Bowie (1947-2016) was dé rockster van de jaren zeventig, die tussen 1970 en 1980,een reeks grensverleggende platen maakte. Ook commercieel waren ze een schot in de roos. Maar, Bowie was in de seventies niet de enige geniale songschrijver, charismatische performer en trendsetter. Die andere hemelbestormers verwierven weliswaar een aanzienlijke cultaanhang, maar bereikten nooit het grote publiek. Stonden zij in de schaduw van de alomtegenwoordige Bowie?
“Liszt, Sonate en Si Mineur, Sonetti di Petrarca, Valse oubliée No. 2, Étude ‘La Leggierezza’, Rhapsodie Hongroise No. 6”, door Nelson Goerner, op het label Alpha. Meesterlijk!
Na zijn subtiele interpretatie van “Iberia”, die de muziek van Albeniz verrijkte met impressionistische kleurenspelletjes, kon je verwachten dat ook pianist Nelson Goerner gevoelig zou reageren op mogelijke nuances bij Franz Liszt. Ondanks al zijn klaviermagie hebben zijn verkenningen van Liszt weinig van de vermoeiende, virtuoze poses waartoe Liszts muziek kan leiden. Daarvoor zijn Goerners kleur en dynamisch palet en zijn gevoel voor de fijngevoelige lyrische momenten in deze muziek te uitgesproken. Zijn onberispelijk pianospel laat hem voldoende ruimte om zijn aandacht te richten op de muzikale inhoud van de muziek.
Theo Meder, Jens Klein, Imre Koekenbier, Myrthe Osse, Wilmy Van Ulft, “Halfhaantje en de hardrijder, de mooiste, grappigste en griezeligste volksverhalen uit Nederland en Vlaanderen”, uitgegeven door Sterck & De Vreese. Heerlijk!
“Halfhaantje en de hardrijder” verzamelt de mooiste, grappigste en griezeligste volksverhalen uit Nederland en Vlaanderen. Met in de hoofdrol gevreesde draken, lieve meerminnen, wraakzuchtige witte wieven, irritante heksen, behulpzame kabouters en onbetrouwbare weerwolven. In de sprookjes gaan de helden en heldinnen prangende problemen oplossen, een levenspartner vinden of een goudschat zoeken.
“Józef Kozłowski, Requiem”, door het Singapore Symphony Orchestra o.l.v. Hans Graf, op het label Pentatone. Een verrijkende ontdekking!
Het Singapore Symphony Orchestra en zijn muziekdirecteur Hans Graf presenteren een opname van Jozef Kozlowski’s Requiem, samen met het Singapore Symphony Chorus & Youth Choir, evenals een kwartet van uitstekende solisten: Olga Peretyatko (sopraan), Olesya Petrova (mezzosopraan), Boris Stepanov (tenor) en Christoph Seidl (bas). Het Requiem (1798) werd opgedragen aan de aftredende koning Stanislaw van Polen, en kan worden gezien als een requiem, niet alleen voor de monarch, maar voor de hele Poolse natie, die in de jaren tachtig van de achttiende eeuw door het Russische Rijk werd ingenomen.
Korneel Bernolet – EnSuite, harpsichord Joannes Daniel Dulcken 1747. Subliem!
Honderdvijftig jaar lang was het klavecimbel in Versailles, onder de heerschappij van Louis XIII, Louis XIV en Louis XV, onlosmakelijk verbonden met het hof. Vóór Versailles was het Louvre paleis, hét epicentrum van de macht. Het was een echt ceremonieel theater, waar muziek door zijn pracht en praal, indruk maakte.
Marlisa den Hartog, “Seks in de Renaissance, Standjes en standpunten in de tijd van Da Vinci (en wat we daar nu van kunnen leren)”, een uitgave van atlas contact.
Hoe dacht men tijdens de Renaissance over seks? Marlisa den Hartog neemt je mee op een tocht vol vervreemding én herkenning, en laat je met een nieuwe blik kijken naar de opvattingen van toen en nu.
Margriet van Eikema Hommes, “De hemel van Gerard de Lairesse. Een plafondschildering uit het Rampjaar 1672”, een prachtuitgave van Amsterdam University Press.
In 1672, toen de Republiek door vier buitenlandse legers tegelijk werd aangevallen, maakte Gerard de Lairesse (1640-1711) een monumentale driedelige plafondschildering voor een van de hoofdrolspelers in dit Rampjaar: de machtige Amsterdamse oud-burgemeester Andries de Graeff. In vier opeenvolgende fasen heeft De Lairesse betekenisvolle figuren en voorwerpen gewijzigd, verwijderd of toegevoegd. Uit materiaal technische analyse en historisch onderzoek blijkt dat schilder en opdrachtgever de iconografie samen aanpasten aan de actuele militaire en politieke ontwikkelingen. Niet alleen de cultuurhistorische achtergronden worden in dit prachtig geïllustreerde boek beschreven, maar ook Gerard de Lairesse’s schildertechniek en de nauwe relatie tussen ontwerp en architectuur van het vertrek.
Andrea Kieskamp (red.), Marion Anker, Edwin Maes en Tim Smeets, “Kunstbunkers en cultuurkaravanen De bescherming van cultureel erfgoed in de Tweede Wereldoorlog”, een uitgave van Walburgpers.
Marion Anker, Edwin Maes en Tim Smeets schreven het uniek verhaal over de bescherming van Nederlands cultureel erfgoed in oorlogstijd. Van 1 oktober 1939 tot 1 oktober 1946 coördineerde de Rijksinspectie Kunstbescherming onder leiding van Jan Kalf, nl. de bescherming van monumenten, musea, archieven en bibliotheken tegen oorlogsgevaar. Tienduizenden kunstschatten, historische objecten, boeken en archiefstukken werden geëvacueerd naar tijdelijke veilige onderkomens als scholen, kerken, binnenschepen en kastelen. Later gingen ze naar door het Rijk gebouwde bomvrije bergplaatsen.
Ligeti door Ensemble Intercontemporain o.l.v. Pierre Bleuse, op het label Alpha.
Het Ensemble Intercontemporain (EIC) en zijn nieuwe muziekdirecteur, Pierre Bleuse brengen hulde aan Gyorgy Ligeti, wiens honderdjarig bestaan we in 2023 vierden. ‘Ligeti is een van de grootste componisten van de twintigste eeuw en zeker een van degenen die voor het eerst een krachtige esthetische impact op mij persoonlijk hebben gemaakt! …’ Deze opname, die als eerbetoon aan Ligeti, concerti en kamermuziek combineert, benadrukt de kwaliteiten van het EIC.
Alexander Zemlinsky, “Eine Florentinische Tragödie”, door Christopher Maltman, Rachael Wilson, Benjamin Bruns en het Münchner Rundfunkorchester o.l.v. Patrick Hahn, op het label BR Klassik. Een hoogtepunt!
“Eine Florentinische Tragödie” is een opera in één bedrijf. De tekst was gebaseerd op het gelijknamig gedicht (oorspronkelijke titel: A Florentine Tragedy) van Oscar Wilde in de Duitse vertaling van Max Meyerfeld. Het werk ging in januari 1917 in première in het Württembergisches Hoftheater in Stuttgart o.l.v. Max von Schillings.