“The Cello According to Dall’Abaco” & “Dall’abaco and the Art of Variation“ door Elinor Frey op het label Passacaille.

Joseph-Marie, alias Giuseppe Clemente Dall’Abaco (1710-1805), de zoon van de violist en componist Evaristo Felice Dall’Abaco, was een virtuoos op de cello die in heel Europa werd gewaardeerd. De celliste Elinor Frey is al lange tijd betrokken bij het onderzoeken, opnemen en bewerken van de opmerkelijke cellomuziek van Giuseppe Clemente Dall’Abaco.

 

Wat was de eerste compositie ooit geschreven voor cello solo en wat werd er gecomponeerd voor Bach zijn suites voor cello solo creëerde? Het begin is te vinden in de stad Bologna, die met zijn schitterende Capella Musicale en de Accademia Filarmonica in het Palazzo Carrati, een beslissende bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de viool en de cello en gedurende de 17de eeuw, was Emilia Romagna, zowel artistiek als muzikaal, belangrijk voor de creatie en ontwikkeling van de celloliteratuur. Vóór 1800 werden slechts enkele belangrijke celloconcerti gecomponeerd, met uitzondering van werken van componisten als C.P.E. Bach, Haydn, Boccherini en Vivaldi. Vivaldi’s typisch inventieve en diverse cello-concerti o.a. voor piccolo cello, met hun mooie langzame bewegingen, waren vrijwel zeker de allereerste, ooit gecomponeerd voor dit instrument. De eerste celloconcerti werden na de eerste ontwikkeling van het concerto grosso, gecomponeerd in de barok, toen het instrument zijn bescheiden rol als onderdeel van de continuo groep verliet, om zijn plaats als solo-instrument in een concerto-bezetting op te nemen.

Giuseppe Clemente Dall’Abaco, zoon van een beroemde componist uit Verona, leerde cello spelen als jonge jongen die opgroeide in München, ongeveer in dezelfde tijd dat Bach zijn beroemde cellosuites schreef. Een paar jaar later, in 1729, vond Dall’Abaco zijn eerste baan als cellist, in Bonn aan het hof van de keurvorst van Keulen, en begon een fascinerende muzikale carrière die hem tot bekendheid bracht in Londen, Parijs, Wenen en andere Europese muzikale centra. De cellosonates van Giuseppe Clemente, hier voor het eerst opgenomen, maken niet alleen indruk door hun technische schittering, maar ook door de buitengewoon melodieuze langzame bewegingen, waarin de natuurlijke schoonheid van de klank van de cello tot zijn recht komt.

Vader Dall’Abaco (foto) was een leerling geweest van Giuseppe Torelli voor viool en cello. In 1696 verzorgde hij in Modena verschillende optredens met Tommaso Antonio Vitali. Hij kwam via Modena naar München waar hij in 1704 hofkapelmeester werd van de keurvorst Maximilian II Emanuel (foto), die hij in ballingschap naar Brussel en later naar Bergen (Mons) en vanaf 1709, naar Compiègne volgde. Door een groot aantal composities voor strijkinstrumenten was vader Dall’Abacoals een belangrijk vernieuwer voor deze instrumentengroep. In Verona heet het Conservatorium nu Conservatorio Statale di Musica “Evaristo Felice dall’Abaco” (foto).

Zoon Giuseppe Clemente Dall’ Abaco werd in 1710 geboren in Brussel en ging met zijn vader mee naar Beieren. Later stuurde zijn vader hem naar Venetië om er te studeren en in 1729 werd hij aangenomen als “Titular-Kammerdiener und Hofmusikus mit dem Violoncell” in Bonn. Naast deze betrekking reisde hij in 1740 ook naar Londen en andere Engelse steden. In 1753 trok hij naar Verona, de geboorteplaats van zijn vader. Doorheen zijn leven onderhield hij contacten met het hof in München en in 1766 werd hij verheven tot Baron. Abaco bouwde voornamelijk een reputatie als instrumentalist uit, maar was ook componist. Van zijn muziek zijn geen gedrukte werken bewaard gebleven, maar er worden manuscripten in bibliotheken in Berlijn, Londen en Wenen bewaard. Zo zijn de bekendste werken zijn 40 cellosonates, die desondanks de opkomst van de nieuwe galante stijl, trouw bleven aan de barokmuziek. Abaco overleed in 1805 op 95-jarige leeftijd op zijn landgoed in Arbizzano di Valpolicella, nabij Verona. Op het programma van de cd “The Cello According to Dall’Abaco”, staan de Sonates in re klein ABV 45, in Es ABV 37 en in G ABV 28, en de Duo’s voor 2 celli in F ABV 48, G ABV 47 en la klein ABV 49. De uitvoerders op deze cd zijn Elinor Frey en Catherine Jones (cello), Michele Pasotti (luit) en Federica Bianchi (klavecimbel.

Op haar (nieuwe)  cd “Dall’Abaco and the art of variation” wordt de kunst van het variëren verkend in twee cellotrio’s en drie cellosonates van Dall’Abaco. In elke sonate hebben de laatste delen nl. een thema, dat wordt gevolgd door een reeks variaties. Deze geven de componist of uitvoerder de ruimte om het stuk verder te ontwikkelen door fantasierijke en virtuoze nieuwe figuren te ontwikkelen in de solocellopartij(en). Op deze cd zijn de uitvoerders Elinor Frey, Eva Lymenstull en Octavie Dostaler-Lalonde, cello, Michele Pasotti, theorbe en Federica Bianchi, klavecimbel.

Tracklist cd “Dall’Abaco and the Art of Variation” :

Cello Sonata in D major, ABV 39

Trio for 3 Cellos No. 1 in B flat major, ABV 54

Cello Sonata in C major, ABV 20

Trio for 3 Cellos No. 2 in G major, ABV 55

Cello Sonata in D major, ABV 21

Orpheus Research Centre welcomes Elinor Frey as a… | Orpheus Instituut

Elinor Frey is een vooraanstaande Canadees-Amerikaanse celliste, gambiste en onderzoeker. Haar albums op het Belgische label Passacaille en het Canadese label Analekta, waarvan vele opnames wereldpremières zijn, zijn het resultaat van langdurige samenwerkingen met artiesten en wetenschappers zoals Suzie LeBlanc, Marc Vanscheeuwijck en Lorenzo Ghielmi, maar ook met componisten als Maxime McKinley, Linda Catlin Smith, Christian Mason en Lisa Streich. Elinors opname uit 2020 van cellosonates van Giuseppe Clemente Dall’Abaco (PAS1069) ontving een Diapason d’Or en haar kritische edities van Dall’Abaco’s cellomuziek wordt gepubliceerd in samenwerking met Walhall Editions. Elinor heeft diploma’s van McGill, Mannes en Juilliard. Ze doceert vroege cello en uitvoeringspraktijk aan McGill University en de Universit de Montral en is Visiting Fellow in Music (2020-2023) aan Lady Margaret Hall, Oxford University. Frey ontving in 2021 de Opusprijs van Qubec voor “Uitvoerder van het jaar”.

The Cello According to Dall’Abaco Elinor Frey, Catherine Jones, Michele Pasotti, Federica Bianchi cd Passacaille PAS1122

Dall’abaco and the Art of Variation Elinor Frey, Federica Bianchi, Eva Lymenstull, Michele Pasotti, Octavie Dostaler-Lalonde cd Passacaille PAS1141