“Per l’Orchestra Di Dresda Vol.1 Ouverture”, door Les Ambassadeurs en La Grande Ecurie o.l.v. Alexis Kossenko, op het label Aparté. Schitterend!

De Franse fluitist, Alexis Kossenko, dook in het repertoire van het Orkest van Dresden, één van de meest bewonderde orkesten van de 18de eeuw. De grootste componisten van toen componeerden voor dit beroemd ensemble, het toonbeeld van de muzikale pracht van het hof van de Saksische keurvorsten. Deze cd met zowel concerti als religieuze muziek, is het eerste volume in een uitzonderlijke reeks, gewijd aan dit orkest. Niet te missen!Op de cd staat werk van Johann Friedrich Fasch (1688-1758), Johann David Heinichen (1683-1729), Johann Georg Pisendel (1687-1755), Johann Joachim Quantz (1697-1773), Georg Philipp Telemann (1681-1767) en Jan Dismas Zelenka (1679-1745). De solisten zijn Coline Dutilleul, sopraan, Stephan MacLeod, bariton, Alexis Kossenko, Amélie Michel en Olivier Bénichou, traverso, de broers, Jean-François en Pierre-Yves Madeuf, Lionel Renoux, corno da caccia, en Stefano Rossi, viool.Onder het bewind van Augustus II (als Frederik August I keurvorst van Saksen en als August II de Sterke, koning van Polen en grootvorst van Litouwen) (foto), ontwikkelde Dresden zich tot één van de belangrijkste centra van de Europese muziekscene. Hij bracht de belangrijkste kunstenaars, componisten en musici naar zijn hof. Grote musici uit heel Europa werden uitgenodigd om in Dresden te wonen en te werken. Met hen stelde August een briljant instrumentaal ensemble samen, genaamd de “Cappella Polacca” die de katholieke kerkmuziek verzorgde. De kapel ging ook met hem mee op zijn staatsreizen naar Polen en andere regio’s. Het ensemble had op dat moment één uniek kenmerk, haar leden bespeelden slechts één enkel instrument. Daarom waren zo ook zo virtuoos. De Capella werd snel bekend als de grootste collectie virtuozen die ooit waren samen gebracht. De Kapellmeister was Johann David Heinichen (foto).

In de kapel speelden o.a. de violisten Volumier, Pisendel en Veracini, de fluitist Buffardin, Johann Christoph Richter en Quantz (later de beroemde fluitleraar van Frederick de Grote), de beroemde luitspeler, Silvius Leopold Weiss, en de Boheemse contrabassist en componist, Jan Dismas Zelenka. Mogelijks was de indrukwekkendste en meest exotische musicus van allen, en daarenboven de best betaalde naast Weiss en de Kapelmeester, Pantaleon Hebenstreit, die op zijn eigen uitvinding speelde, de “Pantaleone” (foto), een reusachtige dulcimer familie van de citer, de cimbalom en het hakkebord, van bijna 3 meter lengte, met houten hamers en wel 189 snaren.De hoboïst, fluitist en fluitbouwer, Johann Joachim Quantz (foto), kreeg er in 1718, een aanstelling als hoboïst. Vivaldi probeerde er een betrekking te verkrijgen en Händel reisde in 1719 naar Dresden om vier zangers te contracteren en er te spelen voor de keurvorst en de kroonprins. In de Säksische Staatskapelle waren veel beroemde instrumentalisten/componisten actief, Jan Dismas Zelenka, Francesco Maria Veracini, Antonio Lotti, Johann Georg Pisendel, Nicola Porpora, Johann Joachim Quantz, Johann Adolf Hasse en de broers Johann Georg en Carl Heinrich Graun.Legendarisch waren bv. de festiviteiten ter gelegenheid van het huwelijk in 1719, van de zoon van August II (de Sterke) (foto) en Christiane Eberhardine van Brandenburg-Bayreuth (foto), August III/Frederik August II (foto), met Maria Josepha van Oostenrijk (foto), een dochter van keizer Jozef I. en Amalia Wilhelmina van Brunswijk-Lüneburg. Bach componeerde trouwens een cantate, “Laß Fürstin, laß noch einen Strahl” (“Tombeau de Sa Majesté la Reine de Pologne”) of Trauerode (BWV 198), op tekst van de beroemde, Duitse schrijver, Johann Christoph Gottsched, ter gelegenheid van een universitaire herdenking in Leipzig, van de in september 1727 overleden Poolse koningin en Saksische keurvorstin, Christiane Eberhardine. Haar echtgenoot, de Saksische keurvorst Frederik August I, had zich tot het rooms-katholicisme bekeerd om (ook) koning van Polen te kunnen worden. Christiane Eberhardine bleef luthers, waardoor ze in het lutherse Saksen, zeer geliefd was onder de bevolking.De Serenata “Diana sul Elba” van Johann David Heinichen ter ere van de jachtgodin, werd op 18 september uitgevoerd op een rijk versierd schip, in de vorm van een gigantische schelp, met 4 nimfen aan boord, getrokken door 4 zeepaardjes. In de daaropvolgende waterjacht werden 400 herten, reeën en wilde zwijnen de Elbe binnen gedreven om te worden afgeschoten. Op 20 september vond het Feest van Mercurius plaats, met een feestelijke processie, de uitvoering van een Italiaanse cantate, een grote “Jahrmarkt der Nationen“, een beurs en een loterij in de Zwinger (foto). De bruid werd het terrein opgebracht in een prachtige schelpwagen. De volgende dag was er theater.Onder de vele andere activiteiten was de uitvoering van het Frans divertissement “Les quatres saisons” op een tekst van Poisson met muziek van Kapellmeister Schmidt op de dag van het Venusfeest (23 september) in open lucht in de Grote Tuin, waar meer dan 100 familieleden van het hof in de tempel van Venus naast het paleis aanwezig waren. Ook Telemann en Händel (uit Londen) waren gekomen, o.a. ook om het nieuw operagebouw aan de Zwinger te zien, het grootste en mooiste van zijn tijd. Als prominent lid van de uitstekende Kapel van Friedrich August I in Dresden, nodigde de hoboïst, Johann Christian Richter, rond 1720, toonaangevende Duitse en Italiaanse componisten uit om voor de kapel van het hof in Dresden, sonaten te componeren waarin hobo’s en de fagot extreem expressieve en virtuoze partijen hadden.

Toen werd de grootste hoeveelheid indrukwekkende muziek voor hobo en fagot solo in de geschiedenis gecomponeerd. Duitse componisten zoals Heinichen, Zelenka, Fasch en Quantz componeerden stukken in de Italiaanse stijl, met de typische afwisseling tussen zangerige langzame bewegingen en briljante, heel virtuoze allegro’s. Telemann componeerde een sonate met versieringen, beïnvloed en geïnspireerd door de Franse stijl. Antonio Lotti, die tussen 1717 en 1719 aan de kapel in Dresden was verbonden, merkte de uitstekende vaardigheden van de blazers in de kapel op en componeerde zijn enige solostukken voor deze instrumenten, speciaal voor de Dresdense musici.Alexis Kossenko (°1977) uit Nice, volgde les bij de fluitist, Alain Marion aan het Conservatoire National Supérieur de Paris, waar hij een eerste prijs behaalde, evenals bij Marten Root aan het Conservatorium van Amsterdam, wat hem een solistendiploma opleverde. Kossenko’s carrière als fluitist omvat regelmatige samenwerkingen met prestigieuze ensembles als La Chambre Philharmonique, Le Concert d’Astrée, Stradivaria, het Ensemble Matheus, het Orchestre Révolutionnaire et Romantique, de Barokksolistene, de Philharmonie der Nationen, het Orchestre de chambre de Paris, het Orchestre d’Auvergne, Anima Eterna, het Orchestre Révolutionnaire et Romantique, de Kölner Akademie, La Grande Écurie et la Chambre du Roy, Concerto Copenhagen, het ensemble Capriccio Stravagante Les Paladins, Le Concert Spirituel, Le Cercle de l’Harmonie en het European Union Baroque Orchestra.Naast zijn carrière als fluitist is Kossenko ook dirigent. Hij was gastdirigent van de ensembles B’Rock (België), Holland Baroque Society, het European Union Baroque Orchestra, Le Concert d’Astrée (Frankrijk) en Arte dei Suonatori (Polen). In 2010 richtte hij “Les Ambassadeurs” (foto) op, een internationaal ensemble voor de uitvoering van barokmuziek en klassieke muziek op historische instrumenten. Daarna werd hij muziekdirecteur van het Frans orkest, “La Grande Écurie et la Chambre du Roy”.Tracklist:

Heinichen: Sonata, Diana sull’Elba, S.200

Zelenka: Potrei sovra degli empi (Il serpente di bronzo, ZWV 61)

Zelenka: Introduction (I penitenti al sepolchro del redentore)

Telemann: Violin Concerto in D major TWV53:D5

Heinichen: Et in spiritum sanctum (Missa no.12)Heinichen: Concertino, Crucifixus (Missa no. 9)

Quantz: Concerto for 2 flutes in G minor, QV 6:8

Pisendel: Sonata in C minor

Fasch: Ouverture for 2 orchestras in B flat major

Zelenka: Christe eleison (Missa dei Filii)

Heinichen: Concerto in F major, S. 234

Per l’Orchestra Di Dresda Vol.1 Ouverture Zelenka Fasch Pisendel Quantz Heinichen Alexis Kossenko Les Ambassadeurs – La Grande Ecurie cd Aparté AP258

https://www.stretto.be/2019/11/10/lopera-du-roi-soleil-door-sopraan-katherine-watson-en-les-ambassadeurs-o-l-v-alexis-kossenko-op-het-label-aparte-schitterend/

https://www.stretto.be/2020/05/06/soir-paien-met-anna-reinhold-en-sabine-devieilhe-en-de-fluitist-alexis-kossenko-op-het-label-aparte-een-gespeelde-en-gezongen-droom/

https://www.stretto.be/2018/11/26/feestelijke-concerti-per-la-tromba-il-corno-da-caccia-van-telemann-door-o-a-de-broers-madeuf-op-de-labels-accent-en-ricercar/

https://www.stretto.be/2017/09/30/jean-francois-madeuf-speelt-molter-zonder-ventielen/