“België door de ogen van Suske en Wiske”, uitgegeven door Houtekiet.

“België door de ogen van Suske en Wiske” is een heel origineel, onderhoudend boek met artikelen van 13 uiteenlopende auteurs, die vanuit hun eigen standpunt en vakgebied, hun licht laten schijnen over de Belgische geschiedenis, aan de hand van  enkele  albums en “helden” uit de in Vlaanderen wereldberoemde stripreeks, “Suske en Wiske”, een reeks over een doorsnee jongen met een peperkoeken hart en een meisje met de haren opgebonden met een strikje, dol op Schalulleke, haar schattig lappenpopje.

De Belgische striptekenaar, Willy Vandersteen (1913-1990) is vooral bekend geworden en gebleven als bedenker en oorspronkelijke tekenaar van de legendarische stripreeks, “Suske en Wiske”. Onder het pseudoniem “Wil” tekende Vandersteen oorspronkelijk “De lollige avonturen van Pudifar” voor “Wonderland”, de kindereditie op woensdag van het blad “De Dag”. Met de ervaringen die hij had opgedaan trok Vandersteen naar de Standaard Uitgeverij met een nieuw stripverhaal rond twee nieuwe figuren, Rikki en Wiske.

Naar Amerikaans voorbeeld wilde hij zijn strips in de krant laten verschijnen opdat ze zo een vast publiek zouden vinden. Het duurde een jaar vooraleer de uitgever de tijd rijp achtte om het verhaal uit te geven. Op 30 maart 1945 was de strip “De avonturen van Rikki en Wiske” voor het eerst in de krant De Nieuwe Standaard te lezen. Het was het eerste album van de zogenaamde Vlaamse ongekleurde reeks. Vandersteen was echter niet gelukkig met dat eerste avontuur. De naam “Rikki” was hem niet volks genoeg en bovendien was de manier waarop hij getekend was te veel op Kuifje geïnspireerd. Rikki was daarbovenop Wiske’s oudere tienerbroer, terwijl Vandersteen Wiske liever een jongen die even oud als zij was, als tegenspeler gaf.

Zo verscheen Suske ten tonele in het tweede verhaal “Op het eiland Amoras”. Tante Sidonia (toen nog Tante Sidonie) had al in het vorige album haar opwachting gemaakt en nu maakten ook Professor Barabas en het spook Sus Antigoon hun debuut. Lambik zou pas in 1947 zijn opwachting maken in “De sprietatoom”, Jerom in “De dolle musketiers” (1952) en booswicht Krimson in “Het rijmende paard” (1962). De teletijdmachine werd voor het eerst gebruikt in “De tuf-tuf-club” (1952).

In december 2022, verschenen de laatste stroken van Suske en Wiske in De Standaard. Daarmee kwam een einde aan een traditie van 77 jaar. Ook al loopt de reeks nog door, het verdwijnen van Suske en Wiske als krantenstrip voelde als het einde van een tijdperk. Een tijdperk dat de reeks zelf in beeld heeft gebracht. De politieke ontwikkelingen in en de toenemende welvaart van België, Willy Vandersteen en zijn opvolgers gaven het een plaats in wat ooit Vlaanderens populairste strip was. De veranderende manier waarop wij naar Afrika kijken, onze omgang met wetenschap, met het milieu, met het wegdeemsterend katholicisme? Wie bladert door de Suske en Wiske-albums krijgt tussen de plaatjes door, een ingekookte geschiedenis van het naoorlogse België te zien.

Die geschiedenis door de ogen van Suske en Wiske wordt in dit guitig boek, deskundig beschreven door kenners en/of fans. Onder andere Dirk Draulans, Walter Zinzen, Erika Vlieghe, Noël Slangen, Geert De Weyer en Diane Broeckhoven, bekijken hun favoriete albums vanuit hun persoonlijke invalshoek en expertise. Walter Pauli bv. focust op het veranderend sociaal milieu van de helden, Gert Dooreman speculeert over hoe de psyche van Willy Vandersteen doorschemerde in het leven van zijn personages, en Vincent Scheltiens schrijft over de Spaanse Nederlanden in Suske en Wiske. Daarenboven komt ook het Nederlands en Frans perspectief op de reeks komt aan bod. Een nostalgisch boek over 77 jaar populaire Belgische geschiedenis.

Het boek werd samengesteld onder redactie van Liza Noteris. Zij heeft een diploma internationale politiek en communicatiewetenschappen op zak en is freelance cultuurjournaliste, interviewster en copywriter. Ze schrijft en schreef voor MO Magazine, De Groene Amsterdammer, de lage landen, De Tijd, Stripgids en andere culturele tijdschriften. Ze is dol op teckels en maakt de beste vol-au-veggie van Mechelen en omstreken.

De inhoud bestaat uit Gert Dooreman over Lambik en psychologie, Dirk Draulans over de toornige tjiftjaf, Walter Zinzen over Kongo, Vincent Scheltiens over de Spaanse Nederlanden, Erika Vlieghe over Barabas en wetenschap, Gert Meesters over Bob et Bobette, Naomi Izabela over jongerencultuur, Koen Maas over Suske en Wiske in Nederland, Walter Pauli over sociaal milieu, Noël Slangen over de koningskwestie, Geert De Weyer over censuur en Diane Broekchoven over katholieke strips. Warm aanbevolen.

België door de Ogen van Suske en Wiske 197 bladz. uitg. Houtekiet ISBN 9789052408934