John O ‘Connell, “Bowie’s Boekenkast, De 100 boeken die het leven van David Bowie veranderden”, een heel, heel bijzondere uitgave van Orlando.

Zijn hele leven was David Bowie een groot lezer. Zijn lijst van de honderd belangrijkste en invloedrijkste boeken in zijn leven, vormden samen de autobiografie van een lezer. Van Lolita tot Madame Bovary, van De vreemdeling tot In koelen bloede, vormden zijn boeken zowel een geweldige leesgids als de biografie van een muzieklegende.In maart 2013 werd in het Londens Victoria & Albert Museum (V&A) de tentoonstelling ‘David Bowie Is’ geopend, een terugblik op de carrière van de zanger met zo’n vijfhonderd voorwerpen afkomstig uit zijn persoonlijke archief, waaronder kostuums, schilderijen, handgeschreven songteksten en storyboards van videoclips. Gelijktijdig met de opening van de tentoonstelling in Ontario, publiceerde het V&A de lijst waarop dit boek gebaseerd is, de honderd boeken die Bowie als de belangrijkste en invloedrijkste beschouwde van de duizenden die hij in zijn leven had gelezen. Toen de zwaar aan cocaïne verslaafde Bowie in 1975, voor de opname van het door Nicolas Roeg geregisseerde The Man Who Fell to Earth”, in de woestijn van New Mexico verbleef, had hij een bibliotheek van 1500 occulte boeken bij zich. In speciale kisten, die hij overal in de VS met zich meesleepte, stonden de leeswerken keurig op een plankje gerangschikt. Ook de rest van zijn leven ging Bowie nooit op reis zonder boek. In 1998, begon hij zelfs boekrecensies te schrijven voor de Amerikaanse boekhandelsketen Barnes & Noble.Als je lang genoeg naar de lijst kijkt”, lezen we in de inleiding, “zie je twee patronen. Het eerste patroon bestaat uit de uiteenlopende culturele elementen die tezamen Bowie’s artistieke ontvankelijkheid vormen. Het minder duidelijke tweede patroon vormt een tijdspad. Als de boeken in de juiste volgorde worden gezet, schetsen ze Bowie’s weg door het leven, van kind en tiener naar een in drugsnevelen gehulde superster en uiteindelijk naar de teruggetrokken, beschouwelijke gezinsman.”Naast klassiekers van o.a. Camus, Dante, Vladimir Nabokov, Flaubert, Saul Bellow, D. H. Lawrence, Comte de Lautréamont, George Orwell, Faulkner, F. Scott Fitzgerald, Giuseppe Tomasi di Lampedusa en Truman Capote, bevat de lijst een schat aan bekende tot heel wat minder bekende, eigentijdse literatuur, o.a. Peter Ackroyd, “Hawksmoor” (1985), James Baldwin, “Niet door water, maar door vuur” (1963), Angela Carter, “Circusnachten” (1984), Sarah Waters, “Vingervlug (2002), Jack Kerouac, “Onderweg” (1957), John Rechy, “De stad behoort de nacht” (1963), David Sylvester, “The Brutality of Fact: Interviews with Francis Bacon” (1987), Charles White, “The Life and Times of Little Richard” (1984), Michael Chabon, “Wonderboys” (1995), Muriel Spark, “De beste jaren van juffrouw Brodie” (1961), John Braine, “Plaats aan de top” (1957), Elaine Pagels, “De gnostische evangeliën” (1979), Orlando Figes, “Tragedie van een volk. De Russische Revolutie 1891-1924” (1996) of Rupert Thomson, “Met open ogen” (1996).Verder bevat de lijst o.a. Gerri Hirshey, “Nowhere to Run: The Story of Soul Music (1984), Jon Savage, “Teenage: The Creation of Youth Culture” (2007) , Wallace Thurman, “Infants of the Spring (1932), Hart Crane, “The Bridge” (1930), Jevgenia Ginzburg, “De raderen van de willekeur” (1967), Ed Sanders, “Tales of Beatnik Glory” (1975), Peter Guralnick, “Sweet Soul Music: Rhythm and Blues and the Southern Dream of Freedom” (1986), Bruce Chatwin, “De gezongen aarde” (1987), Camille Paglia, “Het seksuele masker” (1990), Jessica Mitford, “Laatste eer naar laatste mode” (1963) en Otto Friedrich, “Vóór de zondvloed. Berlijn in de jaren twintig (1972). Met die boeken, zowel fictie als non-fictie, moderne Amerikaanse auteurs, cultklassiekers, titels van vrouwelijke schrijvers, zwarte auteurs en literaire outsiders, etaleerde Bowie zijn belezenheid én cultiveerde hij het publiek image dat hij, de rockster op leeftijd inmiddels, wilde uitstralen.Bowie had bv. ooit een fascinatie voor het occultisme, Tibetaans boeddhisme en andere vormen van esoterica en zijn verzameling boeken getuigde daarvan. De Engelse esotericus, schrijver en bergbeklimmer Aleister Crowley (1875-1947) (foto) trad in 1889 toe tot “The Hermetic order of the Golden Dawn”, een eind 19de begin 20ste-eeuws genootschap dat zich toelegde op magische, spirituele, paranormale en filosofische ontwikkeling. Ondanks een betrekkelijk gering aantal leden, was de orde van grote invloed op het westers occultisme en de latere New Age-beweging. Dat Bowie bekend was met Crowley’s gedachtengoed bleek uit ‘After All’, van het album “The Man Who Sold the World” uit 1970 , met een verwijzing naar Crowley en één van zijn bekendste publicaties, “The Book of the Law” (1904).Een ander boek uit Bowie’s occulte periode die de latere zelfcensuur wonderwel overleefde en op de lijst kwam, was Zanoni (1842) van Edward Bulwer-Lytton, een boek over de Rozenkruizers. De aan opium verslaafde, door het paranormale geobsedeerde oriëntalist, Bulwer-Lytton (1803-1873), eveneens lid van de “Golden Dawn”, trok in zijn tijd meer lezers dan Charles Dickens. Daarnaast had hij een succesvolle politieke carrière als parlementslid en minister van Koloniale Zaken. Bulwer-Lytton was van onmiskenbare invloed op het werk van David Bowie, zoals te zien was in “The Man Who Fell to Earth”, maar Bulwer-Lyttons beïnvloedde ook Bowie’s muziek, bv. het in 1971 verschenen album, “Hunky Dory”, met de klassiekers ‘Changes’, ‘Life on Mars’ en ‘Andy Warhol’. En ook in ‘Oh you pretty things’ was er een verwijzing naar een boek van Bulwer Lytton, nl. diens occulte klassieker “The Coming Race” (1871), later opnieuw uitgebracht onder de titel “Vril: “The Power of the Coming Race”.

Met de songtekst van ‘Quicksand’, waarin de verwijzingen naar Aleister Crowley, de Hermetic Order of the Golden Dawn en Heinrich Himmler niet te missen zijn, zitten we middenin Bowie’s occult universum van de jaren ‘70. Bowie’s spielerei met occultisme in de jaren ’70, cfr. de occulte en kabbalistische verwijzingen in “Station to Station” (1976), en zijn kortstondige flirt met het nazisme, gedrenkt in drugsgebruik en depressie, was een periode waarover David Robert Jones het later weliswaar liever niet meer wilde hebben. “Bowies’ Books” werd vertaald door René van Veen, voorzien van illustraties van Luis Paadín.

John O ‘Connell Bowie’s Boekenkast De 100 boeken die het leven van Bowie veranderden 352 bladz. geïllustreerd uitg. Orlando ISBN 978 94 93081 30 7

https://www.stretto.be/2021/12/23/benoit-clerc-david-bowie-compleet-het-verhaal-van-de-456-songs-nu-in-het-nederlands-uitgegeven-door-wbooks-monumentaal/

https://www.stretto.be/2020/11/26/leo-blokhuis-berlijn-muzikale-revolutie-een-uitgave-van-de-bezige-bij-grandioos/