloren van Themaat, publiceert wetenschappelijk verantwoorde studies over architectuurgeschiedenis en middeleeuwse en vaderlandse geschiedenis. Aanleiding tot de oprichting was de uitgave van de vertaling door Hans van Rij van Alpertus van Metz’ “De diversitate temporum”, die in 1980 verscheen. Nu publiceerde de uitgeverij een bijzonder interessante studie over de “Roman de la Rose”, het bekendste en belangrijkste werk over liefde in de Franse middeleeuwse literatuur.
Een uitvinding van de 12de eeuw, zo hebben sommigen de liefde ooit genoemd. Die uitspraak mag overdreven zijn, toch staat het vast dat troubadours een onuitwisbare invloed hebben uitgeoefend op de Middelnederlandse en Middelhoogduitse poëzie en de wijze waarop de liefde tijdens de middeleeuwen in heel West-Europa bezongen werd. Ook in de Nederlanden. De minnezanger, Hendrik van Veldeke, de mystieke dichteres, Hadewijch, de dichter van het Gruuthuse handschrift, ze zijn vaak gebloemleesd, maar naast hun lyriek, zijn er talrijke liederen bewaard, sommige heel conventioneel, andere uiterst geraffineerd, die begraven liggen in weinig toegankelijke tekstedities of in hypergespecialiseerde wetenschappelijke publicaties.
In de 12de en de 13de eeuw bloeide de hoofse literatuur volop in verschillende genres. Men onderscheidt de matière de France (verhalen over Karel de Grote en zijn ridders), de matière de Bretagne (verhalen over koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel) en de matière de Rome (gebaseerd op de klassieke mythologie). In de late periode van het Oudfrans deed de ridderroman zijn intrede. Hierin werd in plaats van het verleden de voor die tijd moderne ridderwereld beschreven in geïdealiseerde vorm. De “Roman de la Rose” is hier een voorbeeld van.
De Oudfranse “Roman de la Rose” van Guillaume de Lorris en Jean de Meun is (minstens) twee maal vertaald in Middelnederlandse verzen. De ene vertaling wordt “Die Rose” genoemd en is gemaakt door ene Heinric (in oudere literatuur ten onrechte aangeduid als Heinric, in het boek, Hein, van Aken). De andere staat bekend als de “Tweede Rose”, maar is de “Vlaamse Rose” gedoopt om de suggestie van een hiërarchie in de vertalingen weg te nemen. Deze twee vertalingen verschillen veel van elkaar en vormen daarom een interessante casus om de bewerkingstechniek van Middelnederlandse dichters te onderzoeken.
De “Roman de la Rose” beschrijft de droom die een jongeman van omstreeks 20 jaar oud heeft op een mooie nacht in de maand mei. In zijn droom gaat de jongeling op tocht om de roos uit zijn droom te veroveren. De roos staat traditioneel symbool voor de geliefde. Een gezelschap van allegorische figuren zal hem daarbij begeleiden en helpen of tegenwerken. De jongeman beschrijft zijn ervaringen en dat van zijn geliefde als verteller in de ik-persoon, maar hij beschrijft zichzelf wel als de dromende. Het verhaal speelt zich af in een ommuurde tuin die buiten bewaakt wordt door figuren als Haat, Felonie, Lelijkheid, Gulzigheid, Gierigheid, Afgunst, Verdriet, Ouderdom, Huichelarij en Armoede.
De tuin staat voor het domein van de liefde en de romantiek, de wereld buiten de tuin is het domein van het normaal realistisch leven. Hij krijgt van Oyseuse (Luie) toegang tot de tuin. In de tuin komt de Dromer begeleid door Amor uiteindelijk terecht bij de rozenstruik met zijn geliefde. Amor treft hem met een van zijn pijlen en vanaf dan wordt hij Amant (Minnaar). Het lukt hem de roos te kussen maar dan grijpt Jalousie (Jaloezie) in, en bouwt een burcht omheen de rozenstruik, waarin ook zijn helpster Bel-aceuil (Goede ontvangst) wordt opgesloten. Met de jammerklacht van Amant eindigt het deel van Guillaume de Lorris.
Het verhaal is een allegorie, dat betekent, een liefdesgeschiedenis in beeldspraak. De roos is nl. geen roos, het is de deknaam voor een lieftallig meisje, dat door haar heetgebakerde minnaar uiteindelijk toch wordt versierd. Het gaat om verbloemde seks. De Vlaamse versie, die helaas slechts in fragmenten tot ons is gekomen, vormt de grondslag van dit heel interessant en verrijkend boek. Het bevat een vrij letterlijke vertaling van de Middelnederlandse tekst, relevante aantekeningen bij tekst problemen, een toegankelijke uitleg van middeleeuwse begrippen, verwijzingen naar verwante cultuuruitingen en is rijkelijk voorzien van kleurrijke illustraties uit Franse handschriften. Warm aanbevolen!
Prof. dr. J.H. Winkelman (1940) studeerde Germanistiek, middeleeuwse geschiedenis en Middelnederlands in Leiden. Van zijn hand verschijnen regelmatig wetenschappelijke en populariserende publicaties over de Middelhoogduitse en Middelnederlandse letterkunde.
Johan H. Winkelman Fragmenten van de Vlaamse Roman van de Roos (ca. 1300) Over minnepijn en liefdesgeluk in de Middeleeuwen. Lessen in liefde voor lieden van toen en nu 180 bladz. geïllustreerd uitg. verloren ISBN 9789464550757