“Bal (Dé)Masqué, James Ensor en het masker in de kunst, James Ensor et le Masque dans l‘Art”, een tentoonstelling in het Emile Verhaeren museum en een door het museum uitgegeven boek.

In het kader van het Ensorjaar 2024 presenteert het Emile Verhaeren museum een reeks etsen en enkele tekeningen van Ensor waarbij de maskers een belangrijke rol spelen. Dat deze tentoonstelling in het Verhaeren museum plaatsgrijpt is geen toeval. Emile Verhaeren was immers een vriend en een bewonderaar van Ensor. In 1908, publiceerde hij trouwens de eerste grote monografie over het werk van deze Oostendse kunstschilder.

Deze tentoonstelling wil evenwel méér zijn dan een gewone Ensor tentoonstelling. Zo gaat men er de dialoog aan met het werk van uiteenlopende kunstenaars die het masker een plaats in hun werk gegeven hebben. Het is een heel heterogene groep: sommigen, zoals Khnopff en Rops, waren tijdgenoten van Ensor, anderen zijn voornamelijk hedendaagse kunstenaars, die zich op hun eigen manier laten inspireren door het masker. De volkscultuur met enkele oude originele carnavalsmaskers mag in deze tentoonstelling natuurlijk niet ontbreken. De mooi geïllustreerde tweetalige (NL-FR) catalogus bevat teksten van Eric Min, Patrick Florizoone en Rik Hemmerijckx.

Als kunstcriticus was Emile Verhaeren (1855-1916) mee met de symbolistische en neo-impressionistische stroming van zijn tijd en gold als een ontdekker van Fernand Khnopff en James Ensor. Samen met Edmond Picard en Octave Maus, behoorde hij tot de kernredactie van het tijdschrift L’Art moderne (1883-1899). In deze jaren was hij bevriend met kunstenaars als Théo van Rysselberghe, Dario de Regoyos, Willy Schlobach, James Ensor, Paul Signac, Georges Seurat, Maximilien Luce en William Degouve de Nuncques. Op literair vlak kende hij André Gide, Camille Lemonnier, Stéphane Mallarmé, Francis Vielé-Griffin, Maurice Maeterlinck, Georges Eekhoud en Albert Mockel. Na de publicatie van Les Visages de la vie (1899) werd hij bekend als vitalistisch dichter met de publicatie van Les Forces tumultueuses (1902), La Multiple splendeur (1906), Les Rythmes souverains (1910) en het postume Les Flammes hautes (1917).

Tevens begon hij de publicatie van Toute la Flandre, bundels die te lezen zijn als een ode aan het Vlaamse land, Les Tendresses premières (1904), La Guirlande des dunes (1907), Les Héros (1908), Les Villes à pignons (1910) en Les Plaines (1911). In deze jaren zette hij zijn geïdealiseerde liefdespoëzie voort met Les Heures d’après-midi (1905) en Les Heures du soir (1911). Als kunstcriticus publiceerde hij over Rembrandt (1904) en Rubens (1910) – de groten van de Hollandse en Vlaamse schilderkunst – en in 1908, volgde een belangrijke monografie over James Ensor.

De boeken van Emile Verhaeren werden geïllustreerd door talloze kunstenaars zoals Théo Van Rysselberghe, Odilon Redon, George Minne, Léon Spilliaert, Lucien Pissarro, Frans Masereel, Aristide Maillol, Ramah, Constant Montald, Dario de Regoyos, Henri Cassiers, Raoul Dufy, Pierre-Eugène Vibert, Frank Brangwyn en Julien Van Santen. Kunstenaars als Jan Toorop, Anto Carte, Willy Schlobach, Fernand Khnopff en Johan Thorn-Prikker lieten zich in hun werk inspireren door zijn gedichten. De imposante Verhaeren met zijn kenmerkende snor is veel geschilderd of getekend. Frappante portretten zijn van de hand van Théo van Rysselberghe, James Ensor, Georges Lemmen, Léon Spilliaert, Charles Bernier, Armand Rassenfosse, Constant Montald, Louis Hayet, Willy Schlobach, Maximilien Luce, Frans Masereel, Georges Tribout en Marthe Verhaeren. Beeldhouwers als Constantin Meunier, Charles Van der Stappen, Bolesław Biegas, César Schroevens en Ossip Zadkine maakten een buste van hem.

Carnaval is het volkse feest van de vermomming en het masker, van de spot en de omkering van alle waarden. Ook kunstenaars hebben er zich door laten inspireren. In het kader van het Ensorjaar presenteert het Emile Verhaeren museum een reeks etsen van James Ensor rond het thema van het masker en gaan de dialoog aan met een aantal moderne en hedendaagse kunstenaars die het masker een plaats gaven in hun oeuvre: Koen Broucke, Nikolaas Demoen, Fernand Khnopff, Tomasz Kowalski, Benjamin Monti, Peter Morrens, Félicien Rops, Jan Vercruysse, Jos Verdegem, Dirk Zoete… Een aantal originele oude carnavalsmaskers brengen u helemaal in de sfeer. Er is ook een literair luik met gedichten van Charles Baudelaire, Jan Campert, Valery Larbaud, Hugues C. Pernath, Paul van Ostaijen, Emile Verhaeren…

Un vrai artiste trouve en lui-même la justification de ses excès. Ce qui s’est fait avant lui ne lui est qu’un conseil : ce ne peut jamais lui être un ordre, ni une sorte d’ultimatum. L’art est libre, libre! s’écrie quelque part James Ensor. Il n’y a que les médiocres qui ne comprennent pas et ne comprendront jamais la profondeur et la sincérité d’une telle revendication ardente. Heureusement que les routes supérieures de l’humanité en marche sont plantées de grandes oeuvres qui l’affirment et la crient à leur tour. (Émile Verhaeren over Ensor)

Tentoonstelling van 25 februari tot 2 juni 2024.

EMILE VERHAEREN MUSEUM

EMILE VERHAERENSTRAAT 71

2890 SINT-AMANDS

Tel: +32 052 33 08 05

Fax: 052 33 68 61

https://emileverhaeren.be/nl/biografie/