Désirs et Volupté

Na de tentoonstellingen “Canaletto – Guardi, Les grands maîtres vénitiens” en “Eugène Boudin” kan u nu in het magistrale Musée Jacquemart-André in Parijs aan de Boulevard Haussmann, naar een tentoonstelling van Engelse Victoriaanse schilderkunst uit de collectie van Juan Antonio Pérez Simón. U bewondert er symbolistische kunst in de lijn van de prerafaëlieten, die hoofdzakelijk geïnspireerd werd door de sensualiteit en mystiek van muziek.

Als wereldmacht maakte Groot-Brittanië tijdens het bewind van Queen Victoria (1837-1901) de weg vrij voor ingrijpende economische en sociale veranderingen. In deze context, uiterlijk gekenmerkt door puritanisme, uitten kunstenaars zich door middel van hun fijne, artistieke gevoeligheid die sterk contrasteerde met de ruwheid en de morele strengheid van hun tijd. Ze gingen terug tot de oudheid en schilderden weelderig gedecoreerde, beeldschone naakte vrouwen als poëtische en literaire uitingen. Ze waren de erfgenamen van de prerafaëlieten. Hun ”cosmetische zoektocht” was het parool van de kunstenaar die absolute schoonheid en een esthetische evensstijl zocht. Het belangrijkste onderwerp van deze artistieke beweging, genaamd “Aesthetic Movement”, was de vrouw. Haar lichaam werd niet langer gehinderd door het alledaagse, maar werd naakt voorgesteld, als symbool van bevrijd genot, wellust en sensueel, vrouwelijk verlangen. Geportretteerd in een levendige, heruitgevonden wereld, stelden ze antieke en middeleeuwse heldinnen voor, musical  Goddesses of Love and Beauty. Weelderige paleizen in weelderig flora dienden als decoratie bij deze prachtige, wellustige, liefdevolle, welwillende of kwaadwillige vrouwen. Het schilderij werd een muzikale dagdroom over nimfen, najaden en muzen met een  overvloed aan symboliek. Lees verder

SYMBOLISTISCHE SCHILDERKUNST VAN JEAN DELVILLE

Jean Delville (1877-1953) was een Belgisch schilder, dichter, essayist en vader van zes kinderen. Dat laatste is op zich al heel bijzonder maar het feit dat Delville een uitgesproken symbolistische kunstenaar was, met alle morbide, erotische en neurotisch-dieptepsychologische inhoud, maakt dat gegeven nog meer bijzonder. Het belang van deze tentoonstelling kan niet genoeg vermeld worden. Symbolistische kunst is aan een tweede revival toe. De eerste was bijna veertig jaar geleden. Ik was erbij, ik kan getuigen.

In 1975 werd nl. een grote tentoonstelling georganiseerd over “Het symbolisme in Europa”. Dat was toen nieuw. Niemand sprak tot dan toe nog over symbolisme. De indrukwekkende tentoonstelling in het museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam stond onder leiding van hoofdconservator Renilde Hammacher-van den Brande (°1913), de echtgenote van Bram  Hammacher. Hij was op zijn beurt, tussen 1947 en 1963, directeur van het Kröller-Müller Museum. Samen met de directeur van Boijmans Van Beuningen, de legendarische J.C. Ebbinge Wubben, die tussen 1950 en 1978 in het museum om en bij de  340 tentoonstellingen organiseerde!, redigeerde en coördineerde Renilde van den Brande  de hoogst interessante tentoonstellingscatalogus. De vernieuwende tentoonstelling was daarna te zien in Rotterdam, Brussel, Baden-Baden en Parijs. De tentoonstelling en de catalogus  gaven voor de eerste keer een overzicht van Europese symbolistische kunstenaars. De meeste van die kunstenaars waren op dat ogenblik nog volledig onbekend…Een schilderij van Gustav Klimt kon u toen nog goedkoop aankopen! De catalogus, mijn allereerste kunstboek, bevatte info over de schilderijen, de kunstenaars, een lijst van exposities vanaf 1891 en een uitgebreide bibliografie. Het was één van de meest invloedrijke en vernieuwende “catalogi” in de geschiedenis van de kunstkritiek. Op de tentoonstelling werd o.a. werk tentoongesteld van Belgische symbolisten als William Degouve de Nuncques, Gustave Van de Woestyne, James Ensor, Fernand Khnopff, Xavier Mellery, George Minne, Felicien Rops, Leon Spilliaert en… Jean Delville. Lees verder