In de 13de eeuw ontstond de Hanze, een succesvol samenwerkingsverband van diverse handelsplaatsen. Uit deze periode is een groot aantal scheepswrakken teruggevonden, die ons informatie verschaffen over de scheepsbouw uit die tijd. Uit de vroegere middeleeuwen is dergelijk materiaal echter nauwelijks voor handen. De weinige bronnen die er zijn, zijn fragmentarisch. Des te verrassender is het beeld dat Luit van der Tuuk schetst van de Nederlandse scheepvaart in de vroege middeleeuwen, waarin, zo betoogt hij, de basis werd gelegd voor de latere ‘Gouden Eeuw’.
Dit is een boeiend boek over handel en scheepvaart in de vroege middeleeuwen. Luit van der Tuuk beschrijft de periode van de vroege middeleeuwen in Noordwest-Europa, de gebieden rond de Noord- en de Oostzee, maar het accent ligt in de benedenloop van de grote rivieren en het kustgebied van wat nu Nederland en België is. “In de Romeinse periode”, zo lezen we, “was er een bloeiende handel ontstaan tussen agrarische en ambachtelijke productiecentra op het platteland en welgestelde afnemers in de steden. Na de val van het West-Romeinse Rijk raakten veel van deze steden in verval, waardoor de handel in de vroege middeleeuwen ineenschrompelde”.
Dorestad bv. aan de splitsing van de Rijn en de Lek, waar de vestingstad Wijk bij Duurstede zou ontstaan, was van het einde van de 7de – tot het midden van de 9de eeuw, een belangrijke en succesvolle interregionale handelsplaats. Door een gebrek aan geschreven bronnen, werd het vroegmiddeleeuws handelsverkeer, echter traditioneel vanuit een archeologisch gezichtspunt bekeken. “Archeologisch onderzoek brengt handelsbetrekkingen, handelsroutes en afzetgebieden in kaart en toont ook veel van de verhandelde goederen”, schrijft van der Tuuk.
“Daaruit valt bijvoorbeeld op te maken”, zo vervolgt hij, “dat er al vroeg een wijdverbreid handelsnetwerk was. Die conclusie kan ook worden getrokken uit muntvondsten en het daarna volgende numismatische onderzoek. Maar over de mensen achter het handelsverkeer, hun maatschappelijke en juridische positie, de sociale structuur van hun handelsbetrekkingen, komen we zo weinig te weten. En datzelfde geldt ook voor degenen die aan het begin van de handelsketen stonden. Met deze agrarische en ambachtelijke producenten openen we onze zoektocht naar handel en scheepvaart in de vroege middeleeuwen”.
Behalve geschriften van de geestelijkheid gunnen IJslandse saga’s en getuigenissen van Arabische gezanten en kooplieden ons een blik op het doen en laten van varende ondernemers. De IJslandse teksten zijn weliswaar pas in de 13de eeuw of zelfs nog later te boek gesteld, maar ze gaan vaak terug op mondeling overgeleverde verhalen uit de 9de tot de 11de eeuw. De schriftelijke bronnen die ons zijn overgeleverd, gaan voornamelijk over het formele deel van de handel, over tolheffing of marktrechten.
“Er waren in onze streken”, zo lezen we, “nauwelijks echte steden te vinden, zoals in Gallië, waardoor zich amper een regionale handelstraditie kon ontwikkelen. Desondanks waren de kustbewoners zich op de handel gaan richten. Dat komt omdat zij voor een belangrijk deel op veeteelt en schapenhouderij aangewezen waren, waardoor zij vanouds buiten hun eigen woongebied moesten handelen om aan levensmiddelen zoals graan te komen. Dat bleek een gelukkige stap vanwege de gunstige ligging van het Vlaams-Nederlandse kustgebied te midden van opkomende koninkrijken rond de Noordzee. De bewoners van onze kusten werden daardoor dé kooplieden en vrachtvaarders van Noordwest Europa. Ze verhandelden agrarische overschotten en ambachtelijke producten uit het Frankische kerngebied en stimuleerden daarmee op ongekende wijze de economie. In de dagen van Karel de Grote beleefde de handel in onze streken zelfs een heuse Gouden Eeuw, de eerste in de geschiedenis van de Lage Landen”.
In de eerste 6 hoofdstukken beschrijft Luit van der Tuuk, de agrarische productie, nijverheid (Fries laken (de oorsprong van het later beroemd Leidse laken), fuiken (visnetten) en vishaken, zoutwinning en andere bedrijvigheid), regionale markten, luxeartikelen exotische snuisterijen en tolheffing, de expansie van het handelsverkeer (o.a. brokaat en Perzische tapijten, slavenhandel, weegschaaltjes en muntmeester, zilvergeld en munthervormingen), de Friese handel en de handelsgenootschappen.
In de laatste 2 hoofdstukken “Transport en infrastructuur” en “Handelshavens”, gaat het vervolgens o.a. over land- en waterwegen en handelsroutes, scheepvaart en navigatie, scheepsbouw, tuigage en zeilvoering, en over de vroegmiddeleeuwse Scheldehaven, Domburg. Zeeland had nl. al in de Romeinse tijd, havens bij Domburg en Colijnsplaat, mogelijk ook bij Aardenburg en Westenschouwen. Alle vroegmiddeleeuwse houten scheepsresten zijn dan ook afkomstig uit de omgeving van het 9de-eeuwse Domburg, oorspronkelijk het verdronken dorp in de duinen (handelsnederzetting), Walichrum. Begin 20ste eeuw, wanneer tal van later beroemd geworden, Nederlandse kunstenaars, tijdens de zomers in Domburg verbleven om het “Zeeuwse licht” op te vangen, werd het een van de belangrijkste kunstenaarsdorpen van Nederland. Vandaag kan u er het Marie Tak van Poortvliet Museum bezoeken.
Tot slot in het boek, 3 excursies, “De beroemde handelsplaats Dorestad”, “Vroegmiddeleeuwse scheepstypen in onze streken” (o.a. over rivierschepen, kielschepen en koggen) en “Veluwse ijzerwinning”. In de Veluwe waren nl. veel klapperstenen te vinden waaruit ijzer kon worden gewonnen, en bood de bosrijke omgeving voldoende mogelijkheden voor de productie van houtskool, nodig als brandstof om het ijzer in de oventjes te smelten. Boeiend en verrijkend. Warm aanbevolen.
Luit van der Tuuk (1954) is gespecialiseerd in de vroegmiddeleeuwse geschiedenis van Noordwest-Europa. Hij is conservator van Museum Dorestad. Van der Tuuk won de W.A. van Es-prijs met zijn boek ‘De eerste Gouden Eeuw’. Andere bekende titels van Van der Tuuk zijn ‘De Friezen’, ‘De Franken’ en ‘Vikingen’.
Luit van der Tuuk De eerste gouden eeuw Middeleeuwse geschiedenis van de Lage Landen 280 bladz. geïllustreerd uitg. Omniboek ISBN 9789401919647
https://www.stretto.be/2017/08/12/de-franken-in-belgie-en-nederland/